Lokale en regionale democratie
Inwoners, gemeenten en regio’s spelen een grote rol bij het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen. Zij krijgen nu te weinig middelen, kennis en zeggenschap hiervoor. Daarom geven we gemeenten niet alleen taken, maar ook de bijbehorende middelen om die goed uit te voeren. We versterken de democratie en zorgen dat grensregio’s, overheden en gemeenschappen nauwer samenwerken.
Inwoners die via één van de duizenden initiatieven werken aan een betere samenleving verdienen waardering en steun. We zorgen dat gemeenten op een gelijkwaardige wijze samenwerken met deze initiatiefnemers. Zo bouwen we aan een toegankelijk en democratisch lokaal bestuur.
Volt ondersteunt uitbreiding van het aantal experimenten tussen gemeenten en bewonersinitiatieven. Volt investeert in de noodzakelijke competentieontwikkeling binnen gemeenten opdat gemeenten op basis van gelijkwaardigheid met bewonersinitiatieven kunnen samenwerken. Hierdoor voorkomen we dat gemeentelijk beleid botst met bewonersinitiatieven die een waardevolle bijdrage leveren aan de samenleving. Op deze manier zorgen we er tevens voor dat bewonersinitiatieven en gemeenten elkaar gaan versterken.
We gaan grootschalig experimenteren met burgerbudgetten op (groot)stedelijk, regionaal en lokaal niveau, naar Antwerps of Parijs voorbeeld. We geven inwoners daarmee directe zeggenschap over de besteding van publiek geld ter verbetering van hun leefomgeving, zoals op het gebied van milieu of armoedebestrijding.
We stimuleren meer gemeentelijke loketten waar mensen die minder digitaal vaardig zijn aan kunnen kloppen voor hulp op het gebied van financiële bijstand, zorg of andere zaken.
We zorgen voor een stevig financieel fundament voor gemeenten. Het Rijk stelt de gemeenten geen grote tekorten meer in het vooruitzicht, maar stelt hen juist structureel in staat om een begroting te maken waarmee ze niet alleen hun wettelijke taken kunnen uitvoeren, maar als volwaardige medeoverheid ook eigen keuzes kunnen maken.
We willen dat inwoners van een gemeente veel meer te zeggen krijgen over zaken die hen direct aangaan. Een belangrijke stap daarvoor is dat ze de kans krijgen om hun eigen burgemeester te kiezen.
Door decentralisatie en de uitstroom van specialistische ambtenaren, komt de kennis en kunde bij kleinere gemeenten steeds verder onder druk te staan. Specialistische expertise moet ook lokaal beschikbaar blijven. Daarom geven we provincies de benodigde middelen om als expertisecentra te fungeren, met pools van deskundigen ter ondersteuning van gemeenten. Zo versterken we de lokale slagkracht en verminderen we de afhankelijkheid van externe adviesbureaus.
Versterken positie gemeenteraad
Gemeenteraden hebben moeite met het vinden én vasthouden van raadsleden. De uitval van raadsleden en wethouders is een steeds groter wordend probleem. Een van de hoofdoorzaken is de hoge werkdruk. Raadslid zijn is een parttime functie, dus raadsleden hebben daarnaast vaak nog een baan. Ook hebben raadsleden tijd nodig voor familie, vrienden of ontspanning. Bovendien zorgt deze werkdruk bij bepaalde groepen voor een hogere drempel om gemeenteraadslid of wethouder te worden. Denk hierbij aan (alleenstaande) ouders, jongeren of financieel kwetsbare groepen. Hierdoor is de gemeenteraad geen goede afspiegeling van de samenleving. Door de Gemeentewet op een aantal gebieden aan te passen, wil Volt raadsleden en wethouders beschermen tegen een burn-out en hen de ruimte geven om te kunnen floreren in de lokale politiek.
We geven raadsleden de mogelijkheid om fulltime te werken. Zo kunnen zij zich volledig focussen op hun werk en creëren we een lagere drempel om je verkiesbaar te stellen. Andere grote steden in de EU, zoals Berlijn en Madrid, hebben al fulltime raadsleden.
We zorgen dat grotere steden een grotere gemeenteraad krijgen door de indeling van gemeenten in inwonersklassen uit te breiden naar een bovengrens van 500.000 inwoners in plaats van 200.000. Hierdoor krijgen gemeenten met meer dan 200.000 zetels meer raadsleden dan het huidige aantal van 45. Tussen de 200.000 en 500.000 inwoners komen er extra inwonersklassen. Ook wordt het maximum aantal wethouders opgehoogd, gerelateerd aan het maximum aantal raadsleden.
Door meer geld te alloceren voor gemeenteraden, zorgen we dat er meer ondersteuning voor fractiemedewerkers of externe hulp komt. Partijen met kleine fracties moeten debatten of hele onderwerpen aan zich voorbij laten gaan omdat ze er simpelweg de handjes niet voor hebben. Volt vindt dat ondemocratisch. De kiezer verdient het dat ’zijn’ partij volwaardig mee kan draaien in ons democratisch proces.
Bij professionalisering en meer geld hoort ook een bepaalde mate van aanwezigheid en participatie als raadslid. We stellen regels op voor “spookraadsleden”, zoals het inkorten van de vergoeding van raadsleden die zonder geldige reden frequent of langdurig afwezig zijn. Dit wordt een raadsbevoegdheid waardoor de raad zichzelf controleert.
De budgetten voor fracties worden jaarlijks geïndexeerd conform de inflatie zoals dat bij veel salarissen binnen de overheid ook het geval is. Op die manier kunnen fracties de salarissen van hun fractiemedewerkers ook jaarlijks indexeren.
We steunen kleinere partijen door toe te staan dat iedere partij één raadslid of fractievertegenwoordiger per commissie mag hebben. Ook gaan we fractievertegenwoordigers beter betalen voor hun werk en hun ondersteuning aan de fractie. Partijen die evenveel raadsleden hebben als commissies, mogen geen fractievertegenwoordigers aandragen voor de commissies.
Sterke (grens)regio’s
Beleidsvoorstellen van het Rijk krijgen een volwaardige en formeel vastgelegde regio-effectentoets. Daarmee wordt vooraf in kaart gebracht wat de gevolgen van het beleid zijn voor verschillende regio’s. Zo voorkomen we dat Rijksbeleid ongelijkheid tussen regio’s vergroot.
De aanbevelingen voor het vergroten van brede welvaart in de regio's uit het advies 'Elke regio telt' zullen als uitgangspunt dienen voor een herijking en herziening van rijksbeleid. Het structureel versterken van de regio's op de lange termijn staat hierbij centraal. De Rijksoverheid werkt actief samen met lokale en regionale partners om dit te bereiken. Voor de grensregio's zal die samenwerking grensoverstijgend zijn. Volt pleit ervoor dat het Rijk een faciliterende rol voor die samenwerking speelt.
We geloven in krachtige grensregio’s. Een groot aantal inwoners van de EU woont, werkt en studeert in grensregio’s. Volt wil de grensoverstijgende samenwerking bevorderen. De Rijksoverheid moet daarin een faciliterende rol spelen, bijvoorbeeld door het delen en verspreiden van kennis en expertise, maar ook door het versterken van het EU-mechanisme voor grensoverstijgende samenwerking. Wet- en regelgeving die grensoverstijgende samenwerking in de weg zit, moet worden geïdentificeerd en het moet makkelijker worden om in concrete gevallen maatwerk toe te passen. Daarnaast willen we dat grensoverstijgende samenwerking ook structureel wordt verankerd. Daarom investeren we in duurzame, permanente samenwerkingsstructuren - zoals de Euregio’s - met een eigen capaciteit en eigen middelen.
We hervormen de EU-subsidies uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en gaan aan de slag met het juridische instrument voor grensoverstijgende samenwerking. De provincie Limburg loopt hierin voorop en is wat Volt betreft een voorbeeld voor andere grensregio's.
We verkennen bovendien, in samenwerking met Duitsland en België, de opties voor het mogelijk maken van grensoverstijgende burgerberaden in de grensregio’s.
Volt zet het verenigingsleven weer op een voetstuk. Een levendige democratie begint bij een levendig verenigingsleven. In zo'n vereniging leer je om verantwoordelijkheid te dragen voor een gemeenschap zonder dat je daarvoor betaald krijgt. Bij een vereniging nemen leden samen besluiten, leer je over macht en de waarde van vrijwilligerswerk.