In de ban van het referendum

Brexit. Wie is dat onderwerp niet helemaal zat? Vijf lange jaren, waarin twee kampen, die voordat David Cameron begin 2016 het referendum aankondigde zelf niet eens wisten dat ze bestonden, zich volledig hebben ingegraven in loopgraven gestut met ideologische grootspraak. Het treurige gevolg: toen het erop aankwam kon het eigenlijk niemand nog iets schelen of er een deal of no deal kwam, zolang het maar voorbij was en we weer verder konden. 

27 dec. 2020

De deal, en daarmee de tamelijk harde Brexit, is inmiddels een feit en alles wat over Brexit gezegd kan worden is eigenlijk al een keer gezegd. Echter, het hele Brexit debacle heeft wat mij betreft een aantal zwakke plekken van het huidige democratische stelsel blootgelegd waar het daarentegen bijna nooit over is gegaan. Allereerst kun je je namelijk terecht afvragen hoeveel macht er überhaupt bij één individu of partij moet kunnen komen te liggen. In dit geval een David Cameron, zelf remainer, die dacht slim te zijn door een referendum te beloven als hij de verkiezingen zou winnen. Politieke spelletjes, om zo zowel de groeiende groep anti-EU Tories als UKIP de loef af te steken. Dat referendum kon vervolgens gemakkelijk georganiseerd worden omdat de Conservative Party een absolute meerderheid in het Britse Lagerhuis had.

Een absolute meerderheid met slechts 37% van de stemmen behorend tot minder dan een kwart van het electoraat [1]. Mogelijk gemaakt door het first-past-the-post-systeem: een meerderheidsstelsel waarbij iemand het hele district vertegenwoordigt na het krijgen van de meeste stemmen. Tegelijkertijd had een partij die 13% van de stemmen kreeg – UKIP – slechts één van de 650 zetels in het Lagerhuis. Hier mag je je – weer terecht – afvragen hoever het de facto mandaat van parlementsverkiezingen werkelijk reikt als de vertegenwoordiging vervolgens zo scheef is.

Gelukkig is vooral dat eerste punt in Nederland minder relevant. We hebben hier nog nooit een regering gehad die uit één politieke partij bestaat, en daarbij is dankzij de lage kiesdrempel van ten minste één zetel de vertegenwoordiging bijna volledig evenredig. Of het parlement uiteindelijk een goede afspiegeling is van de samenleving is weer een andere kwestie. Gekeken naar verkiezingsopkomst en partijlidmaatschap lijkt de politieke betrokkenheid in Nederland over de afgelopen drie decennia daarnaast ook vrij constant gebleven[2]. Kijk je echter verder, dan zie je dat de ledenaantallen van de gevestigde partijen sinds 2000 zijn gehalveerd. Dit kan vooral verklaard worden door de opkomst van one-issue partijen zoals de PvdD, DENK, en 50plus; en recentelijk door de opkomst van het rechts-populistische FvD [3]. Een voor een protestpartijen die zijn ontstaan uit de onvrede over de hedendaagse politiek. Is het vertrouwen in de Nederlandse politiek, en daarmee het mandaat van diens stelsel, dan toch aan het afbrokkelen?

Dan is er het referendum zelf. Op de eerste plaats lijkt dat een mooi democratisch hulpmiddel, juist om een duidelijk mandaat te verlenen rondom grote en ingrijpende kwesties. Immers: Hoe kan het zetten van een kruisje achter een partij of persoon nou iemands genuanceerde kijk op onze samenleving en de wereld daarbuiten overbrengen? Dat kan niet. Toch denk ik dat een referendum in zijn traditionele vorm (zoals bij Brexit, maar ook het Oekraïne Referendum) niet het juiste antwoord is. Volgens mij kan een complex probleem in een constant veranderende wereld niet gedegenereerd worden tot twee korte antwoorden: ja of nee.

Mogelijk nog meer dan verkiezingen, leiden referenda tot verdeeldheid binnen een samenleving. Na het desastreuze verloop van het Brexit Referendum, dat menige familie heeft gespleten, hoef ik daar waarschijnlijk nog weinigen van te overtuigen. Ook leiden referenda, net als verkiezingen, tot een golf van manipulatie.  De snelle verspreiding van nepnieuws op sociale media hebben dit effect de laatste jaren doen escaleren. Kijk bijvoorbeeld naar de verspreiding van desinformatie door Russische trollen tijdens zowel het Brexit referendum als het Oekraïne referendum [4,5].Bovendien is het bedenkelijk om van iedereen te verwachten dat ze de tijd hebben om zich een vaak zo belangrijke en complexe kwestie volledig eigen te maken, zonder daarvoor gecompenseerd te worden. 

Toch is het wenselijk om onze democratie te versterken door meer inspraak mogelijk te maken. Niet op de laatste plaats om de wind uit de populistische zeilen te nemen, die voortgedreven worden door het idee dat er een elite is die haar wil oplegt aan het volk. En daarmee is de roep om referenda volkomen te begrijpen. Veel partijen hebben de invoering van een nieuwe referendumwet dan ook weer opgenomen in hun verkiezingsprogramma, ondanks het mislukken van de Wet raadgevend referendum van 2015.

Er zijn echter veel meer vormen van democratische besluitvorming mogelijk; democratie is niet synoniem aan een stembusgang. Denk daarbij bijvoorbeeld aan burgerbegrotingen waarbij overheidsuitgaven evenwichtiger en transparanter worden, het creëren van digitale tools die contact met volksvertegenwoordigers makkelijker maken, een vast aandeel van gelote zetels binnen bestaande volksvertegenwoordigingen, of tijdelijke burgerraden die tot stand komen via loting.

Met name dat laatste is een veelbelovend instrument dat op elk niveau effectief toegepast kan worden. Belangrijke kwesties kunnen worden voorgelegd aan een gelote burgerraad (citizens' assembly in het Engels), die vervolgens de kans krijgt om in beraad te gaan en om bijvoorbeeld advies van experts te krijgen alvorens te stemmen. Op deze manier weet je zeker dat degenen die stemmen de tijd hebben genomen om zich te verdiepen in het onderwerp, zonder gevaar voor nepnieuws, zonder verregaande polarisatie, en volledig transparant. Vergelijk het met een parlement, maar dan zonder partijpolitiek, zonder persoonlijke carrière belangen, en met een daadwerkelijk goede afspiegeling van de samenleving.Zulke burgerraden kunnen ten slotte hand in hand gaan met referenda, bijvoorbeeld door juist een heel concreet voorstel te ontwikkelen dat uiteindelijk via een referendum al dan niet aangenomen kan worden. Het een sluit het ander dus ook zeker niet uit.

Volt wil zich via dit soort initiatieven inzetten voor een sterke en vernieuwende democratie die mensen samenbrengt in plaats van verdeelt, en mensen verantwoordelijkheid geeft in plaats van kleineert.

Hoe Volt dat precies wil doen kun je lezen in het verkiezingsprogramma. Centraal staan in ieder geval het organiseren van burgerraden en het invoeren van burgerbudgetten, maar ook de invoering van gekozen burgemeesters, de oprichting van een Constitutioneel Hof, en de mogelijkheid voor het Europees Parlement – het enige direct gekozen orgaan van de EU – om zelf wetsvoorstellen te kunnen doen.

Jeroen Koendjbiharie

kandidaat Tweede Kamerlid

Referenties:

[1] https://www.theguardian.com/commentisfree/2016/jun/29/brexit-disaster-electoral-reform-tories-referendum

[2] https://www.parlement.com/id/vi1rc8i7wktq/ontwikkeling_ledental_politieke_partijen

[3] https://dnpp.nl/themas/leden

[4] https://www.groene.nl/artikel/hoe-russische-trollen-inspelen-op-westerse-angsten

[5] https://www.theguardian.com/world/2017/nov/14/how-400-russia-run-fake-accounts-posted-bogus-brexit-tweets