Bezoek biologisch dynamische boerderij
Op zaterdag 2 september hebben een aantal leden van Volt Fryslân een bezoek gebracht aan de extensieve veeboerderij van Sytse Gerritsma en Tiertsje Smink. Zij runnen een biologisch dynamische boerderij in het prachtige Elahuizen. Sytse bracht een positief en inspirerend verhaal dat laat zien dat, ondanks wat de aggrilobby en de BBB ons willen doen denken, anders boeren wel degelijk een optie is!
Waarom deze andere vorm van boeren?
Sinds de jaren ‘50 is de ontwikkeling van de landbouw in Nederland volledig gericht op schaalvergroting. Hierdoor zijn we volgens Sytse afgedwaald van het pure boeren: boeren op basis van natuurlijke principes. Als boer ben je bijna volledig afhankelijk van de agri lobby. Elke oplossing van de grote agri bedrijven zorgt weer voor een probleem. Dezelfde bedrijven komen vervolgens weer met een oplossing voor het probleem dat zij zelf gecreëerd hebben. Hierdoor komen boerenbedrijven in een vicieuze cirkel van het agri-business systeem. Daarom kiest Sytse er heel duidelijk voor om buiten het systeem te boeren. Dit doet hij bijvoorbeeld door de koeien geen ander voedsel te geven dan gras, geen gebruik te maken van kunstmest of het hebben van melkrobots.
De cijfers
Eerst de cijfers op een rij. Sytse en Tiertsje hebben in totaal 83ha land waarvan 26ha natuurland is en 57ha grasland. Hierbij moet gelijk worden opgemerkt dat de 57ha grasland niet bestaat uit het Engelse raaigras, maar uit een tiental verschillende soorten grassen. Menig boer zou dit grasland dus ook als natuurland zien. Op deze prachtige grasmat lopen gemiddeld 80 melkkoeien rond, wat betekent dat de grootvee eenheid (GVE) per hectare uitkomt op maar 1.3, ver onder het gemiddelde van 2.2 GVE p/ha in Nederland. De koeien geven gemiddeld 6000 liter melk per jaar en ook dit is ver onder het gemiddelde, wat ongeveer tussen de 9000-10000 liter per koe per jaar ligt.
De vraagtekens
Als we deze cijfers bekijken rijst gelijk de vraag of dit model van boeren wel uit kan, een koe van Sytse geeft immers veel minder melk dan koeien op andere bedrijven. De boerderij draait echter prima. Na 5 jaar op deze manier boeren hielden Sytse en Tiertsje hun eigen broek op. De nuance hierbij is dat er wel mensen moeten zijn die extra willen betalen voor het product dat op een biologisch dynamische manier is geproduceerd. Lokaal produceren en lokaal consumeren stimuleert de betrokkenheid van de consument. Daarbij scheelt dit aanzienlijk in het distributiekanaal, onder meer minder kosten en vervuiling door vervoer. Sytse werkt nauw samen met het biologisch akkerbouwbedrijf FARMily in Harich. Daar is ook een winkel, waar biologische producten (onder meer vlees van Sytse’s boerderij) worden verkocht. De omzet van deze winkel groeit de laatste tijd behoorlijk omdat er vraag is naar zulke lokale initiatieven. Op deze wijze ontstaat er een breed aanbod van biologische producten, zowel vlees, zuivel als akkerbouwproducten.
Er ligt zeker ook een rol voor de overheid om extensief boeren te promoten, iets wat op dit moment niet gebeurt. Als boeren worden beloond voor hun extensieve manier van veehouden, kan de prijs van deze geproduceerde melk ook verlaagd worden.
We moeten natuurlijk niet alleen naar het financiële plaatje kijken, want een lagere voedselproductie zorgt ook voor angst: als alle boeren zo gaan boeren, is er dan straks nog wel genoeg voedsel op de wereld voor de mens? Echter, we produceren steeds meer voedsel met een lagere voedingswaarde waardoor er netto niet meer voeding is. Daarnaast produceren we nu vooral op de korte termijn veel voedsel maar doen we dit met verlies voor bodemvruchtbaarheid en biodiversiteit. Hiermee brengen we dus op de lange termijn de voedselzekerheid juist in gevaar. Wereldwijd groeit +/- 70% van ons voedsel op percelen met zeer lage opbrengst. In Nederland produceren we bijvoorbeeld 11 ton graan per ha, terwijl dat in andere plekken op aarde rond de 3 ton kan liggen. We moeten inzetten op een betere manier van landbouw toe te passen op deze gronden, bijvoorbeeld door minder kunstmest, meer organische stof, en betere bodemvruchtbaarheid. Op die manier kunnen we van die 3 ton graan per ha 3,5 ton graan per ha maken waardoor er genoeg voedsel is. Als laatste heeft voedseltekort in veel gevallen meer te maken met het verkeerd verdelen van voedsel dan dat er daadwerkelijk een tekort is. Immers, de voedselproducent verkoopt zijn product liever duur aan iemand die er voor betaalt dan dat hij produceert voor iemand die het niet kan betalen.
Dus wat moet er gebeuren?
Boeren moet weer simpel gemaakt worden: terug naar boeren op basis van natuurlijke principes;
De macht van de agribusiness moet verkleind worden;
De regeldruk moet verkleind worden door in te zetten op kaders gericht op extensieve landbouw;
Binnen deze kaders moet de overheid de boeren het vertrouwen geven om op hun eigen manier te boeren; elke boerderij is immers anders;
Het herverdelen van de Europese landbouwsubsidies zodat er niet wordt geïnvesteerd in kleinere percelen in Nederland nóg effectiever te maken, maar juist wordt ingezet op andere gebieden waar veel meer winst valt te behalen.