Standpunten / Ga voor Europa in een veilige wereld

Aanpak van (grensoverstijgende) criminaliteit

Iedereen moet zich veilig voelen, thuis, online en op straat. Toch nemen georganiseerde misdaad, drugscriminaliteit, extremisme, cyberaanvallen en geweld tegen vrouwen toe. Tegelijkertijd loopt de werkdruk bij de politie op, waardoor het steeds lastiger wordt om deze dreigingen goed aan te pakken.

We investeren in weerbaarheid en bewustwording bij mensen, bedrijven en overheden. De politie krijgt betere opleidingen en we verlagen de werkdruk. De politie komt dichter bij burgers te staan, offline én online. We bouwen aan digitale veiligheid met investeringen in cyberweerbaarheid, ethisch hacken en minder afhankelijkheid van grote techbedrijven. En omdat dreigingen niet stoppen bij de grens, werken we nauwer samen met andere landen. Dit doen we onder andere door betere samenwerking tussen hulpdiensten in grensregio’s. Zo versterken we onze samenleving als geheel en leggen we een stevige basis voor het bestrijden van criminaliteit en geweld.

Aanpak van femicide

  • Femicide is de meest extreme vorm van structureel geweld tegen vrouwen en vraagt om daadkrachtig en samenhangend beleid. Volt zet structureel in op de preventie van (ex-)partnergeweld en bescherming van (potentiële) slachtoffers, met een integrale aanpak als uitgangspunt. 

    • Daarom pleiten wij voor vroegtijdige signalering en interventie door een betere samenwerking tussen politie, hulpverlening, gemeenten en justitie. 

    • We voeren landelijk het High Risk Team-model in, waarbij risico’s op (dodelijk) geweld tijdig worden gesignaleerd en betrokken instanties gezamenlijk optreden. 

    • Er komt een structurele financiering van opvang en nazorg, zodat vrouwen veilig kunnen vluchten en zelfstandig een nieuw leven kunnen opbouwen. 

    • Er komen ook bewustwordingscampagnes en educatie over relationeel geweld, genderrollen en gelijkwaardigheid.

    • Ook richten we een crisishulplijn op om femicide te voorkomen. Via het landelijke crisisnummer 116 word je geholpen door specialisten, op momenten dat je echt in gevaar bent en hulp nodig hebt om in veiligheid te komen.

Een veilige samenleving

  • We pakken, naar voorbeeld van de Italiaanse maffiawetgeving, ondermijnende criminaliteit aan in de kern: de geldstromen stoppen. Volt wil wet- en regelgeving waarin antiwitwasbevoegdheden worden uitgebreid, waarin er meer mogelijkheden zijn voor inbeslagname en waarin duidelijke afspraken staan over gegevensdeling tussen instanties die ondermijnende criminaliteit aanpakken. 

  • We herzien het huidige drugsbeleid. Gezondheid en veiligheid van mensen komen centraal te staan. Drugsbeleid moet niet worden gedreven door een moreel (voor)oordeel, maar door feiten en onderzoek. Keer op keer blijkt dat verbieden niet werkt; de vraag verdwijnt daardoor niet. Met legaliseren en reguleren zijn wel goede ervaringen. Volt wil daarom nader onderzoeken of en, zo ja, hoe we bepaalde drugs, zoals mdma (xtc) en lsd, kunnen legaliseren en reguleren. We willen onderzoek zoals gedaan bij de ‘xtc winkel’ in Utrecht verder uitrollen. Ook willen we gecontroleerde decriminalisering van specifieke drugs, naar Portugees voorbeeld. Voor nieuwe drugs hanteren we het quarantainemodel (invoeren van een Lijst 0). 

  • Digitalisering biedt kansen, maar verkeerde inzet bedreigt ook de veiligheid, bijvoorbeeld door illegale inzet van grootschalige real-time gezichtsherkenning of sleepnetten. Volt wil een verplichte mensenrechtentoets bij nieuwe (en bestaande) wetgeving in het veiligheidsdomein. Hierin toetsen we of de voorgestelde maatregelen voldoen aan de minimumeisen voor de bescherming van fundamentele rechten en vrijheden van inwoners. 

  • Er komt een verbod op etnisch profileren. Etniciteit en nationaliteit als indicator in geautomatiseerde risicoprofielen en selectiebeslissingen mogen geen onderdeel zijn van onze wetshandhaving. 

  • We leggen online-intimidatie aan banden. Mensen met een publieke stem (zoals wetenschappers, columnisten, kunstenaars en politici) moeten vrijuit kunnen spreken, ook in de digitale wereld. De grens van het vrije woord is volgens de wet intimidatie en bedreiging, daarop moet ook online worden gehandhaafd. Bij de Landelijke Eenheid Expertise en Operaties van de politie moet een team worden ingericht dat zich specialiseert in het aanpakken van online-intimidatie.

  • De huidige Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (de WIV-2017) wordt zo snel mogelijk herzien. De wet is niet toekomstbestendig. Door snelle ontwikkeling van nieuwe technologieën en bedreigingen is een herziening essentieel. Daarin moeten de rechten van inwoners niet ondergeschikt gemaakt worden aan veiligheid. Bij de herziening moet toezicht voor, tijdens en ná handelingen van de inlichtingendiensten centraal staan.

Politie klaar voor de toekomst

  • We zetten de politiecapaciteit slimmer en doelmatiger in. De kerntaken van de politie zijn ordehandhaving en het verlenen van hulp. Nu is de politie te gefixeerd op specifieke problemen als georganiseerde misdaad en ondermijning, waardoor er te weinig aandacht is voor de kerntaken. Terwijl juist die kerntaken geworteld zijn in lokale gemeenschappen. Burgemeesters moeten meer zeggenschap krijgen over de politie-inzet, om beter te kunnen reageren op lokale problemen. Als de politie zich hier weer op richt, dan kunnen burgemeesters minder leunen op boa's om lokale veiligheid te garanderen.

  • We moeten investeren in de politiemacht zodat de politie dichter bij mensen staat, zowel fysiek als online. Daarbij zijn goede zorg en middelen voor medewerkers van de politie essentieel en staat interne veiligheid voorop. Wij zorgen goed voor onze politiemensen, zodat zij voor de samenleving kunnen zorgen.

  • De huidige politieopleiding sluit niet aan bij de ingewikkelde en onvoorspelbare aard van het politiewerk. In een complexe samenleving moet de politie niet alleen goed opgeleid worden, maar ook open staan voor ontwikkelingen. Hoger politieonderwijs (NLQF/EQF 6) heeft in Noorwegen, Finland en Duitsland al laten zien dat een dergelijke werkwijze goed functioneert. We kiezen voor een politie die dichter bij de burger staat en ethisch, modern en professioneel werkt, in plaats van simpelweg in te zetten op meer blauw op straat. Wij zetten ons in voor een transitie naar hoger politieonderwijs (NLQF/EQF 6), met een vloeiende overgang om de politieorganisatie en -cultuur op de toekomst voor te bereiden.

  • We investeren in kleinschalige detentieopvang, alternatieve straffen en maatregelen die de rechten van gedetineerden respecteren en hun kans op succesvolle reïntegratie in de samenleving vergroten, zoals bijvoorbeeld in Noorwegen. Dit doen we door een grotere focus op onderwijs, op het vinden van werk na detentie en op het versterken van sociale weerbaarheid. 

  • We pakken geweld tegen hulpverleners op verschillende manieren aan. We hebben aandacht voor beroepsziekten als PTSS en doorbreken het taboe om hierover te spreken. We verlichten de werkdruk voor hulpverleners waaronder politie-, brandweer- en ambulancezorg door de toekenning van meer middelen en capaciteit. Zo wordt de druk op het personeel verlaagd. Ook zetten we in op het berechten en zwaarder straffen van plegers van geweldsdelicten tegen hulpverleners. 

  • De spanning rondom voetbalwedstrijden loopt steeds vaker op, en vraagt steeds meer (schaarse) politie-inzet. Clubs moeten gestimuleerd worden om het voetbalgeweld zelf tegen te gaan, en moeten hier hun verantwoordelijkheid meer pakken. Wij pleiten voor proeven met wedstrijden eerder op de dag en een beperking van eigen vervoersmogelijkheden voor uitsupporters bij profclubs om confrontaties te voorkomen. Hierdoor kan er tijd, geld en ruimte bij de politie vrijgemaakt worden voor andere problemen.

Internationale samenwerking tussen hulpdiensten en OM

  • We versterken de internationale politiesamenwerking voor de bestrijding van criminaliteit. Internationale politiesamenwerking moet zich focussen op operationele behoeftes, waarbij mensenrechten en bescherming van persoonsgegevens nooit uit het oog verloren mogen worden. We omarmen de Prüm II verordening, waarin informatie-uitwisseling voor politiesamenwerking wordt verbeterd en versneld. Volt zet zich in op strikte regulering volgens Europese normen wanneer er persoonsgegevens gedeeld worden.

  • Door het Benelux politieverdrag kunnen politieagenten in de Nederlands-Belgische grensregio beter met elkaar samenwerken. Gegevens kunnen makkelijker worden uitgewisseld en achtervolgingen hoeven niet meer op te houden bij de grens. Volt wil een EU-breed samenwerkingsverdrag tussen hulpdiensten. Daarbij wordt ondertussen ingezet op het toevoegen van Duitsland aan het huidige politieverdrag.

  • We moeten ervoor zorgen dat Nederlandse hulpdiensten direct en gemakkelijk kunnen communiceren met elkaar en met hun internationale collega's. Bij de vernieuwing van communicatiesystemen zet Volt in op het gebruik van Europese standaarden. We waarborgen de technische mogelijkheid om effectief samen te werken en informatie uit te wisselen tussen hulpdiensten in de grensregio's.

  • Volt wil dat Nederland zich inzet voor een uitbreiding van de bevoegdheden en het werkterrein van het Europees Openbaar Ministerie (EOM). Volt wil een verplichting voor lidstaten om deel te nemen aan het EOM. 

  • We breiden het mandaat van Europol uit tot een ‘Europese FBI’ met eigenstandige operationele bevoegdheden. Opsporingsdiensten kunnen daardoor veel sneller en effectiever optreden, zowel in het fysieke als in het digitale domein. 

  • Nederland zal zich in de EU inzetten voor een grondige en feitelijke evaluatie van het Europese veiligheidsbeleid in de afgelopen twintig jaar. 

Cyberweerbaarheid en digitale veiligheid

  • Volt pleit voor solide cyberweerbaarheid en digitale veiligheid. Dat is immers essentieel voor een innovatieve, digitale en rechtvaardige samenleving. Nederland digitaliseert razendsnel, maar onze cyberweerbaarheid blijft achter. Cyberdreigingen nemen toe en AI versnelt de verspreiding van desinformatie. Ondertussen ontbreekt in Nederland belangrijke wetgeving. De Network and Information Security Directive 2 (NIS2) is sinds 16 januari 2023 van kracht en had vóór 17 oktober 2024 vertaald moeten zijn naar Nederlandse wetgeving. Dit is niet gebeurd. Volt wil innovatie stimuleren zonder veiligheid op te offeren. We bouwen een digitaal Nederland dat zowel vooruitstrevend als weerbaar is. 

  • We zorgen voor een versnelde implementatie van de NIS2-richtlijn. Nederland moet binnen zes maanden concrete wetgeving hebben die organisaties in kritieke sectoren verplicht tot adequate cyberveiligheidsmaatregelen, naar het succesvolle model van de Digital Operational Resilience Act (DORA) in de financiële sector.

  • We moeten gebruik maken van de implementatierichtlijnen van de European Union Agency for Cybersecurity (ENISA). Daarbij maken we onder andere gebruik van het ENISA Threat Landscape 2024 waarin zeven primaire cybersecuritydreigingen zijn geïdentificeerd en we maken gebruik van de technische implementatierichtlijnen. Ook om te voorkomen dat consultancy bedrijven commercieel misbruik kunnen maken van de regulering.

  • Vanuit Nederland werken we actief mee aan een federatieve Europese cloud (een samenwerking tussen verschillende cloud-bedrijven uit de EU) waardoor mensen en bedrijven hun digitale gegevens veilig opslaan. Zo dragen we bij aan projecten voor cloud-soevereiniteit van de Europese Commissie en zijn gebruikers niet afhankelijk van een groot IT-bedrijf.

  • Nederland moet AI-regulering invoeren voor de bescherming van onze democratische waarden. Er komen verplichte labels voor AI-gegenereerde content en real-time detectiesystemen voor deepfakes, zodat burgers onderscheid kunnen maken tussen authentieke en kunstmatig gegenereerde informatie.

  • We geven het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) handhavingsbevoegdheden en directe sanctiemogelijkheden. Daarmee kan het NCSC organisaties die cyberveiligheidsstandaarden negeren, aanpakken. Daarnaast investeren we in het NCSC, zodat zij voldoende middelen heeft om zich te richten op de fysieke vitale infrastructuur en zij de middenstand kan ondersteunen. De middenstand is relatief vaak het slachtoffer van cyberhacks en heeft noch de middelen noch de kennis om zich te verweren.

  • Digitale geletterdheid is een basisvaardigheid. We verplichten onderwijs in cybervaardigheden op alle onderwijsniveaus. Daarnaast organiseren we jaarlijks bewustwordingscampagnes voor burgers, zodat iedereen weerbaar is tegen digitale manipulatie.

  • Digitale dreigingen kennen geen grenzen. De EU moet daarom hybride dreigingen gezamenlijk aanpakken. Daarom wil Volt binnen het Hybrid Centre of Excellence in Helsinki intensiever samenwerken. We zetten ons in voor gedeelde cyberverdediging in de EU en een gezamenlijk antwoord op grensoverstijgende cyberaanvallen. Zo kan de EU desinformatie, cyberaanvallen en buitenlandse inmenging effectiever en efficiënter bestrijden.

  • We maken cyberveiligheidsregels die innovatie stimuleren, met ‘regulatory sandboxes’ voor start-ups en snelle goedkeuringsprocedures voor veilige nieuwe technologieën.

  • We investeren een deel van de verhoging van de NAVO-begroting in de ontwikkeling van de digitale infrastructuur binnen de EU. Dit speelt immers een sleutelrol in de strategische autonomie van de EU en in de verdediging tegen cyber- en hybride dreigingen.

  • We moeten concentratierisico's beheersen. We verplichten diversificatie van kritieke IT-leveranciers en cloud-diensten voor overheden en essentiële sectoren. Deze mogen met maximaal 40% afhankelijk zijn van één leverancier en moeten verplichte exitstrategieën en Software as a Service (SaaS) escrow hebben. Zo voorkomen we situaties van een te grote afhankelijkheid van één leverancier (‘vendor lock-in’). Op die manier wordt de dienstverlening voor inwoners van Nederland en de EU gewaarborgd.

  • Voor Volt is het afzwakken van end-to-end-encryptie onaanvaardbaar omdat het dan schijnveiligheid wordt. Online communicatie blijft beschermd tegen ongewenste toegang.

  • Bedrijven en kennisinstellingen met kostbare technische informatie krijgen ondersteuning bij het versterken van hun cybersecurity. Daarnaast moeten organisaties en het midden- en kleinbedrijf op een veilige en vertrouwelijke manier informatie over kwetsbaarheden kunnen delen. Aanbieders van essentiële diensten krijgen extra bescherming tegen cyberaanvallen.

  • Gemeenten krijgen duidelijke richtlijnen, extra steun en geld om zich voor te bereiden op cyberaanvallen, verstoringen van vitale infrastructuur en de mentale gevolgen van crises.

  • Volt wil ethisch hacken verder aanmoedigen. We leggen daarom naar Belgisch voorbeeld het recht op ongevraagd ethisch hacken wettelijk vast. Nederland heeft een bloeiende cultuur van mensen die het internet veiliger maken door technisch onderzoek. Deze mensen krijgen juridische bescherming. Alle maatschappelijke organisaties die belangrijk zijn voor de samenleving moeten snel en positief reageren wanneer een ethisch hacker een digitaal probleem vindt en meldt. Na een afgesproken tijd mag de hacker het gevonden probleem breed bekend maken, in overleg met het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). Dit sluit aan bij DORA's Threat-Led Penetration Testing (TLPT) voor financiële instellingen.

  • Transparantie en democratische controle zijn belangrijke uitgangspunten. We verplichten publieke rapportage over cyberdreigingen en overheidsmaatregelen. Daarnaast voeren we een parlementaire controle uit bij alle cyberveiligheidsoperaties om het vertrouwen te waarborgen.

  • We implementeren een centrale aanpak die ervoor zorgt dat de overheid (en met name de kritieke infrastructuur) uiterlijk in 2028 ‘kwantumbestendig’ is. Codes die met de huidige technologie waterdicht zijn versleuteld, kunnen namelijk eenvoudig gekraakt worden door kwantumcomputers. Daarbij moeten de overheid en het bedrijfsleven samenwerken om tot een hogere cryptowendbaarheid te komen. 

  • Volt wil dat Nederland niet instemt met de invoering van de Europese Chat control-wet.

De 5 + 1 uitdagingen in Europa volgens Volt

Volt heeft 5+1 fundamentele uitdagingen gedefinieerd die in elk Europees land en in heel Europa moeten worden aangepakt.

De 5 uitdagingen zijn in principe hetzelfde voor elk land, maar de implementatie kan worden aangepast aan de nationale context en rekening houden met lokale realiteiten. De +1 uitdaging - ons voorstel om de EU te hervormen en te versterken - is identiek in alle landen.

Meer weten?

Lees hier onze verkiezingsprogramma’s.
  • 01

    Slimme overheid

    Onderwijs en digitalisering zijn sleutelelementen van de 21e eeuw.

  • 02

    Economische renaissance

    De Europese economieën moeten de motor van de vooruitgang van de samenleving zijn.

  • 03

    Sociale gelijkheid

    Iedereen in Europa moet verzekerd zijn van gelijke rechten en kansen.

  • 04

    Wereldwijde balans

    Europa moet verantwoordelijkheid nemen voor zijn rol in mondiale uitdagingen.

  • 05

    Kracht bij de burger

    Mensen moeten in staat worden gesteld invloed uit te oefenen op de politiek voorbij de verkiezingen.

  • +1

    EU-hervorming

    Wij houden van de EU - maar er is altijd ruimte voor verbetering