Wonen
Wonen is een recht voor iedereen. Iedereen verdient een goede en betaalbare woning die past bij het leven van nu én straks. Maar er zijn te weinig betaalbare woningen. En te veel woningen die energie verspillen of slecht voorbereid zijn op het veranderende klimaat.
Daarom bouwen we meer woningen. Sneller, slimmer én duurzamer. We zorgen dat in 2030 alle nieuwbouw klimaatneutraal is en we maken het verduurzamen van bestaande gebouwen makkelijker. We bouwen leefbare wijken met groen, contact en gemak. Bewoners krijgen meer inspraak en verantwoordelijkheid over hun wijk. Zo bouwen we aan wijken waarin wonen, natuur en voorzieningen, zoals scholen en gezondheidscentra, hand in hand gaan.
Onze visie op wonen en leven
We stimuleren de ontwikkeling van groene, duurzame en gezonde wijken, waarin de functies van wonen, werken en recreëren goed samengaan. Belangrijke dagelijkse voorzieningen zijn op loopafstand bereikbaar, met aantrekkelijke natuurlijke ontmoetingsplaatsen zowel binnen als buiten. Door een zo groot mogelijke variatie in woningen (tijdelijk, vast, huur, koop, groot, klein, individuele en groepswoningen en wooncoöperaties) ontstaat er een levendige wijk. Mensen met verschillende achtergronden ontmoeten elkaar door alle wijkvoorzieningen vaker, waardoor de sociale cohesie in onze samenleving toeneemt.
Zo wil Volt waar het kan 25% groen in de wijken, meer groenblauwe daken, innovatieve duurzame bouw en meer functievrije of gemengde bestemmingen.
Ook bestaande wijken kunnen stap voor stap transformeren tot deze gezonde, levendige wijken. We stimuleren gemeenten om actief de kansen te benutten om vrijkomende gebouwen, huizen en openbare ruimtes te transformeren naar functies die tot nu toe in de wijk ontbreken. Vrijkomende gebouwen en huizen kunnen een nieuwe bestemming krijgen, gericht op een zo groot mogelijke samenhang van wonen, werken en recreëren van een gevarieerde groep bewoners.
Gemeenten kunnen parkeernormen aanpassen en straten transformeren tot autoluwe groene lanen. Hierdoor winnen we ruimte voor verkoelend en recreatief groen, dat mensen uitdaagt om meer te bewegen. Zo creëren we meer woonruimte binnen steden, zodat de woonruimte niet ten koste gaat van de groene gebieden buiten de steden.
We ondersteunen gemeenten bij het realiseren van de 3-30-300 regeling in steden. 3 bomen zichtbaar vanuit elk huis, 30% van de straat heeft schaduw van bomen en het is maximaal 300 meter naar het dichtstbijzijnde parkje met verkoelende vergroening.
Bij het inrichten van de publieke ruimte ondersteunt Volt met subsidies initiatieven die gezond gedrag stimuleren, zoals (educatieve) fiets- en wandelpaden, natuurtoerisme en groene schoolpleinen. Dit geeft inwoners ruimte om sociale en duurzame buurtinitiatieven te ontwikkelen en buurtcoöperaties te starten.
Landelijke regie op de woningmarkt
Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening krijgt een structureel budget waarmee het doel van 1 miljoen woningen bouwen ook echt gehaald kan worden. Daarnaast is nationale regie op de volkshuisvesting en ruimtelijke ordening nodig om nieuwe problemen in de toekomst te voorkomen. Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening stelt langetermijnbeleid op voor een stabiele en proactieve sturing op een toekomstbestendig en blijvend passend woningbestand in Nederland.
Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening harmoniseert waar mogelijk gemeentelijke bouw- en omgevingsregels om transities te versnellen, of stelt samen met gemeenten kaders daarvoor op. Zo creëren we één landelijk stelsel van uniforme spelregels voor de (ver-)bouw van nieuwe en bestaande woningen, waarop maar heel beperkt uitzonderingen mogelijk zijn. Daarmee maken we het woningbouwbeleid eenvoudiger toe te passen en beter uitlegbaar. Ook innovatieve bouwmethoden kunnen op deze wijze sneller en vaker grootschalig worden ingezet.
De Rijksoverheid treedt vaker op als medefinancier van bouwprojecten voor betaalbare woningen, bijvoorbeeld door leningen of garanties te verstrekken. Voor het aanpakken van de grote tekorten aan middenwoningen, onderzoekt de Rijksoverheid of de WSW-garantstelling kan worden uitgebreid naar het middensegment. We onderzoeken ook of deze garantstelling toegankelijk kan worden gemaakt voor andere marktpartijen, zodat het bijvoorbeeld ook voor pensioenfondsen en verzekeraars aantrekkelijker wordt om te blijven investeren in woningbouw- en beheer. Om meer overheidsfinanciering bij woonprojecten mogelijk te maken, dringt Nederland er bij de Europese Commissie op aan dat de staatssteunregels voor huisvesting worden versoepeld.
Wanneer de Rijksoverheid geld beschikbaar stelt om vastgoedprojecten van de grond te krijgen, dan moet daar tegenover staan dat vastgoedontwikkelaars in vertrouwen inzicht geven in hun kosten-batenanalyses. Volt wil bij vastgoedprojecten een (vertrouwelijke) ‘openboekverplichting’, zodat de minister controle houdt op de besteding van publiek geld.
De overheid financiert onder de voorwaarde dat gerealiseerde betaalbare (midden)woningen voor onbepaalde tijd ook echt betaalbaar blijven. De Rijksoverheid en gemeenten moeten hiervoor duidelijke, afdwingbare afspraken vastleggen in contracten met projectontwikkelaars.
De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening stimuleert ook de ontwikkeling en bouw van innovatieve woonvoorzieningen die voor specifieke/kwetsbare groepen wonen combineren met zorg. Bijvoorbeeld door het financieren of aangaan van publiek-private samenwerkingen tussen gemeenten en zorgpartners die seniorenwoningen (ver)bouwen waar ook thuiszorg wordt verleend.
Om te zorgen dat woningbouwprojecten in de overbelaste markt vaker rondkomen zorgt het ministerie voor een bundeling van de verschillende financieringsmaatregelen voor woningbouw, zoals Woningbouwimpuls, Startbouwimpuls, Realisatiestimulans, Volkshuisvestingsfonds, Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen. De instrumenten en fondsen krijgen een financiële injectie, zodat het doel van 100.000 woningen per jaar realistisch wordt. Dit wordt gedekt door de afbouw van de fiscale stimulering van koopwoningen.
Volt wil meer betaalbare koopwoningen voor starters met een middeninkomen, door versnelde uitbreiding van het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen.
We stellen de woningcorporaties in staat meer te bouwen. Dat doen we door de belastingdruk op de woningcorporaties te verlagen, zodat er meer geïnvesteerd kan worden in nieuwe huurwoningen. We schaffen de vennootschapsbelasting voor woningcorporaties af. We verkennen ook de mogelijkheden om op Europees niveau meer ruimte te krijgen om de belastingdruk voor woningcorporaties verder te verlagen. Corporaties moeten weer gemakkelijker en eerder grond kunnen aankopen, door het laten vervallen van het vereiste dat binnen vijf jaar na aankoop de bouw moet zijn begonnen.
We bouwen de hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait zo snel mogelijk af en verplaatsen de eigen woning stapsgewijs naar box 3. De gestegen maandlasten voor huiseigenaren worden gecompenseerd met een lagere inkomstenbelasting en een basisinkomen. Op deze manier belasten we vermogen meer dan arbeid én dalen de huizenprijzen.
Om sneller meer ruimte beschikbaar te maken voor nieuwbouw en de kosten van bouwprojecten en nieuwe woningen te verlagen wil Volt het speculeren met bouwgrond tegengaan. Dat doen we door de waardevermeerdering van bijvoorbeeld landbouwgrond die voor bouwgrond bestemd wordt fiscaal te belasten, waardoor grond naar verwachting eerder beschikbaar komt voor een lagere prijs.
De leegstand van woningen moet worden ontmoedigd. Volt pleit daarom voor de Vlaamse aanpak, een methode waarbij leegstand wordt aangepakt met een jaarlijks stijgende gemeentelijke belasting. Dit beweegt eigenaren om sneller in actie te komen als hun pand leeg staat.
We moeten niet alleen betaalbaar bouwen, maar wonen ook betaalbaar houden. Volt is voorstander van de uitbreiding van de huurregulering naar het middensegment. Volt wil meer controles op eerlijke huurprijzen, ook als er wordt gewisseld van huurder. De gemeente moet proactief controles uitvoeren en boetes uitdelen als verhuurders de maximale huurprijzen niet respecteren.
We komen alleen uit de wooncrisis als we die ook op Europees niveau aanpakken, bijvoorbeeld door Europese regels te versoepelen en in heel de EU tegelijk aan verduurzaming te werken. Daarom wil Volt dat Nederland zich daar in de EU hard voor maakt. Volt zit in alle EU-lidstaten en kan zich dus in meerdere landen tegelijk inzetten met ideeën en oplossingen voor de wooncrisis. Volt pleit er dan ook voor dat we het European Plan Affordable Housing, waar de Europese Commissie nu aan werkt, benutten om te komen tot een Europese aanpak die onze woningmarkt vlot trekt. We bundelen de pan-Europese krachten door met meerdere lidstaten tegelijk de knellende regelgeving aan te pakken en aan te dragen welke hulp en oplossingen nodig zijn om de woningmarkten open te breken.
Gezamenlijk zorgen voor nieuwe woningen
De provincies krijgen meer inspraak en een aanjagende rol in het gemeentelijke bouwbeleid. Provincies zetten onder andere hun kennis en kunde in, bijvoorbeeld om gemeenten te helpen bouwplannen en vergunningsaanvragen te beoordelen.
Gemeenten moeten binnen hun nieuwbouwopgave zorgen voor een goede mix van woningen. In principe geldt: minstens twee derde van de nieuwe woningen moet betaalbaar zijn en minimaal 30% sociale huur. De precieze verdeling per type nieuwbouw (sociale huur, middenhuur of betaalbare koop) kan per wijk verschillen en is afhankelijk van de bestaande woonmix in de wijk. Zolang de gemeente als geheel deze doelen maar haalt. De minister krijgt de bevoegdheid om in te grijpen als de samenwerking vastloopt.
Ook pakken gemeenten een actieve rol in het versnellen van de woningbouw, door samen met woningcorporaties, Rijksoverheid en andere partners deel te nemen in publiek-private samenwerkingen om nieuwe wijken en gebieden te ontwikkelen. Gemeenten worden financieel in staat gesteld om actiever grondbeleid te voeren, door vaker grond aan te kopen en meer gebruik te maken van hun voorkeursrecht.
De bouw van woningen kan soms jarenlang niet starten, omdat er lange bezwaren en beroepen lopen tegen de vergunningverlening. We versnellen de doorlooptijden van de bezwaar- en beroepsprocedures, zodat omgevingsvergunningen voor woonprojecten veel sneller definitief worden. Zolang we in een wooncrisis zitten, kan het daarbij nodig zijn om hoger beroep te beperken en alle vergunningszaken in woonprojecten voor te leggen aan de Raad van State als enige rechter. We onderzoeken of de capaciteit van de Raad van State kan worden verhoogd.
We zorgen voor meer capaciteit en budget bij gemeenten, om hen te helpen de grote stroom aan bouwvergunningsaanvragen en bestemmingsplanwijzigingen sneller te kunnen behandelen, ingevoerd te raken in de omgevingswet en actiever grond- en bouwbeleid te voeren. Op korte termijn detacheren we medewerkers, bijvoorbeeld vanuit de provincie. Rijksoverheid en provincie maken een plan voor een structurele oplossing, zoals de uitrol van traineeships en een ‘flexibele schil’ van overheidspersoneel dat inzetbaar is in de hele provincie.
We blijven zoeken naar manieren om bouwtrajecten te versnellen, bijvoorbeeld door te experimenteren met gestandaardiseerde concepten voor socialewoningbouw. De corporatie kan kiezen uit vooraf goedgekeurde typen woningen, die daardoor ook sneller kunnen worden vergund.
Ook benutten we de kansen van digitalisering om woningbouwprojecten te versnellen. Het Kadaster gaat eigendomsrechten in digitale 3D-modellen bijhouden in plaats van op platte tekeningen: we rollen deze innovatie in de komende jaren verder uit en leggen die wettelijk vast. Zo kunnen 3D-ontwerpen in bouwtrajecten sneller worden vergund. Ook gaan we op zoek naar de beste Europese opensource digitale standaarden en datatoegankelijkheidsplatforms. En we trekken lessen uit de pilots met digitale vergunningverlening die in Duitsland, Finland en Spanje al lopen.
Nieuwe (tijdelijke) woonoplossingen
We investeren in innovatieve en coöperatieve leef- en woonvormen. Niet alleen voor studenten en senioren, maar voor iedereen die in meer sociale samenhang wil leven.
We zetten meer in op projecten zoals de Knarrenhofjes en Collectief Opdrachtgeversschap. Woningcorporaties krijgen meer mogelijkheden om een deel van hun bestaande en nieuwbouwwoningen over te dragen aan wooncoöperaties waar leden zich hebben ingeschreven om te kopen of huren. We versterken de regelgeving voor wooncoöperaties met kwaliteitsbewaking, toezicht en kaders voor de huur. We zorgen voor een flinke financiële injectie voor een nieuw revolverend ‘Fonds Coöperatieve en Innovatieve Woonvormen’ zoals shared housing.
Ook wil Volt dat we gaan experimenteren met nieuwe manieren van woningbezit, bijvoorbeeld door gronden onder te brengen in onafhankelijke coöperaties en mensen de kans te geven om alleen het daarop gebouwde huis te kopen. Zo kunnen zij sneller tot de woningmarkt toetreden.
We zorgen op korte termijn voor meer (tijdelijke) woningen. Ook moet het delen van een woning financieel aantrekkelijker gemaakt worden, onder andere door de kostendelersnorm af te schaffen. Een gebrek aan betaalbare woningen mag nooit een reden zijn om in een onveilige situatie te blijven. Senioren moeten naar een veilige aanleunwoning kunnen, aan huiselijk geweld moet je kunnen ontsnappen en jongeren moeten op kamers kunnen wonen.
Volt helpt mensen die dak- of thuisloos worden door extra te investeren in tijdelijke huisvesting, waar mensen kunnen verblijven tot definitieve huisvesting mogelijk is. Dit kan al dan niet met begeleiding. Het gaat om eenvoudige (groeps-)woningen, zoals duurzame herplaatsbare circulaire prefabwoningen. Deze woningen zijn ook bedoeld voor dak- en thuisloze mensen met een verslavingsachtergrond of psychische bagage. We bieden hen onderdak met een adres dat hen toegang geeft tot reguliere voorzieningen. We bieden ook begeleiding aan, conform het inmiddels bewezen ‘housing first’-concept, om hun situatie te verbeteren.
Volt pleit ervoor dat iedereen betaalbaar, veilig en prettig kan wonen. Het tekort aan woningen dwingt bijvoorbeeld studenten tot lange reistijden of onzekere woonsituaties. We maken het woningdelen voor iedereen eenvoudiger, bijvoorbeeld door gemeenten te helpen om hospitaverhuur te stimuleren. Daarnaast bouwen we tijdelijk en permanent bij, pakken eenzaamheid aan en stoppen met onwenselijke short-stayconstructies.
Door het beter benutten van bestaande bouw kan de woningvoorraad verder worden vergroot. De Rijksoverheid ontwikkelt in samenspraak met regionale overheden en partners in de huisvesting een landelijke stimuleringsmaatregel voor het splitsen, optoppen, aanplinten, bijplaatsen en transformeren van bestaande bebouwingen. Ook het wegnemen van bestaande belemmeringen in de fiscale, milieu- en sociale wetgevingen worden hierin meegenomen.
We bevorderen doorstroom op de huizenmarkt, zoals met afspraken in nieuwbouwprojecten, om voor een deel van de middenhuur- en koopwoningen voorrang te geven aan doorstromers vanuit de sociale huursector.
Ook zetten we terugkoopregelingen vaker in om meer betaalbare koopwoningen en doorstroom te realiseren. Met corporaties en ontwikkelaars spreken we af dat zij een deel van de woningen voor koop beschikbaar maken en ook weer gegarandeerd zonder winstoogmerk terug- en doorverkopen als een bewoner verhuist.
Veel ouderen blijven wonen in een woning die niet meer past bij hun levensfase. Dat is begrijpelijk, maar het vormt wel een knelpunt op de woningmarkt. Volt pleit voor een nationaal doorstroomoffensief dat het voor senioren ook echt aantrekkelijk maakt om door te stromen naar een passende woning. Zo komen er woningen vrij voor andere woningzoekenden, zoals jonge gezinnen en starters.
Duurzaam (ver)bouwen
Alle nieuwbouw moet vanaf 2030 voldoen aan de Zero Emission Building (ZEB)-standaard. Als het bij een nieuwbouwproject technisch of financieel niet haalbaar is om aan de standaard te voldoen, kan deze worden versoepeld zodat betaalbare woningbouw mogelijk blijft. Voor renovaties van bestaande gebouwen promoten we het toepassen van vrijwillige standaarden en methoden voor energie-efficiëntie, zoals de Duitse Passivhaus-standaard. We werken er op die manier naartoe dat bestaande bouw zoveel mogelijk al in 2040 klimaatneutraal is, tien jaar eerder dan de EU voorschrijft.
Volt wil gebouwgebonden leningen met vaste lage rentes voor mensen die hun huis willen verduurzamen door onder andere de regeling Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) uit te breiden.
Volt wil herhaling van duurzame woningbouwconcepten die ook in 2050 nog klimaatbestendig zijn. Niet door wijken met uniforme bouw maar door herhaling op verschillende locaties door het land. Het ministerie moet de markt uitdagen om verantwoorde en economische woonconcepten te ontwikkelen die vervolgens landelijk uitgerold kunnen worden. We vragen van gemeenten en welstandscommissies om flexibel te zijn, zodat bouwkosten en duurzaamheid niet onder druk komen te staan.
We bouwen circulair, duurzaam en snel. Dit doen we door vol in te zetten op biobased bouwen met lokaal geproduceerde bouwmaterialen. Waar mogelijk bouwen we modulair en prefab. We stimuleren en creëren ruimte voor innovatie en lokale initiatieven om de revolutie naar biobased bouwen en het gebruik van CO2-negatieve materialen te versnellen.
We maken circulair bouwen de standaard via de Nationale Aanpak Biobased Bouwen (NABB), onder meer door normen voor circulair slopen via een oplopende ondergrens. Het ministerie onderhoudt contact met de markt over de beschikbaarheid en ziet toe op claims over duurzaamheid van materialen, de beoogde winst voor flora, fauna en klimaat, en realistische recycling.
We willen dat de Rijksoverheid regie neemt op de aanleg van warmtenetten. Gemeenten moeten bevoegd worden om te besluiten wanneer aardgas in de wijk wordt uitgefaseerd, met een planning voor het beoogde duurzame alternatief.
De overheid neemt, in geval van funderingsschade door structureel te lage grondwaterstand, het herstel van de fundering voor haar rekening.
Wij pleiten ervoor dat Groningers en Noord-Drenten eindelijk een goede, simpele en snelle afwikkeling van schade en versterking van hun huizen krijgen, waarbij zij zelf een volwaardige stem hebben. We willen dat de ereschuld aan Groningen en Noord-Drenthe wordt ingelost op een manier zoals de Groningers en Noord-Drenten dat willen.
Nationaal isolatieplan
We hervormen de subsidies voor verduurzaming. Niet de bewoner, maar de overheid moet de kosten voor isolatie voorschieten. Dit gebeurt nu in de gemeente Groningen. Hier helpt de gemeente via energiecoaches met het aanvragen van subsidies. Voor het overige bedrag biedt de gemeente zeer gunstige leningen aan. Deze aanpak maakt Volt tot standaard voor Nederland.
We helpen mensen doelgericht uit de energiearmoede met een versnelde wijkaanpak. Een collectieve wijkaanpak voor slecht geïsoleerde woonwijken is de meest kosteneffectieve strategie tegen energiearmoede. Deze aanpak draagt niet alleen bij aan lagere energierekeningen, maar versterkt ook de leefbaarheid, sociale cohesie en gezondheid in kwetsbare buurten. Daarmee zetten we een concrete stap richting een klimaatneutrale samenleving, waar ook toekomstige generaties van kunnen profiteren.
De energiebesparingsplicht die nu al geldt voor bedrijven wordt uitgebreid naar verhuurders van woningen. We brengen de grote verhuurders en woningcorporaties nu al onder de verplichting, op termijn worden ook kleinere verhuurders toegevoegd.
Traditionele isolatiematerialen hebben een grotere impact op het milieu dan andere bouwmaterialen. Daarom spreken we in het Nationaal Isolatieplan af enkel te investeren in duurzame isolatiematerialen, zoals vlas of hennep.