Bestrijden van discriminatie, racisme en uitsluiting
Iedereen verdient gelijke kansen, ongeacht je gender, achtergrond, waar je in gelooft of wie je liefhebt. Toch worden mensen nog steeds ongelijk behandeld. Daarom komt er een minister voor Discriminatiebestrijding, Inclusie en Gelijkwaardigheid. Deze minister zorgt ervoor dat wetten, overheidsbeleid en werkplekken eerlijk, veilig en inclusief zijn voor alle mensen in Nederland.
We bestrijden racisme en discriminatie, ook online. Het onderwijs speelt daarin een grote rol. Haatmisdrijven, zowel offline als online, bestraffen we strenger. We zetten ons daarnaast krachtig in voor gendergelijkheid. Geweld en intimidatie tegen vrouwen zien we niet als een privékwestie, maar als een maatschappelijk probleem.
Ons slavernijverleden werkt nog altijd door. We vergroten de kennis over ons koloniale verleden en leggen erkenning, excuses en herstel wettelijk vast. Keti Koti wordt een nationale vrije dag. Samen werken we aan een toekomst waarin iedereen gelijk is.
We willen een minister voor Discriminatiebestrijding, Inclusie en Gelijkwaardigheid, die verantwoordelijk wordt voor gelijkheid in wetten, in het publieke domein en op de werkvloer. Instrumenten zijn het instellen van en toezien op quota, pay gaps, meldpunten in organisaties, training op het werk, in het publieke domein (politie, ambtenaren en rechters) en op scholen.
We financiëren de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme structureel beter, en zorgen dat de positie wettelijk vastgelegd wordt.
Volt steunt het programma van de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB). Nederland moet zich inspannen om een voortrekkersrol op zich te nemen binnen de EU in het bestrijden van complottheorieën (online en offline) en discriminatie en terreur tegen Joden en Joodse organisaties.
Op de lange termijn ziet Volt de werkzaamheden van de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding onderdeel worden van de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme.
Er komt een wettelijke verplichting voor alle Nederlandse gemeenten (inclusief de BES-eilanden) om antidiscriminatiebeleid te voeren, inclusief een periodieke evaluatieplicht van dit beleid. Gemeenten en overheidsinstellingen worden verplicht de discriminatietoets van de Staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme uit te voeren. In navolging van Ierland en het VK wordt een Public Sector Equality Duty ingevoerd.
Volt pleit ervoor dat anti-discriminatievoorzieningen (ADV’s) professioneler worden, zodat discriminatie effectief kan worden aangepakt en preventie een belangrijke onderdeel wordt van de ADV's. Daarom zetten we in op:
voortzetting van de ingezette centralisatie van de meldfunctie, met expliciete borging van publieke taak en transparantie;
een landelijk dekkend netwerk met uniforme kwaliteitsnormen, zonder lokale versnippering of inconsistentie;
behoud van Rijksdoeluitkeringen voor gemeentelijke antidiscriminatieprojecten – geen overheveling naar het Gemeentefonds;
versterking van regionale en lokale ADV’s om preventief beleid, trainingen, educatie en signalering uit te kunnen voeren – in samenwerking met lokale netwerken, scholen, werkgevers en bewoners;
heldere regie vanuit het Rijk, met structurele monitoring, onafhankelijke toetsing en actieve ondersteuning van lokale capaciteit.
Volt wil dat de Raad van de Europese Unie een nieuwe Raadsformatie invoert van ministers, verantwoordelijk voor grondrechten, gelijkheid en inclusie.
Volt roept de regering op tot volledige naleving van het Europees Handvest voor regionale of minderheidstalen, zodat erkende talen als het Fries gelijkwaardige onderwijskansen krijgen op alle niveaus. Structurele aandacht voor deze talen in het onderwijs past bij een rechtvaardige en inclusieve democratie.
Een systeem zonder racisme en discriminatie
Wij zetten ons in voor antiracisme en antidiscriminatie en bestrijden alle vormen van racisme en discriminatie. Overheidsmiddelen mogen niet worden gebruikt voor tradities of uitingen die stereotypen in stand houden. Scholen en organisaties moeten kritisch kijken naar lesmateriaal en activiteiten die (onbewuste) racisme en discriminatie kunnen versterken. We ondersteunen mensen die zich door racisme of discriminatie uitgesloten voelen.
Algoritmen, inclusief daarop gebaseerde kunstmatige intelligentie (AI), mogen niet discrimineren en moeten transparant en herleidbaar zijn. Daarom worden alle algoritmes openbaar gemaakt in het algoritmeregister en vooraf getoetst op mensenrechten en non-discriminatie, zeker bij gebruik in handhaving en toezicht. Bij het ontwikkelen van risicoprofielen binnen algoritmes worden die mensen betrokken die erdoor geraakt kunnen worden. Zo zorgen we voor transparantie, controleerbaarheid en een eerlijke digitale overheid.
We gaan discriminatie door de overheid actief tegen, door ‘eenzijdig overheidshandelen’ onder de Algemene wet gelijke behandeling te scharen. Dit zorgt ervoor dat mensen bij vermoeden van discrimatie door de overheid makkelijker hulp kunnen krijgen van een rechter of ombudsman, en terecht kunnen bij het College voor de Rechten van de Mens.
We gaan discriminatie op de arbeidsmarkt aanpakken en voeren de Wet Toezicht gelijke kansen in bij werving en selectie. Werkgevers worden verplicht transparant te zijn over hun aannamebeleid. Daarnaast wordt er een meldplicht ingesteld voor discriminerende verzoeken aan degene die arbeidsbemiddeling verricht of arbeidskrachten ter beschikking stelt.
We pakken discriminatie op de woningmarkt aan met duidelijke wetgeving, gerichte voorlichting en actieve handhaving. We kiezen voor een stevige, integrale aanpak met transparante selectieprocedures, verplichte controle door gemeenten, structurele mystery-onderzoeken en streng optreden tegen overtredingen. Alleen zo garanderen we gelijke toegang tot de woningmarkt voor iedereen.
Naar Frans voorbeeld voegen we ook ‘sociale status’ toe als discriminatiegrond aan de Algemene wet gelijke behandeling. Volt ziet dit als een duidelijke stap om de cyclus van armoede en sociaal-economische benadeling te doorbreken.
Wij maken discriminatiebestrijding een structureel onderdeel van het onderwijs. Leraren worden goed geschoold in het herkennen van vooroordelen en het voeren van moeilijke gesprekken in de klas. Leerlingen leren over de werking van structureel racisme, institutionele uitsluiting en privileges. De koloniale geschiedenis en het slavernijverleden worden herschreven en verankerd in het geschiedenisonderwijs vanuit een inclusief, niet-Eurocentrisch perspectief.
We pakken discriminatie op basis van religie aan. Volt is om die reden tegen het verbod op het dragen van een hoofddoek of andere religieuze uitingen voor politieagenten en andere mensen die bij de overheid werken.
We zorgen dat iedereen gelijk behandeld wordt in de zorg. Daarom starten we een Taskforce Inclusieve Zorg die institutionele knelpunten blootlegt en werkt aan blijvende verbetering.
We bestraffen discriminatoir gemotiveerde geweldsdelicten zwaarder, ook online, waaronder (intersectionele) hate speech.
Gelijke rechten voor iedereen
De genderloonkloof wordt actief gedicht. We voeren de Wet Gelijke Beloning in, in lijn met de Europese richtlijn ‘Loontransparantie’. Werkgevers moeten aantonen dat er géén sprake is van loondiscriminatie, de bewijslast komt bij de werkgever te liggen. Alle middelgrote tot grote bedrijven en overheidsorganisaties worden verplicht om het genderevenwicht en de loonkloof tussen mannen en vrouwen in hun organisatie openbaar te maken en erover te rapporteren. Daarnaast moeten zij, als er geen sprake is van gendergelijkheid, een gendergelijkheidsplan hebben om voor die gelijkheid te gaan zorgen.
Daarbij wil Volt dat Nederland het verdrag tegen geweld en intimidatie op het werk bekrachtigt.
Er moet extra bescherming zijn voor vrouwen in kwetsbare posities. Bijna de helft van de Nederlandse vrouwen heeft aangegeven na haar 15e levensjaar slachtoffer te zijn geworden van lichamelijk of seksueel geweld. Volt wil dat geweld tegen vrouwen niet gezien wordt als privéprobleem, maar als een maatschappelijk probleem en dat de overdracht van huiselijk geweld na één generatie stopt.
Er komt zo snel mogelijk een wet op draagmoederschap, waarbij draagmoederschap gereguleerd wordt en de overheid de kosten voor (commercieel) draagmoederschap vergoedt. Hierbij is aandacht voor de belangen van wensouders, draagmoeders en het kind.
Er komen duidelijke richtlijnen en regelingen voor rouwverlof na vroeg verlies in de zwangerschap. Ongeveer een op de vijf zwangerschappen eindigt vroeg, maar verlof is nu wettelijk pas mogelijk na 24 weken. Rouwverlof voorkomt dat het verdriet van ouders tot een ziekmelding leidt, het verkleint de kans op angststoornissen en depressie en het biedt duidelijkheid voor zowel werknemers als werkgevers.
Er wordt in Europees en internationaal verband gezocht naar oplossingen om massaspermadonatie te stoppen en anonimiteit van de donor tegen te gaan.
Er komt een gender-balanced kabinet (oftewel: gelijke representatie van mannen en vrouwen) met een betere afspiegeling van de diversiteit in de samenleving.
Het recht om jezelf te zijn
Om de positie van transgender personen, non-binaire personen en mensen met een intersekse-conditie te verbeteren, is Volt voorstander van de zogenoemde Transgenderwet en de optie om een X als geslachtsaanduiding in het paspoort op te nemen.
Juridisch meerouderschap wordt op korte termijn mogelijk, ter bevordering van de rechtspositie van regenbooggezinnen.
De erkenning van transouderschap wordt wettelijk vastgelegd.
Mensen met een X in hun paspoort krijgen dezelfde rechten als andere personen. Zij kunnen dus ook trouwen en als ouder hun kind aangeven bij de gemeente.
Het wordt makkelijker om een aanpassing te doen van de geslachtsregistratie in de geboorteakte. Het wordt mogelijk om een X op te nemen in de geboorteakte.
We passen het Wetboek van Strafrecht aan om groepsbelediging op basis van genderidentiteit strafbaar te stellen, zoals het voorliggende wetsvoorstel. Zo beschermen we ook kwetsbare mensen zoals vrouwen, transgender, intersekse en non-binaire personen beter.
Er wordt een einde gemaakt aan nietnoodzakelijke geslachtcorrigerende operaties bij baby’s met een intersekse conditie, zoals in Portugal en Malta al gedaan is.
Er komt een verbod op conversietherapie (‘homogenezing’) in Nederland én de EU.
Ivf-behandelingen worden vergoed en toegankelijk voor alleenstaande vrouwen en lesbische stellen.
Dakloze lhbtqia+’ers moeten veilig opgevangen kunnen worden op specifieke opvangplekken voor dakloze lhbtqia+’ers.
Toegankelijkheid voor iedereen
We zorgen ervoor dat binnen vijf jaar de nodige wijzigingen in wet- en regelgeving zijn gedaan om te voldoen aan het VN-verdrag Handicap. Per wijziging wordt een ambitieuze en realistische deadline voor de invoer gesteld om zo snel mogelijk te voldoen aan de punten in het VN-verdrag.
Mensen met (een ervaring met) een beperking worden betrokken bij de totstandkoming, uitvoering en evaluatie van beleid dat hen aangaat.
Het is cruciaal dat er genoeg openbare toiletten zijn, zodat ook mensen met blaas- en darmklachten volwaardig aan de maatschappij kunnen meedoen. Volt pleit daarom in navolging van de nationale Toiletalliantie voor een nationaal toiletbeleid. Gemeenten moeten een toiletplan opstellen met informatie over openingstijden, kosten en beschikbaarheid van toiletten. In navolging van landen als Polen komt er een onderzoek naar gratis toiletten langs snelwegen, op stations en in winkelcentra.
Herstel van ons slavernijverleden
We leggen de excuses, erkenning en herstelmaatregelen voor het slavernijverleden wettelijk vast.
Keti Koti, 1 juli, wordt een nationale vrije dag.
De Gouden Koets wordt permanent geplaatst in het Nationaal Slavernijmuseum.
Het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) ontvangt structurele financiering, net zoals het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Deze financiering moet worden ingezet om het NiNsee te steunen om een volwaardig kenniscentrum te kunnen zijn dat kennis verzamelt, beheert en ontwikkelt over de geschiedenis van het trans-Atlantische slavernijverleden en het koloniale verleden.
Daarnaast willen we dat er meer onderzoek en aandacht komt voor het slavernijverleden van Indonesië en de rol van Nederland hierin. Hierover is nog te weinig bekend bij het brede publiek, doordat het jarenlang is gebagatelliseerd.