Leve(n) de democratische rechtsstaat

In onze Grondwet staat een artikel waardoor onze rechters nieuwe wetten en verdragen niet aan diezelfde Grondwet mogen toetsen. Artikel 120, om precies te zijn. Volt wil dat Constitutionele toetsing wél mogelijk wordt en wil daarom artikel 120 schrappen.

11 mrt. 2021

Uiteraard omdat het belangrijk is dat wetten en verdragen zich tot die Grondwet verhouden, maar óók omdat die toetsing ons als samenleving - burger én volksvertegenwoordiging - bij de les houdt én doordringt van de waarde van diezelfde Grondwet; één van de belangrijkste pijlers onder onze democratische rechtsstaat. Die rechtsstaat staat niet op zichzelf, maar is verbonden met de democratie en met grondrechten. Deze waarden zijn niet uitwisselbaar, maar vormen gezamenlijk de basis van onze democratische rechtsstaat.

In verschillende lidstaten van de Europese Unie staat de democratische rechtsstaat onder druk of, erger nog, is er met een aantal pijlers onder die rechtsstaat al afgerekend. Onder leiding van Orbán in Hongarije, bijvoorbeeld, worden inwoners geconfronteerd met een regering die vijandig is richting andersdenkenden. NGO’s, de vrije pers; Orbán en zijn vrienden - overigens vrienden die hij met Europees geld bewezen verrijkt - moeten niks van tegenmacht en democratische controle hebben. Net als in Polen, een land waar rechters en advocaten inmiddels opgejaagd worden, kent Hongarije anno 2021 lhbtq-vrije zones; gebieden waar het mensen niet is toegestaan te protesteren voor gelijke rechten voor lhbt’s. Een zeer verontrustende ontwikkeling.

Wat Volt betreft begint de Europese Unie dan ook vandaag nog met sanctioneren. Brusselse subsidieverstrekking is wat ons betreft alleen aan de orde als lidstaten de rechtsstaat beschermen en respecteren. Maar, om dat te realiseren moet er nog wel wat meer gebeuren, zoals beëindiging van het vetorecht. Ook dat is een wens van Volt. Daarnaast wil Volt het Europese Parlement democratiseren. Burgers, overal in Europa, verdienen een volwaardige representatie; een parlement dat, beter dan nu, kan controleren. Een parlement dat initiatiefrecht heeft. En via burgerfora willen wij de Nederlanders én de collega-inwoners in Europa meer inhoudelijke betrokkenheid geven bij belangrijke besluitvorming.

Terug naar eigen land. Ook bij ons is er namelijk reden tot zorg en ligt er dus ruimte voor verbetering. Want hoe graag we misschien anders geloven, ook hier wordt soms met de rechtsstaat gemarchandeerd. In onze politieke arena - en als gevolg in het publieke debat - zijn er stemmen die rechterlijke uitspraken, of de identiteit van de rechter zelf, politiseren. Politiek onwelgevallige uitspraken van rechters worden door sommige politici verdacht gemaakt door die rechters zelf verdacht te maken. Alsof de trias politica niet bestaat. Een gevaarlijke tendens die het aanzien van en daarmee mogelijk dus ook het vertrouwen in onze rechtsstaat ondermijnt.    

Ook de gelijke toegang tot ons recht - nog een belangrijke pijler - is onder druk komen te staan. De sociale advocatuur onderging een forse kaalslag en daarmee wordt mensen die een dure advocaat niet kunnen betalen, de toegang tot het recht bemoeilijkt. Een misstap van jewelste. Volt wil meer geld voor de sociale advocatuur.

De Toeslagenaffaire - de vraag die boven de markt hangt is of we over een paar jaar nog van een ‘affaire’ kunnen spreken - toonde ons hoe honderdduizend mensen vogelvrij werden in een land dat zichzelf graag ‘fatsoenlijk’ noemt. Wat de slachtoffers van deze affaire overkwam, echter, heeft met ‘fatsoen’ weinig van doen. Denk aan etnisch profileren, aan zwart gekalkte WOB-stukken, een overheid die drukker was met verhullen dan met slachtoffers helpen. En voor de duidelijkheid; dit allemaal zonder dat de PVV ooit regeerde, want verder dan gedoogsteun verlenen ging de macht van de PVV niet.

Deze affaire heeft pijnlijk duidelijk gemaakt dat een extra waarborg voor de rechtsstaat en de bescherming van de grondrechten van onze burgers geen overbodige luxe is. De Staat heeft kennelijk niet altijd het beste met haar burgers voor. En daarbij: wat is de toegevoegde waarde van een Grondwet waar individuele burgers geen rechten aan kunnen ontlenen? Ja, rechters kunnen en mogen wetten in formele zin nu toetsen aan het EVRM, het EU-Handvest en andere mensenrechtenverdragen. Maar ook daaruit vloeit een argument voor constitutionele toetsing voort: het verbod van artikel 120 heeft als neveneffect dat onze Grondwet tot een relatief lege huls is verworden. Ook is Nederland vanwege dit verbod een vreemde eend in de bijt in de internationale familie van democratische rechtsstaten. Wij zijn omringd door landen waar grondwettelijke toetsing mogelijk is: België, Duitsland, Frankrijk, maar ook Canada, de VS en zelfs het VK, een land met een ongeschreven Grondwet. Van géén van deze landen kan gezegd worden dat de democratie wordt bedreigd door rechterlijk activisme.

Het zou alles bij elkaar een teken aan de wand moeten zijn en dat is het voor Volt zeker. Een transparante overheid, met daarbij een verbeterde en toegankelijke versie van de Wet openbaarheid Bestuur (Wob) als belangrijk instrument. Kritische NGO’s, zonder dat er met consequenties wordt gedreigd, en een sterke vrije pers. Ook in ons land moeten we wakker blijven. Het is daarom wat Volt betreft de hoogste tijd voor een Constitutioneel Hof; de grondrechten van onze burgers - ál onze burgers - verdienen een betere bescherming. Hiermee kunnen wij ons effectiever weren tegen potentiële Hongaarse toestanden in eigen land. En, niet geheel onbelangrijk: ons collectieve geheugen verdient meer aandacht voor de Grondwet.

Wat een ander overkomt, kan ook ons overkomen. 

 

Nilüfer Gündoğan

Kandidaat Tweede Kamerlid