Een waardengedreven en Europees buitenlandbeleid
De Europese Unie (EU) moet mensenrechten, veiligheid en democratie beschermen, zowel binnen als buiten de EU. Deze waarden staan wereldwijd steeds meer onder druk. Om deze waarden te verdedigen, moet de EU met één krachtige stem spreken. Daarom komt er een gezamenlijk Europees buitenlandbeleid met een Europese minister van Buitenlandse Zaken. Gelijkwaardigheid, mensenrechten en samenwerking vormen daarvoor de basis, zodat vrijheid en veiligheid voor iedereen gegarandeerd zijn.
Zo dragen we verantwoordelijkheid in een wereld waarin, onder andere door Rusland in Oekraïne en door Israël in Gaza, het internationaal recht wordt geschonden. Mensenrechten gelden voor iedereen. De EU moet zich met alles wat ze heeft, inzetten voor het beëindigen van geweld, het voorkomen van onnodig lijden en het stoppen van genocide. Ook Nederland moet verantwoordelijkheid nemen.
Verdedig de internationale rechtsorde
Het internationaal recht moet worden ingezet om mensenrechten en menselijke waardigheid te verdedigen. Die rechtsorde staat wereldwijd onder druk. Nederland speelt hierin, als thuisland van het Internationaal Strafhof, een centrale rol. Het Internationaal Strafhof is een belangrijk orgaan om internationaal recht te beschermen. Nederland moet het goed functioneren van het Strafhof garanderen door medewerkers beter te beschermen tegen (cyber)aanvallen en tegen sancties die worden opgelegd als reactie op hun werk bij het Strafhof. Ook moet het Strafhof zijn afhankelijkheid van niet-Europese soft- en hardware afbouwen.
Om de kans op oorlogen en oorlogsmisdaden in de toekomst te verkleinen, moet Nederland zijn best doen om meer landen te overtuigen het Internationaal Strafhof te erkennen. Deze landen zijn verplicht gezochte oorlogsmisdadigers, zoals Poetin en Netanyahu, bij aankomst op te pakken. Hoe meer landen het Hof erkennen, hoe kleiner de wereld voor zulke misdadigers zal zijn.
In internationaal recht zijn sancties een belangrijk instrument om mensenrechten en menswaardigheid te beschermen. Toch hebben (economische) sancties ook een negatief effect op burgers en de samenleving van een land. Daarom moet de EU adequaat reageren op veranderende omstandigheden. Sancties die ernstige gevolgen hebben voor de burgerbevolking en die economisch herstel van een land in de weg staan, moeten worden afgebouwd als een verandering in de situatie daarom vraagt.
De oorlog in Oekraïne
We helpen Oekraïne op weg naar het lidmaatschap van de EU en de NAVO.
De EU moet werken aan een plan voor de relatie tussen Rusland en de EU na de oorlog. Centraal staan: het zorgen voor en het handhaven van de vrede, het berechten van de mensen die verantwoordelijk zijn voor de oorlog en het helpen bij de wederopbouw.
De EU helpt Oekraïne met geld voor de wederopbouw door gezamenlijk leningen aan te bieden. Zo helpen we Oekraïne samen weer op te bouwen tot een sterk en welvarend land.
De EU gaat op meerdere vlakken beter samenwerken met Oekraïne. Denk hierbij aan het delen van kennis van militaire ontwikkelingen. Oekraïne heeft tijdens de oorlog veel kennis en ervaring opgebouwd over zaken als drones, digitale communicatie, energievoorziening en cyberveiligheid. Door samen te werken en kennis te delen, maken we niet alleen Oekraïne sterker. Ook binnen de EU zorgt dit voor meer veiligheid.
De strenge sancties tegen Rusland blijven van kracht. De EU werkt aan een duidelijke strategie voor een overwinning van Oekraïne, een rechtvaardige en duurzame vrede met veiligheidsgaranties, het EU-lidmaatschap en de wederopbouw.
De 220 miljard euro aan bevroren Russische tegoeden wordt ingezet voor Oekraïne of als onderpand voor leningen voor de Oekraïense defensie.
Bedrijven die sancties ontwijken of zaken doen met Rusland worden aangepakt.
De EU maakt in haar buitenlandbeleid onderscheid tussen de Russische regering en haar bevolking, met oog voor de invloed van staatspropaganda. Verzoening na de oorlog moet plaatsvinden volgens internationaal recht.
De genocide in Palestina
De EU moet zich verzetten tegen iedere schending van het internationaal recht. De genocide in Gaza, het systeem van discriminatie en onderdrukking van de Palestijnen, de illegale Israëlische nederzettingen in Palestina, maar ook de terreur van organisaties zoals Hamas en Hezbollah, staan hierin nu centraal.
Omdat gezamenlijke EU-actie uitblijft, zijn staten onder het Genocideverdrag verplicht om alles in het werk te stellen om een genocide te voorkomen. Het uitblijven van actie op EU-niveau ontslaat landen niet van hun verantwoordelijkheid om nationale maatregelen tegen Israël te treffen. De sterke historische en economische band tussen Nederland en Israël biedt ons meer handelingsperspectief en verantwoordelijkheid om het geweld te stoppen dan in conflicten waarbij deze band met de geweldpleger ontbreekt.
Nederland moet zich daarom inzetten voor een permanent staakt het vuren en het naleven van het internationaal humanitair recht:
Een onmiddellijke opheffing van de algehele land-, zee- en luchtafsluiting van de Gazastrook door Israël.
Onmiddellijke, toereikende en veilige humanitaire hulp in Gaza en het herstellen van UNRWA als noodzakelijke hulpverlener in Gaza.
Vrije toegang van journalisten in Gaza en de bezette Westelijke Jordaanoever.
Bescherming van hulpverleners en journalisten in overeenstemming met het humanitair oorlogsrecht en relevante VN-resoluties.
De vrijlating van alle gegijzelde mensen en het beëindigen van administratieve detentie van Palestijnen zonder eerlijk proces of toegang tot rechtsbijstand.
Nederland zet zich in voor de volgende maatregelen en heft deze pas weer op wanneer Israël zich aantoonbaar aan bovenstaande voorwaarden houdt:
Het opleggen van sancties gericht tegen de regering-Netanyahu en de uitvoering van de arrestatiebevelen van het Internationaal Strafhof tegen premier Netanyahu en oud-minister Gallant.
Onafhankelijk internationaal onderzoek naar mogelijke oorlogsmisdaden onder verantwoordelijkheid van Israël en Palestina, ongeacht de nationaliteit van de dader(s). Daders moeten worden opgespoord en berecht.
Sancties tegen alle individuen of groepen (ongeacht nationaliteit) die door een internationaal erkend gerechtshof schuldig zijn bevonden aan oorlogsmisdaden.
Het opschorten van het associatieverdrag tussen de EU en Israël, op basis van de mensenrechtenclausule in artikel 2 van datzelfde associatieverdrag.
Een streng economisch sanctiepakket tegen Israël.
Een verbod op handel met en investeringen in illegale Israëlische nederzettingen in Palestina.
Een verbod op handel en investeringsrelaties met entiteiten die bijdragen aan de instandhouding van de illegale bezetting van Palestina.
Het opschorten van militaire samenwerking en een volledig embargo op de import en export van wapens en (militaire) technologie. Nederland levert op dit moment geen materieel voor de Iron Dome en brengt met een embargo dus geen mensenlevens in gevaar.
Aansluiting bij de genocidezaak van Zuid-Afrika tegen Israël bij het Internationaal Gerechtshof.
Een oproep aan universiteiten om samenwerking met instellingen die aantoonbaar bijdragen aan of betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen, te bevriezen.
Nederland zet zich in voor een rechtvaardige en vreedzame oplossing op basis van internationaal recht, met als doel een tweestatenoplossing waarin Palestijnen en Israëli’s in veiligheid en met waardigheid kunnen leven:
De onmiddellijke erkenning van Palestina en zo snel mogelijk daarna door de Verenigde Naties geleide verkiezingen in Palestina.
Het door de VS niet langer uitspreken van een veto over het Palestijnse lidmaatschap van de VN in de VN-veiligheidsraad.
De ondersteuning van een democratisch bestuur van Palestina. In dit bestuur is geen ruimte voor Hamas.
De ondersteuning van diplomatieke initiatieven in de regio die bijdragen aan normalisatie en duurzame vrede.
Investeren in een sterke internationale positie
De EU moet een sterke speler zijn die haar waarden en belangen kan beschermen in een wereld waar grootmachten steeds meer inzetten op machtspolitiek en invloedssferen. Dialoog, diplomatie en samenwerking zullen echter voorop blijven staan op weg naar betere veiligheid, democratie en mensenrechten.
Volt wil een Europese minister van Buitenlandse Zaken met een groot mandaat om namens de EU de wereld in te gaan. Nederland zet zich in voor betere samenwerking tussen EU-landen en landen buiten de EU.
Zolang er nog geen volwaardig Europees diplomatiek apparaat is, blijven het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken en onze ambassades belangrijk. Zij moeten genoeg middelen krijgen om hun taken uit te kunnen voeren.
EU-lidstaten bepalen samen hun prioriteiten via een vaste politieke dialoog. Nederland neemt hierin een voortrekkersrol.
De EU is het centrale kader voor het beschermen van onze waarden en belangen, binnen het internationaal recht en binnen organisaties zoals de VN, de Raad van Europa en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).
Volt streeft ernaar dat EU-regels en waarden ook echt worden gehandhaafd - wetten zonder handhaving zijn zinloos.
De EU gebruikt haar economische kracht om hybride dreigingen aan te pakken, onder andere met gerichte sancties.
De EU moet belangrijke producten en technologieën vaker zelf maken. Zo verkleinen we de afhankelijkheid van landen buiten de EU. Waar dat niet lukt, moeten we afhankelijkheid verspreiden of zorgen voor wederzijdse belangen.
We benaderen China als een strategische concurrent én als partner. We werken samen waar China het internationaal recht respecteert en spreken China aan bij schendingen van mensenrechten of EU-belangen.
De EU moet minder afhankelijk worden van zeldzame aardmetalen uit China. Daarom investeren we in duurzame mijnbouw en raffinaderijen zowel in de EU als daarbuiten.
Volt steunt handelsverdragen. Die zijn nodig om risico’s te spreiden. Tegelijk moet de EU zijn eigen economische kracht beter gebruiken om de toegang tot belangrijke grondstoffen en technologieën veilig te stellen. Het handelsbeleid van de EU moet, naast onze economische belangen, ook het klimaat, mensenrechten en de belangen van dieren en de natuur in acht nemen.
Nederland gaat meer handelsmissies organiseren naar landen die aantoonbaar stappen vooruit zetten in de ontwikkeling van hun democratie.
We accepteren geen inmenging van de VS in Groenland. Als de VS druk zetten op Denemarken om Groenland te verkopen, moet de EU samen optreden tegen die druk.
Volt erkent de soevereiniteit van Taiwan en het recht van de Taiwanezen om zelf hun toekomst te bepalen. Nederland handelt al met Taiwan, maar Volt pleit ervoor dat Nederland ook politiek kan samenwerken met Taiwan. Zo kunnen we van elkaar leren hoe we moeten omgaan met dreigingen uit Rusland en China en hoe we samen de democratie in de EU en Azië kunnen versterken.
Internationale samenwerking
Volt kiest voor internationale samenwerking die bijdraagt aan een eerlijke, vreedzame en duurzame wereld. Geen losse hulplijnen, maar een samenhangende aanpak van noodhulp, ontwikkeling en vredesopbouw. We bieden hulp waar nodig, investeren in duurzame ontwikkeling en versterken lokale veerkracht.
We baseren de internationale samenwerking op zes belangrijke uitgangspunten:
Lokale overheden en organisaties bepalen hun eigen doelen. Internationale hulp sluit daarbij aan.
Ontwikkelingsorganisaties stemmen hun plannen beter op elkaar af en werken samen aan gedeelde resultaten.
Eén aanpak voor hulp, ontwikkeling en vredesopbouw. Dat maakt hulp effectiever en duurzamer.
We investeren in blijvende oplossingen, zoals goed bestuur, onderwijs, eerlijke economieën en klimaatrechtvaardigheid.
Bedrijven zorgen voor banen en vernieuwing. Volt stimuleert samenwerking tussen Europese en lokale bedrijven, zolang die samenwerking mensenrechten en brede welvaart ondersteunt.
Mensen vluchten vaak uit gebrek aan perspectief. Door te investeren in werk, onderwijs en stabiliteit in landen van herkomst helpen we mensen lokaal vooruit. Op die manier kan internationale samenwerking gedwongen migratie voorkomen. Bovendien dragen we zo bij aan menselijke waardigheid en aan een rechtvaardig migratiebeleid.
Het EU- en Nederlands ontwikkelingsbudget wordt omgezet in een financieringsmodel gebaseerd gelijkwaardige samenwerking. Landen die aantoonbaar stappen vooruit zetten in hun democratie (bijvoorbeeld op het gebied van rechtsstaat, vrijheid van meningsuiting en persvrijheid) zullen hiervan profiteren. Volt zet lokale experts, ngo’s, banken, investeringsfondsen en bedrijven centraal in buitenlandse betrekkingen. Zo creëren we samenwerking op een gelijkwaardige manier, in plaats van vanuit eenzijdige afhankelijkheid. Extra nadruk wordt gelegd op het financieren van projecten in lokale valuta. Dit in tegenstelling tot de huidige praktijk waarbij financieringen door ontwikkelingsbanken meestal in harde valuta zoals de euro of de dollar worden verschaft, waardoor schulden in geval van een ontwaarding van de lokale valuta onbetaalbaar worden.
Nederland steunt actief het maatschappelijk middenveld in landen buiten de EU. Om dit te doen vergroten we de capaciteit op ambassades zodat vanuit daar mensen in het veld beter ondersteund kunnen worden.
De EU moet Afrika als een gelijkwaardige partner behandelen. Samenwerking moet gericht zijn op door Afrikaanse landen zelf gekozen ontwikkeling, met respect voor hun soevereiniteit en welvaart. De EU helpt daarbij met leningen en investeringen via internationale en lokale ontwikkelingsbanken. Deze investeringen richten zich op het voorkomen van klimaatschade, het bestrijden van armoede en het versterken van democratie in de regio. Het geld gaat alleen naar projecten die financieel rendabel zijn en door de landen zelf worden uitgevoerd. Goede ambassades ter plekke zijn hiervoor belangrijk.
Volt wil dat lage- en middeninkomenslanden meer invloed krijgen in internationale organisaties zoals de World Trade Organization (WTO), de VN en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
De EU moet snel meer humanitaire hulp geven aan de mensen in Soedan en aan Soedanese vluchtelingen. Nederland neemt hierin het voortouw.
Europese bedrijven die opzettelijk verkeerde handelscijfers doorgeven, worden opgespoord en bestraft. Banken krijgen de taak om illegale geldstromen uit ontwikkelingslanden actief op te sporen onder de anti-witwasregels.
Nederland schrapt belastingvoordelen voor bedrijven in verdragen met lage- en middeninkomenslanden. Nieuwe belastingverdragen worden voortaan op EU-niveau gesloten om oneerlijke belastingconcurrentie tussen EU-landen te voorkomen.