Hoe de EU-lidstaten de volgende asielcrisis aan het organiseren zijn
Uit angst voor rechtspopulistische partijen dreigt het kabinet een grote fout te herhalen. Premier Mark Rutte wil in februari 2023 een extra top van Europese regeringsleiders over maatregelen voor de asiel- en migratieproblematiek. Maar de ‘oplossingen’ die dan ter tafel komen brengen een nieuwe humanitaire asielcrisis in Europa, zoals die van 2015, alleen maar dichterbij.
Al lange tijd verplaatst ons asielbeleid zich steeds meer naar de Europese buitengrenzen. We maken niet-Europese landen verantwoordelijk voor het tegenhouden van asielzoekers en er wordt gepleit dat lidstaten meer flexibiliteit krijgen qua hoe de lidstaten de opvang van asielzoekers mogen inrichten. En recent verweet Nederland Bulgarije nog te veel asielzoekers Europa binnen te laten.
De gevolgen van dit alles tot nu toe: In Griekenland worden asieladvocaten bedreigd, in Bulgarije zijn gevangenissen waar vluchtelingen worden gemarteld. Pushbacks uitgevoerd door Europese grenswachters gebeuren dagelijks in onder andere Hongarije, Griekenland en Roemenië en in Nederland gaat het kabinet in tegen rechterlijke uitspraken van de rechter om het aantal asielzoekers maar zo veel mogelijk te kunnen verminderen. Ondertussen bouwt Fort Europa rustig door met inmiddels al 2000 kilometer hekwerk dat de weg verspert aan vluchtelingen die Europa proberen te bereiken. Terwijl we weten dat zo’n hek niet werkt.
Het is allemaal angst voor een herhaling van de asielcrisis van 2015, toen honderdduizenden Syriërs, op de vlucht voor de burgeroorlog daar, naar Europa vluchtten. Ook toen was Europa niet goed voorbereid en dat dreigt nu weer. Een deel van de angst is ook dat als de regeringsleiders niet ‘hard’ genoeg zijn tegen asielzoekers en migranten, rechtsere partijen verkiezingen gaan winnen. Des te meer reden om de zaken op Europees niveau nou eens goed te regelen.
Een gemeenschappelijk probleem vraagt een gemeenschappelijke oplossing
Onlangs bereikten de lidstaten onderling eindelijk voldoende overeenstemming om samen met het Europees Parlement te gaan onderhandelen over het Asiel- en Migratiepact, dat al sinds 2018 stof ligt te verzamelen op het bureau van Europese Commissie-voorzitter Von der Leyen. Maar de ‘voortgang’ in de Brusselse gesprekken is erop gericht het systeem te verslechteren in plaats van te verbeteren.
Voortgang in de onderhandelingen zou een bemoedigende stap zijn, ware het niet dat de keuzes die gemaakt worden in de zogenaamde “onderhandelingsmandaten” met het Europarlement juist inzetten op het tegenhouden, afschrikken en ontmoedigen van asielzoekers, in plaats van tot een Europees goedwerkend systeem te komen, waarin de rechten van asielzoekers gewaarborgd worden.
Zo wordt de broodnodige herverdeling van asielzoekers gekoppeld aan het implementeren van zeer strikte screeningprocedures en het terugsturen van asielzoekers naar het land van binnenkomst. Volt vindt een goede screening natuurlijk ook belangrijk, maar alleen in combinatie met een goede kwaliteit van opvang, goede en eerlijke processen en eerlijke herverdeling.
Interessant is dat de onderhandelingen over goede grensprocedures, de tijdslimieten voor het proces en wat ‘veilige landen’ zijn (om mensen naar terug te kunnen sturen) niet opgenomen worden in de onderhandelingen. Dit zal leiden tot een perverse tweespalt, waarbij mensen alsnog weken, maanden of zelfs jaren in limbo komen te zetten in grenslanden en teruggeduwd kunnen worden als ze proberen hun heil ergens anders te zoeken.
Dit moet zo snel mogelijk anders. Wij zullen dan ook de staatssecretaris oproepen deze delen van het Pact niet te laten implementeren, zolang de andere maatregelen die de kwaliteit van opvang en een eerlijk proces garanderen niet goed geregeld zijn.