Een duurzame en circulaire economie
De toekomst van onze economie is duurzaam, innovatief en circulair. We investeren in een nieuwe Europese industrie die goed is voor mens, natuur en klimaat. We maken duidelijke keuzes. Tata Steel gaat zo snel mogelijk dicht. Op een gezonde en betaalbare manier groen staal produceren is daar niet op korte termijn haalbaar, maar in andere Europese landen kan dat wel. Ook andere vervuilende bedrijven die niet kunnen vergroenen, faseren we zorgvuldig uit. Middelgrote en kleine bedrijven geven we extra steun bij het verduurzamen.
We gaan zuinig om met grondstoffen. We verspillen minder en gaan meer recyclen. We zorgen dat economische groei en duurzaamheid hand in hand gaan. We maken digitale infrastructuur groener en eerlijker. Datacenters moeten efficiënter worden in hun gebruik van energie en water. Ze werken samen met duurzame bedrijven en zijn open over hun impact op het klimaat. We maken de Europese Unie (EU) minder afhankelijk van andere landen en bouwen aan een sterke economie die goed is voor mens, natuur en klimaat.
We kunnen de omslag naar een duurzame samenleving op tijd maken, als we daarvoor alle zeilen bijzetten. Het verantwoordelijke ministerie moet daarom volledig focussen op het versnellen van de duurzaamheidstransitie, inclusief circulariteit, en het verkleinen van de Nederlandse ecologische voetafdruk.
We zetten in op een gezond, groen en faciliterend investeringsklimaat in Nederland en in de EU. Innovatie en duurzame economische groei gaan we blijvend en in samenhang stimuleren, waarbij economische groei samengaat met duurzaamheid. We waarborgen tegelijk een consistent en stabiel wettelijk kader gericht op voorspelbaarheid en investeringszekerheid.
We ondersteunen onderzoek en pilots gericht op het creëren van financiële waarde voor ecosysteemdiensten.
Duurzame industrie
In een tijdperk van klimaatverandering en geopolitieke spanningen is een strategische, duurzame Europese industrie essentieel. We kiezen voor een Europees industriebeleid met een productie op plaatsen waar voldoende ruimte en betaalbare groene energie beschikbaar is en met een slimme spreiding. Nederland richt zich daarbij op een hoogwaardige maakindustrie in plaats van de huidige energie-intensieve basisindustrie. Dat is beter voor het klimaat, de netcapaciteit, de gezondheid en de Nederlandse economie.
Om nieuwe, duurzame industrie op te bouwen, ondersteunen we ‘First-of-a-Kind’-projecten: de eerste grootschalige toepassing van veelbelovende technologieën, zoals electrolysers, groene chemie, recyclinginstallaties of innovatieve natuurgebaseerde oplossingen. Hiervoor zetten we garanties, cofinanciering en versnelde vergunningprocedures in. Zo maken we van de EU een plek waar de duurzame industrie van morgen wordt gebouwd.
De duurzame industrie heeft vaak opstartproblemen doordat zij hun duurzame en circulaire producten moeilijk voor lange termijn af kunnen zetten. We onderzoeken hoe de overheid hier het best kan bijspringen, bijvoorbeeld door middel van garanties of instrumenten gebaseerd op het Europese H2Global.
We verplichten de meest vervuilende bedrijven uit de oude economie zich zo snel mogelijk aan te passen aan de nieuwe strengere vergunningen. Met als uiterste middel het intrekken van de vergunningen en vervolgens stopzetten van bedrijfsactiviteiten van de onderneming.
Tata Steel in de IJmond is een voorbeeld waar het nodig is om keuzes te maken voor de toekomstige industrie. Het is op korte termijn niet haalbaar om daar op een gezonde en betaalbare manier groen staal te produceren. In andere Europese landen kan dat wel, onder andere omdat de energiekosten daar lager zijn en er meer groene stroom beschikbaar is. Daarom moeten we realistisch zijn over Tata Steel. De huidige vervuilende fabriek moet zo snel mogelijk sluiten.
Voor andere fossiele bedrijven die simpelweg niet kunnen vergroenen en geen cruciale rol vervullen voor de samenleving moet een afbouwpad komen.
We nemen alle uitzonderingen binnen de CO2-heffing voor de industrie weg. Zo wordt alle industrie in gelijke mate gevraagd te verduurzamen. We pakken dit Europees aan.
Duurzaam innoveren
De afgelopen jaren werd er te weinig durfkapitaal geïnvesteerd in Europese duurzame innovaties. Ondertussen werden de uitdagingen groter. De EU moet actiever investeren in technologieën die bijdragen aan de groene transitie. Daarom pleit Volt voor de oprichting van een Europese investeringsbank die investeert in strategische innovaties, zoals cleantech, waterstof en circulaire technologie. Het gaat om investeringen met publieke garanties en cofinanciering. We ondersteunen ook first-of-a-kind-projecten: de eerste commerciële toepassingen van veelbelovende schone technologie. Dat doen we via garanties, versnelde vergunningverlening en toegang tot Europees kapitaal.
We nemen de tijdrovende en complexe regelgeving bij investeringen van de European Investment Bank (EIB) weg zodat start-ups en scale-ups hier eerder voor in aanmerking komen.
Nederland moet nieuwe technologieën delen met andere EU-landen wanneer gebruikgemaakt is van publiek geld bij de ontwikkeling van die technologieën. We zetten ons ervoor in dat dit EU-breed beleid wordt. De EU ontwikkelt hiertoe een kennishub waarin de beste innovaties op het gebied van groene en duurzame technologie gedeeld worden met inwoners, bedrijven en lidstaten.
We onderzoeken de mogelijkheden van het inzetten van AI en andere technologieën bij het tegengaan van klimaatverandering, bijvoorbeeld op het gebied van handhaving en toezicht.
Invloed van tech op het milieu
Technologische infrastructuur heeft invloed op het milieu. Vooral datacenters gebruiken veel energie en water. Daarom moeten nieuwe datacenters onderdeel worden van de Europese ‘tech-infrastructuur’ (een autonome infrastructuur die onafhankelijk van Big Tech is).
De overheid neemt hierin de leiding en koppelt die aan ons water - en energiebeleid. De overheid steunt innovatieve oplossingen zoals nieuwe koelingstechnologieën. Zo kunnen we de schade aan het klimaat beperken.
Een goede oplossing is om deze datacenters te verplichten samen te werken met duurzame innovatieve bedrijven. Denk daarbij aan warmtenetwerken die de restwarmte van datacenters gebruiken.
Zoals bedrijven in elke sector moeten ook digitale bedrijven transparant zijn over hun ecologische invloed.
Er komt meer transparantie over het energieverbruik en de grondstofketens van de digitale infrastructuur die wij gebruiken. Het water- en energieverbruik van cloud-infrastructuur en datacenters moet namelijk omlaag. Door verduurzaming van hardware en efficiëntere (inzet van) software kan het energieverbruik omlaag worden gebracht. Daarvoor willen we wettelijk concrete, afdwingbare doelstellingen vaststellen.
Circulaire economie
We creëren gelijke kansen voor circulaire koplopers met een subsidie van Stimulering Circulaire Economie (SCE) voor de onrendabele top van duurzame productieprocessen, naar voorbeeld van de SDE(++). Deze subsidie overbrugt het prijsverschil tussen circulaire en vervuilende alternatieven, zoals gerecycled plastic versus virgin plastic, in een economie die nu nog gericht is op lineaire productie. Zo voorkomen we dat innovatieve bedrijven verdwijnen voordat ze kunnen opschalen en maken we een gelijker speelveld om de economie van de toekomst te bouwen en beschermen.
Er komt een verbod voor producenten om ongebruikte producten, zoals kleding en elektronica, te vernietigen of te dumpen. Op deze manier zorgen we ervoor dat bijvoorbeeld fast fashion langzaam maar zeker tot het verleden behoort.
We breiden het recht op reparatie fors uit en we maken van reparatie de norm, in plaats van de uitzondering. We zetten in op een Landelijk Reparatiefonds. Zo wordt reparatie weer aantrekkelijk voor consumenten én rendabel voor ondernemers. We verlagen de drempels voor hergebruik door een landelijke infrastructuur op te bouwen, inclusief een gebruiksvriendelijke app, een uitgebreid register van reparateurs en een systeem van reparatievouchers. Het fonds stimuleert niet alleen duurzame consumptie, maar ook vakmanschap en lokale werkgelegenheid in de circulaire economie.
De EU beschikt over kennis en technologie, maar duurzame producten vinden onvoldoende afzet. Daarom steunen wij de oproep om een Europees gecoördineerde vraag naar circulaire producten te organiseren (Call for Demand Creation EU). Zo maken we ruimte voor investeringen en innovatie.
We willen toe naar goed recyclebare producten. Dat betekent dat we op Europees niveau willen werken aan het definiëren van categorieën voor recyclebare stoffen. Op producten die in de EU verkocht worden moet te zien zijn uit welke categorieën recyclebare stoffen ze bestaan en hoe deze categorieën moeten worden gescheiden aan het einde van de levenscyclus van een product.
De huidige afvalwetgeving is te complex en maakt het verwerken van afval tot producten onnodig moeilijk. We pleiten voor versimpeling van deze wetgeving zodat afval een grondstof wordt, bijvoorbeeld door Europees geldende grondstofverklaringen.
Bewust consumeren
We rekenen de milieu- en sociale impact van producten strenger mee in de prijzen van producten. Zo verleiden we consumenten duurzame producten te kopen en stimuleren we bedrijven om hun producten duurzamer te maken. Met de opbrengsten hiervan maken we duurzame producten goedkoper.
We werken toe naar één Europees duurzaamheidslabel. Zo kunnen consumenten zien of het product dat zij kopen, of dit nu om kleding of voedsel gaat, echt duurzaam is of niet. De grote hoeveelheid labels van nu zorgt voor verwarring.
We ondersteunen ondernemerschap via een wet tegen ultrafast fashion volgens Frans model. We voeren via de Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) een ecoscore in die slechter scorende kleding meer belast. Ondernemers lijden onder ultragoedkope ultrafast fashion, doordat externe effecten als mensenrechtenschendingen, grotere uitstoot en grote illegale hoeveelheden schadelijke stoffen niet in de prijs worden meegenomen. Door een heffing van 5 tot 10 euro wordt deze oneerlijke concurrentie verminderd en een gelijker speelveld gestimuleerd.
We beschermen Nederlandse jongeren door een reclameverbod in te voeren op ultrafast fashion. Dit kan via de kinder- en jeugdreclamecode. Jongeren zijn gevoeliger voor sociale druk en impulsaankopen. Veel reclames voor ultrafast fashion spelen hierop in door zich op sociale media specifiek op jongeren tussen de 13 en 24 jaar te richten, zonder transparant te zijn over de negatieve gevolgen en de lage kwaliteit van deze kleding.
Bedrijven die aan greenwashing doen worden beboet door de Autoriteit Consument & Markt. Daarnaast intensiveren we de controles op het respecteren van de mensenrechten bij de productie van goederen en beboeten we bedrijven die hierbij tekortschieten.
We streven naar het gebruik en bijmenging van duurzame materialen bij producten die verkocht worden in de EU. Dit creëert een markt voor producenten om hun duurzame producten te verkopen in de EU.
Een leefbare aarde is een keuze waar duurzame producten bij horen. De EU is een belangrijke afzetmarkt en daarom verplichten we het gebruik van duurzame grondstoffen in producten. Hierdoor wordt vraag gecreëerd naar groene producten en krijgen bedrijven en investeerders de zekerheid dat hun duurzame producten worden afgenomen.
We hebben heldere, bindende en afrekenbare afspraken nodig voor de financiële sector op het gebied van duurzaamheid, in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs.
Bedrijven in de financiële sector worden verplicht tot het indienen van een klimaatplan, waaruit blijkt wanneer en hoe zij hun bedrijfsvoering in lijn brengen met het Klimaatakkoord van Parijs.
Een groene overheid
We zetten in op groen begroten om de kosten van klimaatverandering mee te nemen in overheidsfinanciën en zo sturing te geven aan de keuzes van onze overheid. Hierbij worden de financiële gevolgen van toekomstige klimaatschade meegewogen bij begrotingskeuzes van ministeries. Zo zal spreiding van de kosten over een langere periode van groene projecten de investeringsdrempel voor de energietransitie verlagen. Dit zorgt voor een rijksbegroting die eerlijker en toekomstbestendig is.
De overheid gaat als toonbeeld om met de nodige transities. Bij alles wat de overheid inkoopt wordt gekeken naar de "R-ladder" om zo de meest duurzame optie te kiezen bij inkoop en aanbestedingen.
Omgevingsdiensten zijn gespecialiseerd in milieuvergunningverlening, toezicht en handhaving. We onderzoeken hoe deze omgevingsdiensten versterkt kunnen worden, zodat zij hun taken goed kunnen uitvoeren. Tijdige toegang tot alle relevante informatie is daarbij een eerste vereiste en wordt door de Rijksoverheid gefaciliteerd en gewaarborgd.