De omgang met toekomstige pandemieën van oude en nieuwe virusvarianten

Van de multidisciplinaire werkgroep COVID-19 van Volt Nederland - Maart 2022

De COVID-19-pandemie duurt nu al ruim twee jaar. De omikron-variant, zeer besmettelijk maar minder ziekmakend, lijkt het einde van de pandemie in te luiden. Pandemieën zijn echter van alle tijden. Zo kennen we vanaf de twaalfde eeuw onder meer de pest, de Spaanse, Aziatische en Mexicaanse griep, maar denk ook aan aids, zika en ebola. Toch is het nu anders.

17 mrt. 2022

De mens en de wereld zijn drastisch veranderd: we leven met steeds meer mensen en dieren dicht op elkaar. Met de intensieve veeteelt en landbouw plegen we roofbouw op de aarde. Daarbij stellen we hoge eisen aan gezondheid en welzijn. We accepteren sterven aan een infectieziekte niet meer. Dus wat doen we als er straks weer een uitbraak komt van een ernstiger COVID-19-variant of van een heel nieuwe besmettelijke ziekte? De multidisciplinaire werkgroep COVID-19 van Volt heeft zich hierover gebogen. Wij stellen een toekomstbestendig beleid voor dat zich in ieder geval richt op optimale voorbereiding.

Aan de slag!

Deze twee jaren hebben we als samenleving veel geleerd over de aanpak van een pandemie. Toch bleven we in Nederland bij iedere nieuwe variant onvoldoende voorbereid. Dit leidde herhaaldelijk tot ad hoc- en overhaaste beslissingen. Bovendien waren we traag bij de aanschaf, goedkeuring, verspreiding en toediening van vaccins. Dat was wel anders bij de Mexicaanse griep. Toen was heel Nederland in drie weken ingeënt! De werkgroep sluit zich aan bij de bevinding van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid dat er te laat aandacht is geweest voor de risico’s op sociale, emotionele en economische schade. Overigens merken we dit alles op naast veel waardering voor de transparante becijferingen van het RIVM en voor hetgeen de crisismanagers wel voor elkaar kregen. 

Kortom: aan de slag met voorbereidingen die alle mogelijke gevolgen bij volgende uitbraken inperken.  

Een goed begin is het halve werk

De werkgroep van Volt wil de voorbereidingen zo gauw mogelijk in handen geven van een multidisciplinair samengesteld regieteam dat geleid wordt door een onafhankelijke rijkspandemiemeester. In het aansturende team zitten niet alleen medici: ook een econoom, een gedragskundige, een communicatie-expert, een veiligheidsexpert en een crisisdeskundige zouden er deel van moeten uitmaken. En ook het bedrijfsleven, de onderwijs- en cultuursector, vertegenwoordigers van de doelgroep en instanties als de VNG zijn in het uitgebreide team vertegenwoordigd. De werkgroep wil dat voor dit team een duidelijk, wettelijk mandaat wordt vastgelegd, inclusief procedures voor verantwoording aan kabinet en parlement. Om deze aanpak te legitimeren stelt de werkgroep voor dat het regieteam direct na de zomer een pandemiebeleidsplan presenteert dat met ruime stemmen in de Kamers wordt vastgesteld.

Bij een nieuwe ernstige pandemie is de eerste klap een daalder waard

De voorbereidingen moeten zich richten op verschillende scenario’s passend bij minder of meer ernstige uitbraken. Zo pleit de werkgroep bij een ernstige uitbraak en sterke virulentie voor accuut kort maar krachtig ingrijpen. Dat betekent direct een lockdown, vaccinatie van de bevolking binnen drie weken en handhaving op basismaatregelen. Voor dit ernstigste scenario moeten we nú al een voorraad beschermende middelen aanleggen of tenminste zorgen dat die snel geproduceerd kunnen worden. We moeten nú werken aan minder afhankelijkheid van productielijnen in landen buiten de EU. Ook moet een efficiënte vaccinatiestrategie (inclusief inzet van Defensie) uitgewerkt worden die verder reikt dan ons land en de EU. Samen met huisartsenorganisaties moeten we een raamwerk opstellen hoe kwetsbare mensen zo snel mogelijk te vaccineren. Testlocaties dienen snel en ruimschoots beschikbaar gesteld kunnen worden. 

De ziekenhuissector moet met hulp van de overheid kunnen opschalen zonder dat de reguliere zorg afgeschaald wordt. De opleidingstrajecten van specialistisch verpleegkundig personeel kunnen verkort worden door specialistisch opgeleide professionals na hun opleiding niet verplicht eerst in te zetten in de reguliere zorg. Voorkomen dat op te leiden mensen op commerciële basis van ver naar Nederland gehaald worden. Er moeten door het regieteam aanzetten gegeven worden tot een betere afstemming tussen de bij een pandemie betrokken instanties zoals VWS, GGD’s en GHOR’s, de Gezondheidsraad, ziekenhuiskoepels, professionele vakverenigingen, Veiligheidsregio’s en regioburgemeesters en zorgverzekeraars. 

Voorkomen is beter dan genezen

Het gezondheidsbeleid van de overheid en de zorgverzekeraars moet veel meer inzetten op algehele preventie: als mensen gezond zijn, zijn ze immers meer weerbaar bij pandemieën. Daarnaast moeten we meer aandacht besteden aan de ‘ervaren gezondheid’, eenzaamheid, eigen regie, kwaliteit van leven en zingeving. We willen snel een programma om eenzaamheid en depressiviteit onder jongeren en ouderen actief te voorkomen. Schoolsluitingen veroorzaken leerachterstanden, maar veel meer nog sociale-ontwikkelingsachterstanden onder kinderen en adolescenten. Daarom moeten we zorgen dat scholen betere ventilatie hebben en nog meer sturen op gedrag. Wanneer de samenleving op slot zit nemen huiselijke spanningen toe en daarmee ook huiselijk geweld. Een (jeugd)sportverbod maakt jongeren minder weerbaar en minder gezond, en vergroot tijdens lockdowns de druk op de thuissituatie. Huisartsen en ggz- en welzijnsorganisaties dienen daar beter op in te kunnen spelen.

En hoe om te gaan met de maatschappelijke onrust, die mogelijk kan ontstaan bij een volgende serie maatregelen? De werkgroep wil dat daar nú plannen voor gemaakt worden door te onderzoeken wáár we door de maatregelen de aansluiting met de verschillende groepen Nederlanders verloren hebben. Maatregelen moeten recht doen aan individuele bewegingsvrijheid; ze dienen proportioneel te zijn en juridisch onderbouwd. Belangrijk is dat ze al klaarliggen in de voorbereidingsfase, nú dus. 

Er dient een weloverwogen strategie klaar te liggen om maatschappelijke onvrede in te perken. Daarom zijn gesprekken nodig met alle partijen. We zijn tenslotte sámen verantwoordelijk. (Massa)gedrags- en communicatie-experts dienen bij de planvorming en uitvoering betrokken te zijn, maar ook experts op het gebied van verspreiding van nepnieuws en complottheorieën. 

We moeten ons voorbereiden op de vele dilemma’s die een pandemie met zich meebrengt. We moeten nu al zicht hebben op de keuzes die gemaakt zullen moeten worden. Niet op basis van emotie, maar op basis van argumenten. De inzet van technische oplossingen en hulpmiddelen zullen ons daarbij kunnen en moeten helpen.

Europees gezondheidsbeleid

Een pandemie houdt zich niet aan geografische of politieke grenzen. Europees gezondheidsbeleid is ook voor dit onderwerp hoognodig. Politieke daadkracht is vereist voor vaccinontwikkeling en -verspreiding; juist ook vanuit Europa richting het zuidelijk en oostelijk halfrond. Daarbij hoort ook een duidelijk beleid inzake beperking van het reizen tussen landen als een nieuwe uitbraak dat vereist. 

Na de piek: open tenzij

De werkgroep pleit ervoor dat gesloten sectoren, zoals de horeca en cultuur, snel weer open kunnen na een korte krachtige lockdown en een snelle vaccinatiecampagne. Zonder dat het beleid al te fijnmazig wordt ontwikkeld – dat kan veel onrust geven – kan per sector gekeken worden naar wat er wel en niet kan. Als denkbaar voorbeeld: de maatregelen voor een restaurant met veel ruimte kunnen anders luiden dan die voor een klein café. Maatwerk dus. Alles wel met begeleidend onderzoek, zodat bewezen kan worden dat de openstelling verantwoord was en kan blijven.

De inzichten over pandemieën veranderen net zo snel als dat pandemieën zelf onvoorspelbaar veranderen. Dat laat onverlet dat we scenario’s kunnen voorbereiden en preventieve maatregelen kunnen treffen. De werkgroep zal de komende maanden het uitgebreide COVID-19-beleidsvoorstel updaten en tijdens de beleidsvergadering van Volt in juni 2022 voorleggen aan de leden. Voor die tijd zal de tekst nog aan belangstellenden worden voorgelegd ter raadpleging en eventueel amendering.

De opdracht die blijft

Nederland is een rijk land met een goede infrastructuur en gezondheidszorg. Dat maakt een betere schokbestendigheid nodig en haalbaar om toekomstige crisissen op te vangen. Niet alleen gezondheidscrises, maar ook de klimaat/biodiversiteits-, woning- en een energiecrisis. Maar robuustheid is uiteindelijk alleen haalbaar als de samenleving duurzamer wordt, de armoede flink is afgenomen en wij zelf maatregelen nemen om de uitwassen van onze levensstijl te beperken.