Het belang van diversiteit en dialoog voor een politieke partij
Wij mensen vormen onze mening vrijwel altijd intuïtief en niet op basis van langdurig nadenken. Tot dat laatste gaan we pas over als we merken dat die mening bij anderen op weerstand stuit, waaruit wel blijkt hoe belangrijk we het vinden wat anderen van ons denken. Daarom zijn we ook zo goed in het bedenken van argumenten die ons gedrag en onze mening rechtvaardigen. Wat dat betreft, zijn we topadvocaten: we kunnen heel veel van onszelf goed praten, daar zijn we zo goed in dat we er soms zelf in
gaan geloven.
Omdat we vooral intuïtief te werk gaan, houden we er dus ook niet van op een mening terug te komen. Als er gevaar op dat punt dreigt, gaan we op zoek naar argumenten die ons helpen bij onze mening te blijven. En als we – soms na wat Googelen – een bruikbaar argument gevonden hebben, zijn we gerustgesteld en blijven we vinden wat we altijd al vonden. Deze mentale truc wordt ook wel de confirmation bias genoemd.
Omgekeerd, als we een standpunt horen dat ons intuïtief niet bevalt, stellen we ons de vraag: “Moet ik dit wel geloven?” En alweer, als we ook maar één argument kunnen vinden waarom dat niet hoeft, wijzen we dat onwelgevallige standpunt opgelucht af.
Langs deze weg kunnen groepen mensen onder meer blijven geloven dat er niets mis is met het klimaat, dat chloroquine helpt tegen corona klachten en dat kleine, maar technologisch superieure Marsbewoners regelmatig mensen ontvoeren.
Waarom heb ik het over dit onderwerp in een blog van Volt?
Om te beginnen: het is prima dat onze menselijke geest zo werkt. Dat we ons aantrekken wat anderen van ons vinden, houdt onze samenleving bij elkaar. En daarnaast mogen we, denk ik, ook niet verwachten dat homo sapiens, na 125.000 jaar evolutie, op afzienbare termijn zal veranderen. Wij mensen kunnen ons simpelweg niet permanent openstellen voor steeds weer nieuwe ideeën. Die intuïtieve meningsvorming zit er bij ons ingebakken en van nature zijn wij conservatief.
Voor een politieke beweging of partij ligt dat anders. Zo’n beweging wil een fundamentele, maatschappelijke bijdrage leveren en dat betekent dat ze de valkuilen van de individuele geest, zoals de confirmation bias, moet omzeilen. Dat kan met behulp van een voortdurend gesprek, waarin de groepsleden elkaars standpunten stevig maar met respect ter discussie stellen, om van daaruit tot gewogen standpunten te komen. Binnen Volt stimuleren we dat onder meer door het houden van dialoogavonden, het betrekken van externe critici bij onze beleidsvorming en met inclusiviteit-workshops. Maar om een echte dialoog te krijgen, moet een groep vooral ook divers zijn, qua achtergrond, denkbeelden en ideologie. Volt voelt wat dit betreft urgentie, want juist qua diversiteit zijn we nog te eenvormig.
Maar ook als we meer divers zijn geworden, zal interactie met andere politieke partijen en maatschappelijke bewegingen nodig blijven. Binnen Volt zijn we immers met elkaar verbonden door een aantal gemeenschappelijke denkbeelden en waarden, zoals een sterk en democratisch Europa, sociale rechtvaardigheid en duurzaamheid. En die verbinding, hoe goed en noodzakelijk ook, kan er op enig moment toe leiden dat we onvoldoende openstaan voor ontwikkelingen buiten Volt.
En daarom is de nieuwe vorm van politiek bedrijven waar Volt voor staat – dialoog, respectvolle omgang met politieke tegenstanders, gericht zijn op samenwerking en oplossingen – niet alleen mooi, maar voor onszelf ook noodzakelijk. We willen immers voortdurend met iedereen het goede gesprek blijven voeren. En dan helpt het als we ons realiseren dat we er met die snelle, intuïtieve meningsvorming ook af en toe behoorlijk naast kunnen zitten.
Martin Gravelotte
Kandidaat Tweede Kamerlid