Het herstel van onze democratie

“Het spijt me dat u gekwetst bent.”

“Ik wist er niks van.” 

“Het klopt dat ik er wel vanaf wist, maar de ernst was me niet bekend.”

“De ernst is me bekend, ja.”

“Het spijt me dat u vindt dat we niet goed reageerden, maar ...”

27 jan. 2021

 Stel je toch voor; woorden krijgen weer echt betekenis in de Haagse arena. Politici een rechte rug. En meer kiezers weer vertrouwen in politiek en instituties. 

In de debatten en de hoorzittingen rond de Toeslagenaffaire – die voor tienduizenden slachtoffers overigens geen verleden maar heden is - zagen we hoe de overheid lastige feiten zo lang mogelijk onder tafel hield. En nog steeds houdt. Bij elkaar rond de honderdduizend vrouwen, mannen en kinderen werden door de belastingdienst onterecht vermorzeld. Verantwoordelijke ministers en staatssecretarissen misten allemaal ‘de signalen’. Journalisten zagen al die gedupeerde ouders en kinderen in hun eigen samenleving jarenlang over het hoofd. Er werd geen recht gedaan noch recht gesproken. En nog steeds zijn slachtoffers niet gecompenseerd.     

 Onze overheid gedraagt zich in relatie tot haar burgers, tot mensen in nood of mensen met een tijdelijke hulpvraag, te vaak als een leeuw in een arena met konijntjes. Alles wat niet ook leeuw is – de ontvanger van bijstand, de woningzoekende zonder vermogen, de verdrukte – is, zo blijkt, in toenemende mate weerloos.

De vluchtelingen die in vergiftigde Griekse modder wachten op verlossing, zijn in de handen van kabinet Rutte III niets meer dan rekenmateriaal waarover je ‘deals’ mag sluiten. Die deals hoeven daarna niet eens volgens afspraak uitgevoerd te worden. Van de vijftig door Nederland toegezegde kinderen uit Moria kwamen er twee. Onbetrouwbaarheid en gebrek aan gevoel zijn blijkbaar dingen waarvoor niemand zich nog schaamt. 

Terwijl COVID vruchtbare aarde blijkt voor iedereen die geplaagd wordt door een steeds agressiever knagend wantrouwen, gooit Rutte III er met zijn politieke druk op het RIVM en daarmee indirect het Outbreak Management Team (OMT) nog wat munitie bovenop. Afgelopen weekend kon iedereen in een voortreffelijk verhaal van de Volkskrant lezen, hoe niet de wetenschap, maar de politiek de richting van ons Coronabeleid bij herhaling bepaalde. Onder het mom van wetenschap. En precies dat ondermijnt het vertrouwen. Dat ‘mom’. De voelbare mistbanken. 

De oppositiepartijen in het parlement sputteren wat, maar heel indrukwekkend is hun poging tot controle en waarheidsvinding niet. Tot op heden lijkt het alsof niet de pandemie, maar een mogelijke regeringsdeelname met crisismanagers VVD en CDA de toon van de muziek bepaalt. 

Ik maak mij zorgen over onze democratie. 

Voordat Corona ons verraste, waren het de boze boeren die hun onvrede de vrije loop lieten. Tractors werden ingezet als semi-wapens, snelwegen geblokkeerd, de deur van een provinciehuis geramd. Nu zagen we dagen op rij geweld en plunderingen in steden als Den Bosch, Eindhoven, Rotterdam en Zwolle. Mensen roepen op tot geweld tegen burgemeesters, journalisten en politieagenten. Er wordt met bakstenen gegooid, messen vliegen door de lucht en winkels worden leeggeroofd.  

Dezelfde mij zo dierbare, vrije en noodzakelijke pers die zich tegen bedreigingen en geweld moet zien te verweren, blijft – zeker waar het de televisiejournalisten van talkshowredacties betreft – steeds maar zuurstof geven aan diegenen die verder polariseren, nog meer haat en verdeeldheid verkopen en daarmee zorgt die pers, inderdaad, voor een bijdrage aan alle ophef.

De rellende en slopende hooligans, virusontkenners, boze wantrouwers en rechtsextremisten, verdienen geen oppervlakkige luidsprekers. Geen televisiejournalisten op zoek naar sensatie en polarisatie. Zij verdienen een harde strafrechtelijke tik voor hun misdragingen. En ze moeten leren dat wij, de soms nog te zwijgende meerderheid, dit gedrag in onze democratische rechtsstaat niet accepteren.

En wij verdienen politici die, eendrachtig de oproep van Pieter Omtzigt, écht aan de zelfstudie gaan. Een overheid die zich niet als papierversnipperaar tot informatie en burgers met pech verhoudt. Een overheid die transparant is. Die woorden van betekenis spreekt. Die niet paternalistische interesse veinst, maar echt luistert en waar nodig echt tegenspreekt. 

En de bedreigde journalisten, kloppend hart van elke gezonde democratie, die verdienen vakbroeders die hun verantwoordelijkheid serieus nemen. Die echte interesse tonen, in plaats van cosmetische kijkcijfer-interesse. 

De bestuurlijke klasse in Den Haag zegt graag dat het parlement behoefte heeft aan lang zittende politici, omdat zij het ‘geheugen’ vormen van de Tweede Kamer. Maar wat heb je aan dat geheugen, aan het kennen van de voorgeschiedenis, als je nauwelijks bereid bent iets van die geschiedenis te leren? Laat een nieuwe generatie politici maar opstaan. Volksvertegenwoordigers die vurig geloven in de bescherming van grondrechten. In het belang van de onafhankelijkheid van rechters en wetenschap. In het nut van stevige controle van de macht, transparantie en rechtvaardigheid. 

Omdat ze zich bekommeren om mensen. Simpelweg omdat ze zelf ook mens zijn. 

 

Martin Gravelotte

Kandidaat Tweede Kamerlid