Het recht om in vrede en veiligheid te leven
De beelden die bij ons binnenkomen via sociale media, kranten en televisie zijn verschrikkelijk. De horror, het verdriet en de angst van Israëlische en Palestijnse burgers, raken je tot in de ziel.
Het recht om in vrede en veiligheid te leven
De beelden die bij ons binnenkomen via sociale media, kranten en televisie zijn verschrikkelijk. De horror, het verdriet en de angst van Israëlische en Palestijnse burgers, raken je tot in de ziel. De berichten uit Israël over ontvoeringen, martelingen, jonge mensen op een muziekfestival die genadeloos werden afgeslacht, benemen ons de adem. De verhalen over Palestijnen in overvolle ziekenhuizen, met gebombardeerde huizen en al veel te lang uitzichtloze levens, zijn hartverscheurend. Het is een overstroming aan dood en verderf, wanhoop en angst.
Als je de terreur van Hamas veroordeelt, praat je de Israëlische bezettingen niet automatisch goed. Als je de schendingen van het internationaal recht van Israël veroordeelt, relativeer je niet automatisch de verschrikkingen die door Hamas zijn aangericht. Onze tranen mogen vloeien voor alle onschuldige slachtoffers van dit conflict, wie ze ook zijn en waar ze ook wonen. Toch zien we dat wat er in de wereld gebeurt een polariserend effect heeft op onze samenleving. Gemeenschappen komen in deze moeilijke tijd tegenover elkaar te staan in plaats van naast elkaar. Er wordt ruimte gegeven aan Jodenhaat en moslimhaat.
Maar oog om oog maakt de wereld blind. De politiek en de samenleving hebben de verantwoordelijkheid om juist nu geen zuurstof te geven aan polarisatie, maar aan dialoog en verbinding. Het gezamenlijke initiatief van het Joodse Volt-Raadslid Itay Garmy en het Islamitische Denk-Raadslid Sheher Khan om ontmoetingen van verschillende gemeenschappen te organiseren in Amsterdam, kan een blauwdruk zijn voor andere gemeenten. Om elkaar te vinden, juist wanneer we afstand van elkaar voelen.
In het verleden heeft de internationale gemeenschap pogingen gedaan om het langlopende conflict op te lossen. Maar de steun en wilskracht is afgenomen, en nu kijken we louter toe hoe het conflict verder escaleert. Dat kunnen we ons niet veroorloven. We moeten in actie komen voor vrede. Sterker nog: de internationale gemeenschap had dat al eerder moeten doen. De eerste vraag die nu met grote urgentie moet worden beantwoord is duidelijk: hoe voorkomen we verdere burgerslachtoffers en escalatie van geweld?
Israëliërs en Palestijnen hebben het absolute recht om in vrede en veiligheid te leven. Er moet voorkomen worden dat de Israëlische regering besluit tot een wraakoefening die voorbij de grenzen van zelfverdediging gaat. Tijdens hun bezoek aan Israël dit weekeinde spraken EU commissievoorzitter Ursula von der Leyen en Europees Parlementsvoorzitter Roberta Metsola hun steun uit aan Israël na de afschuwelijke aanval van Hamas – en dat is goed. Maar zij hadden de Israëlische regering net zo stevig op moeten roepen tot terughoudendheid, de-escalatie, het respect voor mensenrechten en humanitair oorlogsrecht. Zij lieten dit na. Het is dit soort afwachtendheid die de internationale gemeenschap zich niet kan veroorloven.
Er is nu een actieve houding van de internationale gemeenschap nodig. Zeker van Nederland, als gastland van vele instituties voor internationaal recht en vrede. Het bijeenroepen van een spoedvergadering van de Europese Raad door voorzitter Charles Michel, is een goede stap. Volt roept de minister-president op om in die Europese Raadsvergadering voor de volgende punten te pleiten:
Diplomatieke inspanningen voor de-escalatie. De EU moet samen met haar bondgenoten diplomatieke druk op partners van Hamas opvoeren om Hamas te bewegen de ontvoerde Israëliërs zo snel mogelijk vrij te laten en haar raketaanvallen te staken. Ook moet Israël worden opgeroepen om per direct te stoppen met het collectief straffen van de Palestijnen in Gaza. Een grondoffensief dreigt een bloedbad te worden – de EU moet er nu alles aan doen om dat te voorkomen, door Israël te bewegen een grootschalig grondoffensief te staken, het internationaal recht na te leven (o.a. door het stoppen van de blokkade van basisbehoeften zoals water), en internationale waarnemers vanuit de EU of de VN toe te laten om dit te waarborgen. Ten slotte moet diplomatiek contact met andere landen in de regio geïntensiveerd worden om te voorkomen dat het conflict de regio ontvlamt.
Humanitaire hulp. De EU moet extra humanitaire hulp vrijmaken voor Gaza via humanitaire hulporganisaties. Ook moet de EU oproepen om hulpverleners, ziekenhuizen, journalisten en humanitaire- en mensenrechtenorganisaties te beschermen.
VN-vredesmissie. De EU moet de VN-Veiligheidsraad oproepen (bijvoorbeeld via Veiligheidsraadslid Frankrijk) om een VN-vredesmissie op te richten met voldoende mandaat om vrede te bewerkstelligen en te behouden, alsmede ruimte te geven voor humanitaire hulp.
Vredesconferentie. De EU moet via de VN initiatief nemen tot een vredesconferentie om de beoogde tweestatenoplossing realiteit te maken, georganiseerd door de VN zelf of door een land of organisatie met een geschikte positie om duurzame vrede te bewerkstelligen. Alleen zo kan de vicieuze cirkel van conflict en onschuldig leed voorgoed beëindigd worden.
- Laurens Dassen, fractievoorzitter Volt Nederland