Mark Rutte en Wopke Hoekstra spelen balletje-balletje met coronasteunfondsen
Geld bedoeld om Europese bedrijven te helpen mag niet ten koste gaan van landen die het al moeilijk hebben. Toch zal dat het gevolg zijn van wat Nederland wil: dat geld uit de bestaande fondsen voor de groene transitie wordt gehaald en gestopt in een ander Europees fonds voor de Europese industrie. Zo lopen we het risico dat investeringen in verduurzaming stokken.
Het maakt voor de begroting van een land nogal uit of je voor bepaalde investeringen geld kunt lenen (of krijgen) uit een groot fonds, of dat je die investeringen zelf moet betalen. Om landen die zwaar gehavend werden door de corona-uitgaven te helpen, werd een steunfonds ingericht: het Europese Recovery and Resilience Facility (RRF)-fonds, dat gevuld werd met leningen met steungarantie van de lidstaten. Nederland steunde het alleen onder de strenge voorwaarde dat het geld in die fondsen uitsluitend gebruikt mag worden om coronakosten te dempen en compenseren en de groene transitie te bevorderen.
Een deel van de miljarden in dat RRF-fonds is geoormerkt voor REPowerEU: het fonds waaruit landen investeringen in de groene transitie bekostigen om zo snel mogelijk onafhankelijk te worden van fossiele brandstoffen uit Rusland. Dit was de reactie op de oorlog vanuit de EU.
Nu willen Mark Rutte en Wopke Hoekstra geld uit precies dat deel van het coronasteunfonds gebruiken voor andere doelen. En komt een duurzaam producerend Europa verder uit beeld. Zo zijn het ironisch Rutte en Hoekstra die balletje-balletje spelen met geld dat niet van hen is. En waarom?
De Amerikaanse regering gaat $370 miljard stoppen in de productie van (nieuwe) duurzame industrieën. Het probleem: alleen Amerikaanse producenten, of op Amerikaans grondgebied gevestigde producenten kunnen aanspraak maken op die steungelden, vaak in de vorm van belastingkortingen. Dat betekent dat bijvoorbeeld Europese automakers in de VS alleen elektrische auto’s mogen verkopen die daar gemaakt zijn.
Green Industrial Plan
Volt wil een Europees fonds dat Europese industrieën moet ontlasten vanwege de hogere energieprijzen en ondersteunen in de uitdagingen die Biden’s protectionistische plannen opleveren: het Green Industrial Plan. Daarvoor zijn tientallen, zoniet honderden miljarden nodig. Het lijkt erop dat er in de Europese hoofdsteden brede steun is voor zo’n fonds, maar dat er geen eenheid is over hoe dat gevuld moet worden. Logisch, want zo komen investeringen in de groene transitie in gevaar. Volt vindt dat dit fonds intact moet blijven.
Een alternatief plan dat rond gaat is dat landen zelf meer staatssteun kunnen geven aan hun eigen industrieën. Dat is geen oplossing, want er zijn landen met solide begrotingen die zich dat kunnen veroorloven en landen die dat dus niet kunnen. Dat is het startsein voor een handelsoorlog binnen Europa. Dan hebben we een handelsoorlog met Amerika en ook nog eens een tiental handelsoorlogjes tussen EU-landen. Daarom is Volt hier ook tegen.
Wat dan wel, Volt?
Duurzame solidariteit en vergroening staan bij Volt voorop. Vul het fonds daarom zoals het RRF ook gevuld werd: met gezamenlijke leningen, precies zoals Europese Commissie-voorzitter Von der Leyen eerder al opperde.