Waarom Volt toch voor beboeten van buitenslapen stemde
Eind 2024 vond er in de gemeenteraad van Utrecht een emotioneel debat plaats over een gevoelig onderwerp: buitenslapers. Meerdere partijen dienden een voorstel in om het beboeten van buitenslapen uit de APV (Algemene Politie Verordening) te schrappen. Na uitgebreid overleg heeft Volt besloten om tegen dit voorstel te stemmen, waardoor beboeten van buitenslapen mogelijk blijft. Deze keuze roept wellicht vragen op, en daarom wil ik ons standpunt graag nader toelichten.
De feiten op een rij
Laten we beginnen met de cijfers. In Utrecht wordt buitenslapen zelden beboet. In de eerste helft van 2024 gebeurde dit slechts zeven keer. Ter vergelijking: in Amsterdam lag dat aantal rond de 700. Deze grote terughoudendheid is bewust beleid. Er mag dus wel beboet worden maar we zoeken liever naar andere oplossingen.
Het uitgangspunt in Utrecht is helder: mensen horen niet op straat te slapen. Tegelijkertijd biedt de lokale overheid samen met partners hulp en ondersteuning aan mensen die door omstandigheden gedwongen zijn buiten te overnachten. Bijvoorbeeld door hen te verwijzen naar zorginstellingen of naar de mogelijkheden van nachtopvang.
Overlast en volksgezondheid
Buitenslapen komt in verschillende vormen voor: van een enkele slaper in een speeltuin tot geïmproviseerde kampementen in parken. Dit kan hinder, overlast en gevoelens van onveiligheid oproepen bij omwonenden en passanten. Ook zijn er risico's voor de volksgezondheid, zoals hygiëne-problemen en de verspreiding van ziektes.
Een netwerk van zorg
De gemeente en politie werken nauw samen met zorgorganisaties als Jellinek, Barka, Buurtteam, Altrecht en het Leger des Heils. In de binnenstad is het 'erop af team' actief, een samenwerkingsverband dat op straat mensen die zorg nodig hebben probeert te helpen.
De aanpak volgt een duidelijke trap:
In gesprek gaan met de persoon
Begeleiden naar passende zorg
Waarschuwen (mondeling of schriftelijk)
Als uiterste middel: beboeten
Het begint dus altijd met hulp en ondersteuning. Pas wanneer iemand herhaaldelijk overlast veroorzaakt en hulp weigert, wordt soms een boete opgelegd..
Waarom dan toch beboeten?
Een boete is géén financiële winstpost. De meeste overtreders hebben namelijk geen postadres, waardoor het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) de boetes niet kan innen. Zonder postadres worden boetes simpelweg niet opgepakt.
En hier zit juist de crux: binnen de persoonsgerichte aanpak kunnen op maat afspraken worden gemaakt over openstaande boetes. Soms kan dat via een voorwaardelijke hechtenis, of door omzetting naar een taakstraf via de rechtbank. Voor een aantal mensen is dit een doeltreffende manier gebleken om tóch een zorgtraject op te starten.
Omdat beboeten van overlast alleen mag bij heterdaad, is het een uiterste middel om mensen alsnog bij de hulpverlening te krijgen wanneer andere wegen zijn uitgeput.
Een lastige maar bewuste keuze
In een emotioneel betoog vroegen de wethouder en burgemeester de raad dit laatste redmiddel niet uit handen te geven. Na zorgvuldige afweging hebben wij bij Volt besloten hieraan gehoor te geven. Niet omdat we buitenslapers willen straffen, maar omdat we willen dat iedereen de zorg krijgt die hij of zij nodig heeft – ook als dat via onconventionele wegen moet.
Het is een dilemma waar geen perfect antwoord op bestaat. Maar door beboeten als allerlaatste optie te behouden, houden we een instrument in handen om ook de meest kwetsbare mensen niet uit het oog te verliezen.
Heb je vragen over dit standpunt of wil je in gesprek? Neem gerust contact op.