Samenwerken voor een beter klimaat
Europa en Afrika hebben elkaar hard nodig
Rijke landen in West-Europa lezen armere – met name Afrikaanse - landen regelmatig de les over de noodzaak om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen. De oorlog in Oekraïne stelt echter een gênante onthulling bloot: onze energiezekerheid blijkt toch belangrijker dan klimaatzekerheid.
Een week voor de Russische invasie in Oekraïne vond er een internationale top plaats tussen de Europese Unie en de Afrikaanse Unie. Tijdens de top wilden de Afrikaanse leiders in hun verklaring laten opnemen dat ze hun gas kunnen blijven oppompen terwijl ze stappen zetten richting duurzame energie. De Europese leiders wilden daar echter niets van weten: klimaatverandering was ernstig, en er was geen ruimte voor nieuwe investeringen in fossiele brandstoffen.
Drie maanden later bezocht de bondskanselier van Duitsland de president van Senegal - om hem om gas te vragen.
De wereldwijde inzet voor de energietransitie blijkt gemakkelijk te breken als Europa in nood is. De Russische invasie legde niet alleen de zwakheden van de Europese energieleverantie bloot. Het onthulde ook de dubbele standaarden die Europese leiders toepassen op Afrikaanse economieën.
Steeds meer Afrikaanse landen ervaren gevolgen van klimaatverandering, door lange periodes van droogte of juist hevige regenval. In plaats van de Russische fossiele brandstoffen te vervangen door Afrikaanse fossiele brandstoffen, kunnen de Europese landen er nu beter alles aan doen om deze landen te helpen omgaan met deze gevolgen. Door zoveel mogelijk gebieden in de wereld bewoonbaar houden en daarmee menselijk leed en grote migratiestromen te voorkomen.
Het helpen van het Afrikaanse continent is uiteindelijk in ieders belang. We hebben elkaar namelijk hard nodig voor de energietransitie. Europa voor de technologische kennis, en Afrika voor de kritische grondstoffen zoals lithium, grafiet en kobalt; die hard nodig zijn voor de productie van elektrische auto’s, windmolens en zonnepanelen. Afrikaanse leiders kennen het belang van deze grondstoffen en daarmee hun onderhandelingspositie. Nu is het zaak dat Europese leiders het belang van Afrika erkennen en gaan investeren in betere relaties met Afrikaanse leiders.