Nieuwe fossiele brandstoffen zijn niet het antwoord op de energiecrisis, een verenigde Europese Unie wel.
Klimaatwetenschappers zijn glashelder: overheden die verdere klimaatverandering willen stoppen, moeten stoppen met fossiel. Deze zomer zat vol alarmerend klimaatnieuws zoals droogte, hittegolven, mislukte oogsten, bosbranden, drinkwaterproblemen en extreem weer. Desondanks wil de Europese Unie de energiecrisis, waar we in de herfst en winter nog last van gaan krijgen, met nieuwe fossiele contracten en oude kolencentrales ondervangen. Volt wil dat de klimaatwetenschap gehoord wordt.
Fossiele brandstoffen als kolen en LNG mogen en kunnen niet het antwoord zijn op de energiecrisis. Het Internationale Energie Agentschap adviseerde vorig jaar om vanaf eind 2021 geen nieuwe projecten voor het winnen van gas en olie meer te starten.. We zullen op korte termijn fors moeten gaan besparen en de overstap naar duurzame energiebronnen zo snel mogelijk moeten doorvoeren.
De eerste hoopvolle stappen zijn al gezet.
Alle lidstaten hebben afgesproken om vijftien procent gas te besparen en om de gasopslagen te vullen tot minimaal tachtig procent. In Duitsland neemt de overheid inmiddels steeds meer maatregelen; in sommige gebieden worden monumenten niet meer verlicht, het zwembadwater wordt minder verwarmd en in sportcentra kunnen mensen alleen koud douchen.
Toch vraagt de klimaatcrisis om nóg meer urgentie. We moeten in Europa gezamenlijk het maximale gaan doen, om met elkaar zo veel mogelijk gas te besparen en dit zo goed mogelijk te verdelen. De Unie heeft een stevig plan nodig, en daarin mogen gas en kolen geen hoofdrol meer spelen. Dit om te voorkomen dat er de komende jaren nog veel grotere stukken van Frankrijk in brand staan, of dat oogsten op nog grotere schaal verschrompelen door droogte en hitte. Deze zomer toonde de natuur in Europa aan dat de tijd op is. Voor continenten als Afrika, Amerika, het Midden-Oosten, en Azië was dit al langer duidelijk. Daar toont opwarming al langer zijn grillige gevolgen. Maar na deze zomer, weet ook Europa het.
Voor wie nog twijfelt aan de noodzaak van ingrijpende veranderingen, een aantal records van deze zomer die we al decennia of nooit eerder gezien hebben. En bedenk; de lijst is onvolledig! Klimaatverandering geeft ons op wereldwijde schaal een voorproefje van wat ons te wachten staat.
Nog nooit brandden er in Frankrijk zoveel hectaren land.
Spanje, Portugal, Frankrijk, Italië, India, Tunesië (de lijst is nog veel langer) zien allemaal aanzienlijke delen van hun oogsten (tarwe, rijst olijven) verloren gaan.
De waterstand in sommige rivieren is zo laag dat de scheepvaart stopt en vissen sterven.
In Frankrijk en Engeland kampen gemeenten met drinkwatertekorten.
Energiecentrales schalen af door watertekorten.
In India, Pakistan en Irak steeg het kwik tot rond de vijftig graden.
In delen van de Verenigde Staten is het zo droog dat de drinkwatervoorzieningen van miljoenen Amerikanen onder druk staan.
En dit is slechts wat er gebeurd bij gemiddeld één graad wereldwijde opwarming.
Ook in Nederland is het veel te droog. We beleven alweer - voor de vierde keer in vijf jaar - een droge zomer. De Waterschappen voorspellen dat er uiteindelijk meer boeren zullen stoppen als gevolg van droogte dan door de stikstof maatregelen. Ook de industrie heeft er last van; achtendertig procent van al onze transporten gaan over de grote rivieren. De Rijn kan moeilijker bevaren worden, door de lage waterstand. De economische en ecologische schade van klimaatverandering is, kortom, enorm en dit is de zomer waarin die schade zich óók snoeihard aan Europa opdringt.
De klok heeft twaalf uur geslagen en tikt ondertussen door. De Europese Unie moet nog beter en intensiever gaan samenwerken, en wat Volt betreft wordt hiervoor een Europese Deltacommissaris aangesteld. We kunnen en moeten samen als één unie aan de slag.