Standpunten / Ga voor een goede basis

Toekomstgericht onderwijs

Gelijke kansen beginnen in de klas. Ieder kind moet zich kunnen ontwikkelen, ongeacht inkomen, afkomst of woonplaats. Maar niet iedereen start met dezelfde kansen. Toegang tot onderwijs en kinderopvang verschilt nog te vaak per regio of gezinssituatie. Ook sluit het onderwijs niet altijd aan op de vaardigheden die in de toekomst nodig zijn.

We investeren in kinderopvang, scholen en opleidingen die toegankelijk zijn voor iedereen. Onderwijs moet persoonlijke groei stimuleren, ongelijkheid verkleinen en de volgende generatie voorbereiden op een snel veranderende wereld. Meer aandacht voor digitale vaardigheden en kunstmatige intelligentie (AI) helpt daarbij. Daarnaast versterken we in de Europese Unie (EU) de samenwerking in het onderwijs en de wetenschap, zodat werken, innoveren en studeren over de grens makkelijker wordt.

We maken studeren voor iedereen mogelijk. Studenten krijgen weer zekerheid en ruimte om zich te ontwikkelen. We verhogen de basisbeurs, zorgen voor een verplichte stagevergoeding en zetten ons in voor compensatie van de pechgeneratie. Daarnaast maken we opleidingen in sectoren met grote tekorten beter toegankelijk.

Kinderopvang beschikbaar voor iedereen

  • We willen dat onderwijs, voorscholen en kinderopvang samengaan in ontwikkelplekken voor kinderen vanaf twee jaar voor minimaal drie dagen in de week. Op deze plekken is er gedurende de dag voor alle kinderen (ongeacht of hun ouders werken) aandacht voor de ontwikkeling van sociale, emotionele en intellectuele vaardigheden, sport, spel, creativiteit, persoonlijke leerbehoeften en een gezonde leefstijl. 

  • We willen dat het mogelijk wordt dat de kinderopvang voor alle kinderen, ongeacht de werksituatie van de ouders, gratis wordt voor drie dagen per week. Waarbij Volt de optie openhoudt om een inkomensafhankelijke ouderbijdrage te vragen aan ouders met een hoog inkomen (bijvoorbeeld een gezamenlijk inkomen boven de 100.000 euro), om de financiële haalbaarheid daarmee te vergroten.

  • Om de stap naar gratis kinderopvang te ondersteunen, pleit Volt ervoor om de gezamenlijke verlofregelingen voor ouders te verruimen. Hierdoor hebben ouders de keuze tussen zelf langer thuis te blijven en dus voor de opvang van hun kinderen te zorgen en kinderopvang.

  • De administratiedruk in de kinderopvang moet omlaag. Dit bereiken we door in te zetten op slimme digitale middelen en door uit te gaan van vertrouwen in plaats van wantrouwen.

Kansrijk primair en middelbaar onderwijs

  • Volt wil passend onderwijs voor ieder individu, waarbij de ontplooiing van karakter, talent en mentale capaciteit van elk kind het uitgangspunt moet zijn. Het kind komt centraal te staan in ons onderwijsmodel, waarbij we inzetten op een inclusieve en stimulerende omgeving voor iedereen.

  • We verhogen de kwaliteit van het primair en middelbaar onderwijs door structureel te investeren in kleinere klassen en meer onderwijsondersteuners. We beginnen op scholen in kansarme wijken waar de onderwijsdruk het hoogst is. Daarbij zetten we in op extra opleidingsplaatsen voor onderwijsassistenten en een verruiming van zij-instroomtrajecten, zodat er voldoende handen in de klas beschikbaar komen. Ook ondersteunen we het maken van regionale samenwerkingsafspraken tussen schoolbesturen, gemeenten en lerarenopleidingen over de spreiding van personeel, stageplaatsen en werkdrukverlichting.

  • We pleiten ervoor het recht op inclusieve educatie voor kinderen met een beperking effectief te implementeren, waarbij we inzetten op de toegankelijkheid van bestaande schoolgebouwen. Wij zetten in op voldoende begeleiding op scholen van kinderen met verschillende beperkingen en het vermijden van stigma’s bij kinderen met een beperking.

  • Volt gaat de overgang van basis naar voortgezet onderwijs eerlijker en kindgerichter maken. Centrale toetsen dragen bij aan kansengelijkheid door als objectieve check het schooladvies te versterken of bij te stellen. Tegelijkertijd mag de toets niet zwaarder wegen dan de bredere ontwikkeling van het kind. Volt pleit daarom voor een breder adviesproces, gebaseerd op de leerontwikkeling die leraren door de jaren heen waarnemen, in combinatie met doorstroomgesprekken met ouders en leerlingen. Volt stimuleert de ontwikkeling van alternatieve toetsvormen, zoals kleinschalige, diagnostische toetsen die gericht zijn op ondersteuning in plaats van selectie. Scholen krijgen hierbij inhoudelijke en professionele begeleiding om deze toetsen op een eerlijke en stressvrije manier te integreren in hun schooladvies. 

  • We kiezen ook voor een later selectiemoment in het funderend onderwijs door in te zetten op brede brugklassen.

  • Volt investeert in gezonde en klimaatneutrale onderwijshuisvesting in het primair en voortgezet onderwijs.

  • We verkennen het opzetten van ontwikkel- en leergemeenschappen waar instanties voor onderwijs, opvang, zorg, cultuur en sport samenwerken. Deze gemeenschappen bieden kinderen een veilige en stimulerende omgeving waarin ze zich stap voor stap kunnen ontwikkelen – vanaf jonge leeftijd tot en met de overstap naar het voortgezet onderwijs.

Vertrouwen in onze leerkrachten

  • Volt zet zich in voor het beter laten aansluiten van de lerarenopleidingen op de praktijk. Veel startende leraren ervaren een ‘praktijkschok’ omdat de opleiding nog te veel focust op theorie en te weinig op wat er in de klas speelt. Volt pleit daarom voor meer praktijkgericht onderwijs vanaf het begin van de opleiding, voor betere begeleiding tijdens stages en structurele aandacht voor thema’s als kansengelijkheid, meertaligheid en digitale geletterdheid.

  • Volt wil de wettelijk verankerde ‘Lerarentoets’ daadwerkelijk implementeren en versterken, zodat de beroepsgroep structureel geraadpleegd wordt bij beleidswijzigingen. Schoolbesturen krijgen hiervoor tijd, middelen en professionele ruimte om zo leraren actief te laten deelnemen aan vakdialogen en beroepsorganisaties.

  • We stoppen met onnodige administratie in het onderwijs. Leraren krijgen zo ons volste vertrouwen en we verminderen de werkdruk. 

  • Volt faciliteert hybride docentschap door flexibele roosters mogelijk te maken, passende contractvormen te ontwikkelen en samenwerking tussen scholen en externe werkgevers te stimuleren. Zo creëren we ruimte voor professionals uit andere sectoren om structureel bij te dragen aan het onderwijs, zonder dat zij hun bestaande werk volledig hoeven op te geven.

Een modern curriculum

  • We gaan kritisch naar het huidige curriculum kijken, waarbij we ons onderwijsstelsel toekomstbestendig maken. We stellen prioriteiten door enkele kerndoelen in samenspraak met de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) te schrappen of te herzien. Daardoor komt er meer ruimte voor vakken die onze kinderen beter voorbereiden op een complexe maatschappij en veranderende arbeidsmarkt. Het gaat daarbij om werkbare aanpassingen, niet om een stelselherziening. Hierbij zijn een inclusieve maatschappij, emotionele en fysieke gezondheid en digitale geletterdheid belangrijke thema's.

  • Om de Nederlandse kenniseconomie en internationale concurrentiekracht te versterken, moet het onderwijs blijven vernieuwen. Volt pleit ervoor dat middelbare scholieren leren over kunstmatige intelligentie (AI) en hoe deze technologie verantwoord wordt ingezet. Voor een succesvolle invoering is breed draagvlak onder scholen en docenten essentieel. Om ruimte te scheppen in het curriculum, moeten leerdoelen worden geschrapt die leerlingen onvoldoende voorbereiden op de snel veranderende samenleving en arbeidsmarkt. Nieuwe leerdoelen worden opgenomen in de lerarenopleidingen, zodat docenten goed zijn toegerust om hierover les te geven.

  • Volt versterkt de digitale geletterdheid van kinderen en jongeren door digitaal onderwijs - naast lezen, rekenen en schrijven - te bestempelen als basisvaardigheid in het funderend onderwijs. Volt pleit voor de ontwikkeling van een nationale strategie en de verplichting van leren programmeren in de onderbouw van het voortgezet onderwijs.

  • Volt pleit voor een publieke digitale infrastructuur in het onderwijs, zodat scholen onafhankelijk worden van commerciële aanbieders. Door eigen publieke platforms kunnen digitale leermiddelen gratis beschikbaar worden gesteld. Ook is zo een beter toezicht mogelijk op privacy en veiligheid.

  • Volt pleit ervoor dat burgerschapsvorming een vaste plek krijgt in het primair en voortgezet onderwijs. Elk kind, op elke school, moet toegang hebben tot kwalitatief goed burgerschapsonderwijs — gericht op democratisch bewustzijn, sociale veiligheid, inclusie en weerbaarheid. Volt pleit daarom voor de invoering van een vakdocent burgerschap, vergelijkbaar met vakdocenten lichamelijke oefening en muziek. Burgerschapsvorming wordt structureel verankerd in het schoolcurriculum en de schoolcultuur.

  • De door Volt gerealiseerde gratis schoolmaaltijden, zetten we voort en breiden we uit naar Zweeds voorbeeld, waarbij de schoolmaaltijd gezien wordt als onderdeel van het onderwijsprogramma. Hiermee wordt gezond eten bevorderd, ongelijkheid aangepakt en zit niemand meer met honger in de klas. 

  • Volt vindt dat er op school meer aandacht zou moeten zijn voor media, inclusieve geschiedenis (zoals over het koloniale verleden) en over racisme en discriminatie. Bovendien pleiten wij ervoor dat de Inspectie van het Onderwijs er strenger op toeziet dat alle basisscholen en middelbare scholen onderwijs geven over seksuele- en genderdiversiteit. Scholen geven daarnaast inclusieve seksuele vorming en kinderen leren om respectvol om te gaan met, nu nog, gemarginaliseerde groepen.

  • Volt onderzoekt de mogelijkheden om een toegankelijke en praktische vorm van taalonderwijs verplicht te maken in de grensregio’s om culturele, sociale en economische uitwisselingen over de grens te faciliteren. 

Financiering van scholen

  • We draaien per direct de bezuinigingen op het onderwijs terug en verhogen het totale budget voor onderwijs, onderzoek en wetenschap. We investeren dit geld in de basis van onze kenniseconomie, het menselijk kapitaal van ons land.

  • We maken een eind aan de versnippering van subsidies voor scholen. Dit neemt veel werkdruk en financiële onzekerheid weg. Geld dat scholen nu als subsidie ontvangen, wordt onderdeel van een vast basisbedrag dat elke school elk jaar krijgt.

  • We willen een structurele investering in onderwijsregio’s om zo het onderwijs beschikbaar te houden en het lerarentekort terug te dringen. In onderwijsregio’s nemen partijen gezamenlijke verantwoordelijkheid voor hun regionale onderwijsarbeidsmarkt. Door samen te werken in de regio bij het werven, koppelen, opleiden, begeleiden en professionaliseren kunnen ze beter inspelen op de personeelstekorten. 

  • We schaffen privéscholen en de IGBO- en IGVO-regelingen af. Alle scholen worden publiek toegankelijk zonder financiële drempels. Zo stimuleren we gelijke kansen voor alle kinderen.

  • We houden op met het financieren van religieus onderwijs. Voor een open samenleving is het nodig dat kinderen uit alle geloofsovertuigingen elkaar al op school kunnen leren kennen. Door te stoppen met het bekostigen van scholen die één of meerdere geloofsovertuigingen uitdragen, zullen kinderen met verschillende wereldbeschouwingen elkaar eerder ontmoeten en van elkaar leren. Voor het realiseren van dit voorstel is aanpassing van artikel 23 van de Grondwet nodig. 

Studeren toegankelijk voor iedereen

  • Volt pleit voor het afbouwen van prestatiebekostiging en voor het hervormen van internationale studentenwerving. Onderwijsinstellingen mogen zich profileren op inhoud en maatschappelijke bijdrage, maar hoeven niet langer met marketingbudgetten op zoek naar zo veel mogelijk inschrijvingen. Volt stimuleert bekostiging op basis van publieke waarden zoals toegankelijkheid, kleinschaligheid, kwaliteit van begeleiding, onderzoeksethiek en regionale samenwerking.

  • Volt pleit voor verkenning van de mogelijkheden voor invoering van een renteplafond van 2,5% op studieleningen. Met de huidige stijging van de rentestanden en de ontoereikende basisbeurs dreigt studeren op termijn onbetaalbaar te worden voor grote groepen jongeren.

  • We maken ons hard voor een rechtvaardige compensatie van de pechgeneratie door de rente op hun studieschuld terug te brengen naar 0% en zo de financiële druk op die jongeren te verlichten.

  • De staat moet garant staan voor de studieschuld bij de aanvraag van een hypotheek. Het maandelijks aflossen van een studieschuld mag geen impact hebben op het maximale leenbedrag van een starter op de woningmarkt.

  • Zolang de plannen voor een basisinkomen nog niet zijn ingevoerd, verhogen we de basisbeurs conform het voorstel van het SER Jongerenplatform, inclusief inflatiecorrectie. De aanvullende beurs is inkomensafhankelijk en het recht op de beurs neemt evenredig af met de mogelijkheid van ouders om financieel bij te dragen.

  • We beginnen met het afschaffen van het collegegeld voor opleidingen en studies die opleiden tot cruciale/vitale beroepen en sectoren, zoals ICT, techniek, bouw, onderwijs en zorg. 

  • Volt zorgt ervoor dat mbo-studenten, onder dezelfde gunstige voorwaarden als studenten in het hoger onderwijs, aanspraak kunnen maken op een aanvullende beurs. Dit doen we door de aanspraakgrond voor de aanvullende beurs voor mbo-studenten gelijk te trekken met die voor hbo- en wo-studenten (ouderlijk verzamelinkomen tot 70.000 euro).

  • We verplichten een minimale stagevergoeding van 550 euro voor fulltime stages van zowel mbo-, hbo- als wo-opleidingen. Een fulltime stage moet gelijkwaardig beloond worden. Studenten die fulltime stage lopen kunnen daarnaast niet nog een bijbaantje hebben. Op deze manier hoeft er niet onnodig veel geleend te worden door studenten. 

  • Volt wil het verenigingsleven stevig verankeren in al het hoger onderwijs, door bijvoorbeeld studiepunten of bestuursbeurzen. In heel Nederland zijn er maar twee studieverenigingen in het MBO, maar in het HBO en WO honderden.

  • Een manier om burgerschap(slessen) in de praktijk te brengen, is het besturen van een vereniging. Daarom wil Volt Collegegeldvrij besturen de norm maken op alle onderwijsinstellingen indien er geen studiepunten worden behaald.

  • We zorgen dat studentensport, -horeca en -cultuur blijven bestaan, door mogelijk te maken dat universiteiten en hbo's deze financieel kunnen blijven steunen. In aanvulling daarop krijgen ook mbo-instellingen geld om bij te dragen aan verenigingen en sportfaciliteiten. Zo zorgen we ervoor dat meedoen aan het studentenleven ook voor mbo-studenten makkelijk en normaal wordt.

  • Studenten en docenten moeten veilig en toegankelijk kunnen werken in één digitale omgeving, met functies voor roosters, studiemateriaal, opdrachten, communicatie, toetsen en loopbaangegevens, zonder afhankelijk te zijn van commerciële platforms of softwarebedrijven. Deze publieke leeromgeving is open-source en voldoet aan hoge standaarden op het gebied van privacy, transparantie en digitale autonomie. Onderwijsinstellingen krijgen structurele ondersteuning bij de overstap en het gebruik. De ontwikkeling en het beheer worden publiek gefinancierd.

  • Een bindend studieadvies (BSA) draagt bij aan de toenemende prestatiedruk voor studenten. Dit terwijl het mentale welzijn van deze groep al erg laag is. Volt wil daarom het bindend studieadvies omzetten in een niet-bindend studieadvies: aan het eind van het eerste jaar krijgen studenten een studieadvies van hun onderwijsinstelling, waarna ze zelf de keuze maken om al dan niet door te gaan. 

  • Volt wil de ‘zachte knip’ of overgangsregeling herinvoeren zoals tijdens 2020-2021 en 2021-2022 om efficiënte studieprogressie te bevorderen.

  • Leerlingen die langdurig uitvallen in het basisonderwijs of voortgezet onderwijs en daardoor thuiszitten, moeten de mogelijkheid krijgen om gebruik te maken van het budget dat voor hen ingezet zou worden om een school te kunnen bezoeken. Dan kunnen zij dit bedrag via het samenwerkingsorgaan besteden aan onderwijs dat niet noodzakelijkerwijs leidt tot een diploma, maar wel hun verdere ontwikkeling mogelijk maakt.

  • Voor leerlingen die in de afgelopen tien jaar thuiszitter zijn geworden of zijn geweest, moet worden onderzocht of er emotionele of sociale schade is ontstaan. Deze jongeren worden, indien zij dit wensen, geholpen zich alsnog verder te ontwikkelen om actief aan de samenleving te kunnen deelnemen. Hiervoor wordt begeleiding gegeven bij het vinden van passend onderwijs of passend werk.

  • Ongedocumenteerde jongeren die in Nederland het basis- en/of middelbaar onderwijs hebben gevolgd, moeten toegang krijgen tot hoger onderwijs zodra ze achttien jaar worden. Dat betekent dat we afspraken maken met onderwijsinstellingen en het instellingscollegegeld dat niet-EU/ EER-studenten normaliter moeten betalen, verlagen naar het wettelijk collegegeld, naar voorbeeld van de pilot in Amsterdam.

Internationaal samenwerken in onderwijs en wetenschap

  • Europees burgerschap wordt in ons burgerschapsonderwijs centraal gesteld. Zo bevorderen we van jongs af aan een Europese identiteit en Europese waarden als vrijheid, gelijkheid, democratie, rechtsstaat en mensenrechten.

  • Diploma’s in het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs moeten uiteindelijk in heel de EU erkend worden. Daarbij leggen we voor Nederland nu de focus op erkenning van diploma’s in de grensregio’s.

  • Meer mbo-studenten moeten de mogelijkheid krijgen om een ervaring in het buitenland onder het Erasmus+-programma op te doen. Dit bereiken we onder andere door meer buitenlandcoördinatoren op mbo-instellingen.

  • We versterken het Europese Universiteiten Initiatief waarbij universiteiten en hogescholen in heel de EU gezamenlijke opleidings- en studietrajecten vormgeven. Meer universiteiten in Nederland sluiten zich hierbij aan.

  • We zetten ons in voor grensoverstijgend wetenschappelijk onderzoek zoals de Einsteintelescoop in de Euregio Maas-Rijn.

  • We realiseren de zogenoemde Lissabon-doelstellingen om 3% van het bruto binnenlandse product (bbp) (publiek en privaat) te besteden aan onderzoek en ontwikkeling. Hierbij komt ongeveer een derde uit publieke investeringen en twee derde uit private investeringen. Samenwerking en aansluiting binnen de EU zijn hierbij leidend.

  • Volt pleit voor meer lokaal maatwerk in de werving van internationale studenten in plaats van een algehele wervingsstop. Een universiteit als in Maastricht is in veel grotere mate afhankelijk van de toestroom van internationale studenten dan bijvoorbeeld universiteiten in Amsterdam of Leiden. De financieringsstructuur van universiteiten passen we hierop aan.

  • Volt ziet erop toe dat de Rijksoverheid de zogenoemde 56-uursarbeidsnorm voor internationale studenten om in aanmerking te komen voor studiefinanciering, verlaagt naar 32 uur, in lijn met Europese wet- en regelgeving.

  • De monitoring van het welzijn onder internationale studenten moet verbeterd worden, onder andere op het gebied van huisvesting, mentale gezondheid en sociaal-economische omstandigheden.

De 5 + 1 uitdagingen in Europa volgens Volt

Volt heeft 5+1 fundamentele uitdagingen gedefinieerd die in elk Europees land en in heel Europa moeten worden aangepakt.

De 5 uitdagingen zijn in principe hetzelfde voor elk land, maar de implementatie kan worden aangepast aan de nationale context en rekening houden met lokale realiteiten. De +1 uitdaging - ons voorstel om de EU te hervormen en te versterken - is identiek in alle landen.

Meer weten?

Lees hier onze verkiezingsprogramma’s.
  • 01

    Slimme overheid

    Onderwijs en digitalisering zijn sleutelelementen van de 21e eeuw.

  • 02

    Economische renaissance

    De Europese economieën moeten de motor van de vooruitgang van de samenleving zijn.

  • 03

    Sociale gelijkheid

    Iedereen in Europa moet verzekerd zijn van gelijke rechten en kansen.

  • 04

    Wereldwijde balans

    Europa moet verantwoordelijkheid nemen voor zijn rol in mondiale uitdagingen.

  • 05

    Kracht bij de burger

    Mensen moeten in staat worden gesteld invloed uit te oefenen op de politiek voorbij de verkiezingen.

  • +1

    EU-hervorming

    Wij houden van de EU - maar er is altijd ruimte voor verbetering