7. Ga voor een veilige stad in een veilig Europa

Iedereen vrij en veilig

1 Vrij zijn zonder discriminatie, racisme, seksisme en uitsluiting

  • We gaan door met de overkoepelende aanpak van de gemeente Amsterdam om alle vormen van discriminatie, racisme, seksisme en uitsluiting tegen te gaan. We bevorderen de emancipatie en inclusie van groepen die hiermee te maken hebben. Volt is ervan overtuigd dat dit vraagt om een structurele aanpak en dat Amsterdammers niet gebaat zijn bij tijdelijke, losse initiatieven. We gaan door met de campagne ‘Kom op Amsterdam!’

  • We geven structurele (financiële) ondersteuning aan programma’s, initiatieven en bijeenkomsten die als doel hebben om mensen met verschillende achtergronden en overtuigingen samen te brengen. Daarbij betrekken we rolmodellen om sociale normen tegen discriminatie en racisme uit te dragen. Een mooi voorbeeld is het initiatiefvoorstel ‘Bekend maakt bemind’ dat Itay Garmy (raadslid Volt) met Sheher Khan (raadslid Denk) in 2023 indienden. 

  • We investeren in inclusief onderwijs op alle scholen. Denk aan lespakketten en voorlichtingen over diversiteit, koloniale geschiedenis, seksuele en genderdiversiteit, LHBTQIA+-rechten, antidiscriminatie, bewustzijn over (seksueel) geweld tegen vrouwen en (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. We stellen financiering beschikbaar voor zowel het gratis ter beschikking stellen van lespakketten als het waarborgen van voldoende middelen voor voorlichtingsprogramma’s van organisaties. Zo willen we alle Amsterdamse middelbare scholen bereiken. De gemeente spant zich in om zo veel mogelijk scholen te bereiken, te ondersteunen en te faciliteren. 

  • Volt wil dat de gemeente er in haar wervingsbeleid naar streeft een organisatie te zijn die een goede afspiegeling vormt van de diversiteit van Amsterdam. De verschillende perspectieven, achtergronden en ervaringen die verschillende werknemers meebrengen zijn tenslotte van grote waarde. Een diverse samenstelling helpt bovendien om discriminatie, racisme, seksisme en uitsluiting sneller te herkennen én aan te pakken. Op dit moment ontbreekt het vooral in de hoogste functies in de organisatie aan diversiteit. In het wervingsbeleid voor deze functies moet dan ook extra inspanning worden verricht. 

  • Volt wil een publiekscampagne om te zorgen dat het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam (MDRA) bekender wordt, zodat inwoners die slachtoffer zijn van racisme, seksisme en discriminatie zich melden en ondersteund worden.

  • De gemeente moet het goede voorbeeld geven, door een veilige en inclusieve werkomgeving te bieden waar racisme, discriminatie, seksisme en pestgedrag niet getolereerd worden. Volt maakt zich zorgen over de uitkomsten uit eerdere onderzoeken, waaruit blijkt dat veel medewerkers van de gemeente ongewenst gedrag ervaren. Dit vraagt volgens ons om een interne cultuurverandering, heldere gedragsregels en zorgvuldige registratie en opvolging van meldingen. 

  • We gaan etnisch profileren door de politie tegen, met een combinatie van maatregelen. Eén maatregel is onvoldoende, gezien de complexiteit van dit probleem. Daarom zetten we bijvoorbeeld in op meer diversiteit in het politiekorps, trainingen aan politieagenten om hen bewust te maken van vooroordelen, laagdrempelige registratie van controles door agenten (zoals stopformulieren), duidelijke richtlijnen voor aanhouding en fouillering, en de inzet van ‘discriminatie-recherceurs’ binnen het politiekorps en vanuit het Landelijk Expertisecentrum Discriminatie (LECD).

2 Geen plek voor (huiselijk) geweld, haat en intimidatie

  • We gaan door met de regionale aanpak tegen geweld achter de voordeur, zoals huiselijk geweld en kindermishandeling. We trainen professionals om signalen beter te herkennen, ook bij inwoners uit andere culturen of die niet de Nederlandse taal spreken. 

  • We zetten in op preventie van geweld, haat en intimidatie. Hierbij kunnen we leren van het Mentor’s in Violence Prevention programma dat Zweden gebruikt. Dit is een trainingsmethode waarbij jongeren en jongvolwassenen worden getraind als mentor, om vervolgens opvattingen en gedragingen over gendergerelateerd geweld, pesten en intimidatie te bediscussiëren. Zo leiden we kritische omstanders op die situaties op een veilige manier kunnen aanpakken en die meer mensen een spiegel voorhouden.

  • Vol wil dat we zorgen voor laagdrempelige en bekende meldpunten waar slachtoffers van geweld, haat en intimidatie terecht kunnen. Hiervoor is meer bekendheid over bestaande meldpunten nodig, bijvoorbeeld door bewustwordingscampagnes. Nog te vaak melden slachtoffers incidenten niet, omdat ze denken dat hun ervaring niet “ernstig” genoeg is of dat melden geen zin heeft als ze niet weten wie de dader is. Slachtoffers moeten zich ook digitaal en anoniem kunnen melden. 

  • We vergroten de bereikbaarheid, vindbaarheid en bekendheid van het Centrum Seksueel Geweld. Er wordt gemonitord of de beschikbare middelen voor het centrum voldoende zijn. Als dit nodig is om aan de hulpvraag van slachtoffers te blijven voldoen, wordt de financiële steun vanuit de gemeente uitgebreid. 

  • Volt wil dat de gemeente verkent welke technologie zij nog meer kan benutten om slachtoffers te helpen. Zoals het ‘slachtofferdevice’ dat Rotterdam met succes gebruikt en dat de locatie van de enkelband van een pleger kan detecteren en aan de reclassering kan doorgeven als die te dichtbij komt. Of de EviSafe app, waarmee slachtoffers van seksueel en huiselijk geweld handsfree bewijs kunnen verzamelen of iemand anders kan alarmeren bij levensbedreigende situaties. 

3 Een gerichte aanpak tegen femicide

  • We komen met een gerichte aanpak om femicide te voorkomen met aandacht voor vroegsignalering, erkenning, bewustwording, educatie en toegankelijke zorg. We nemen daarin voorzieningen op voor daders en slachtoffers en regelen langdurige ondersteuning en nazorg voor slachtoffers. Hierbij maken we gebruik van de ervaringen van het Centrum Seksueel Geweld en Veilig Thuis.

  • We bieden femicide-training voor hulpverleners en zorgen voor een gemeentelijke publiekscampagne over signalen van intiem terreur en herkenning van de piramide van geweld.  

  • Bij signalen van huiselijk geweld zetten we in op een voortvarende toepassing van de Wet tijdelijk huisverbod en op goede hulp aan slachtoffers, (mogelijke) plegers en betrokken kinderen.

  • We ondersteunen de oprichting van Platform Stop Geweld Tegen Vrouwen van de Politie Eenheid Amsterdam en het Parket Amsterdam (Openbaar Ministerie) om vrouwelijke slachtoffers van (seksueel) geweld beter te ondersteunen. Zo krijgen agenten extra training om signalen van (seksueel) geweld tegen vrouwen beter te herkennen en eerder in te grijpen bij dreigend geweld, mishandeling en femicide.

  • We zorgen (regionaal) voor voldoende veilige en passende opvangplekken bij huiselijk geweld, die voldoen aan de normen van het Verdrag van Istanbul, met aandacht voor veiligheid, traumazorg en begeleiding op maat. We houden hierbij tenminste de norm van 1 plek op 10.000 inwoners aan.

4 Een veilige stad vraagt om veilige buurten

  • We zetten meer in op veiligheidsambassadeurs in de wijken en buurten. Denk aan buurtvaders en -moeders, jeugdwerkers en andere sleutelfiguren. Zij zijn onmisbaar voor een veilige stad. Deze ambassadeurs staan in direct contact met buurtbewoners en kunnen gevoelens van onveiligheid signaleren, onveilige situaties de-escaleren en beter de verbinding leggen tussen inwoners, de politie en de gemeente. Deze veiligheidsambassadeurs worden erkend en gehoord als gelijkwaardige partners. 

  • We zetten in op een brede toepassing van herstelrecht bij sociale conflicten in de stad, zoals conflicten op school, in de buurt of met hulpverleners die zijn uitgemond in geweld of andere strafbare feiten. De nadruk ligt niet op vergelding door het bestraffen van de dader, maar op herstel van de schade en het bevorderen van verzoening tussen de betrokkenen. 

  • Volt steunt ook de ambitie om in elk stadsdeel een buurtrechtbank op te richten voor kleine, eenvoudige rechtszaken, naar voorbeeld van de buurtrechtbanken in Venserpolder, Zuidoost en Geuzenveld-Slotermeer. 

  • We bieden passende hulp aan mensen met onbegrepen gedrag, gebaseerd op de bewezen Peer-supported Open Dialogue (POD) aanpak. Deze aanpak wordt veel ingezet in Finland en Engeland en steeds meer in Nederland. Centraal in deze aanpak staan de onmiddellijke hulp, het uitgangspunt dat er niets wordt besproken over de cliënt zonder de cliënt, en het vanaf het begin inschakelen van het netwerk van de cliënt om te helpen bepalen wat er speelt en welke hulp nodig is. 

  • We zetten in op maatregelen in de openbare ruimte, zodat Amsterdammers zich er veilig kunnen voelen. We baseren ons hierbij op de CPTED-principes, een wereldwijde aanpak om een sociaal veilige openbare ruimte in te richten. CPTED staat voor Crime Prevention Through Environmental Design.

  • Volt staat achter een landelijk vuurwerkverbod voor consumenten. We steunen een terughoudend gemeentelijk beleid ten aanzien van ontheffingen voor vuurwerk en oudejaarsvuren, tenzij deze aantoonbaar veilig zijn en breed gedragen worden door de gemeenschap. Volt ziet meer in alternatieven, zoals licht-, laser- en droneshows, die veel veiliger en duurzamer zijn, en bovendien minder overlast en schade veroorzaken voor mens, dier en natuur. 

  • Digitalisering biedt kansen, maar verkeerde inzet bedreigt ook de veiligheid, bijvoorbeeld door illegale inzet van grootschalige realtime gezichtsherkenning of sleepnetten. Volt wil een verplichte mensenrechtentoets bij nieuwe wetgeving in het veiligheidsdomein. Hierin toetsen we of de voorgestelde maatregelen voldoen aan de minimumeisen voor de bescherming van fundamentele rechten en vrijheden van inwoners. Waar mogelijk zijn we terughoudend met realtime gezichtsherkenningstechnologie in de openbare ruimte en zetten we in op alternatieven, zoals betere verlichting, de inzet van menselijk toezicht en crowd management (het veilig verzamelen en verplaatsen van groepen mensen). 

  • Volt is in de basis terughoudend met de inzet van cameratoezicht in de openbare ruimte en verkiest menselijk toezicht en sociale interventies. Echter, in straten of buurten waar de veiligheid voor bewoners onhoudbaar lijkt te worden maken we, zo lang er capaciteitsproblemen zijn bij de politie, cameratoezicht mogelijk als ondersteunend middel om straatcriminaliteit en ernstige overlast terug te dringen. 

De buurt proactief en goed voorbereid in crises 

  • We introduceren ‘weerbaarheidsambassadeurs’ in alle wijken. Dit zijn betrokken bewoners, ondernemers of professionals die helpen om informatie te verspreiden, de buurt betrekken bij voorbereidingen en die aanspreekpunt zijn bij crises. In Zuid-Limburg wordt al met succes gewerkt met zulke ambassadeurs. 

  • We brengen in kaart welke publieke ruimtes kunnen dienen als tijdelijke schuilplekken bij acute dreiging, zoals parkeergarages of metrostations. Deze communiceren we actief met inwoners, ook via de weerbaarheidsambassadeurs. We bouwen voort op internationale voorbeelden (zoals Duitsland en Finland) waar schuilplekken wél publiekelijk bekend zijn.

  • We werken samen met onderwijsinstellingen (mbo, hbo en wo) en het Rode Kruis Nederland om studenten EHBO-trainingen aan te bieden zodat zij in staat zijn eerste hulp te bieden in noodsituaties. 

  • We verkennen hoe we technologie kunnen inzetten om bij crises snel informatie te delen en inwoners die hulp nodig hebben te verbinden met Amsterdammers en Weespers die hulp willen bieden. Daarbij leren we van Dresden, waar hier veel ervaring mee is opgedaan tijdens de overstromingen in 2023, toen de Facebook-groep Fluthilfe Dresden binnen enkele dagen 50.000 volgers mobiliseerde om te helpen met zandzakken, eten, onderdak en vervoer. 

5 Vertrouwen tussen inwoners en hulpverleners

  • We investeren in initiatieven om inwoners, boa’s en politie elkaar beter te leren kennen. Denk aan wijkbijeenkomsten in een sportkantine, buurthuis of café. Maar ook door projecten als Politiekids en Politie Hunt, waarmee kinderen en hun ouders inzicht krijgen in het politiewerk en een goede relatie wordt opgebouwd. 

  • Geweld en agressie tegen boa’s, politieagenten en andere hulpverleners is onacceptabel. We zetten ons ervoor in om één uniform registratiesysteem te ontwikkelen voor incidenten. Dit systeem zorgt voor een eenduidige registratie van fysieke én online incidenten en een vereenvoudigd aangifteproces. We hebben daarbij extra aandacht voor online bedreigingen die hulpverleners krijgen, en zorgen voor snelle opvolging om bedreigende content te verwijderen en daders op te sporen.  

  • We bieden passende ondersteuning voor hulpverleners die te maken hebben gehad met agressie en geweld, inclusief hun gezinnen. We nemen daarbij de herziene Richtlijn psychosociale ondersteuning binnen hoog-risico beroepen als leidraad. Het slachtoffer wordt na een melding binnen 24 uur gecontacteerd door een getraind opvangteam. 

  • We zorgen voor betere praktijken bij hulpverlening, door een onafhankelijk klachtenmeldpunt in te richten voor klachten over de politie, boa’s, brandweermensen en andere hulpverleners. Dit meldpunt onderzoekt klachten of incidenten objectief. Het meldpunt is laagdrempelig toegankelijk voor alle Amsterdammers en biedt duidelijke, snelle en transparante hulp. In Engeland en Wales heeft deze aanpak het vertrouwen van burgers in de politie en de rechtsstaat verhoogd, doordat burgers zich serieus genomen voelen. 

  • We bieden slachtoffers van onjuist optreden van hulpdiensten passende juridische ondersteuning en emotionele hulp. We werken daarbij nauw samen met Slachtofferhulp Nederland, het Juridisch Loket en de Nationale ombudsman. Het moet voor slachtoffers duidelijk zijn welke hulp zij kunnen krijgen en deze informatie dient de gemeente en de hulpdiensten actief aan slachtoffers te delen op het moment dat zij zich melden met een klacht. 

6 Digitale weerbaarheid 

  • We blijven ons binnen de Cities Coalition for Digital Rights (CC4DR) – waar ook steden als Helsinki, Barcelona en New York in zitten – inzetten voor de digitale rechten van Amsterdammers en Weespers. Dit betekent dat we actief bijdragen aan het beschermen van privacy, digitale inclusie en transparantie in technologiegebruik.

  • We investeren in gratis trainingen en cursussen voor jongeren, ouderen en andere inwoners met een verhoogd risico om slachtoffer te worden van online criminaliteit. Met deze trainingen en cursussen krijgen zij inzicht in online risico’s en hoe ze daarmee om kunnen gaan. Dit bieden we aan op scholen, in buurthuizen en in bibliotheken. 

  • We richten laagdrempelige lokale meld- en hulplijnen in voor online criminaliteit om problemen vroegtijdig te signaleren, te voorkomen dat problemen verergeren en te ondersteunen waar mogelijk. Deze meld- en hulplijnen bieden snelle hulp bij fraude, identiteitsdiefstal en cyberpesten. 

7 Grensoverschrijdende aanpak van criminaliteit en georganiseerde misdaad

  • We versterken het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC) en de  Ondermijningsbrigade. We willen meer middelen en capaciteit om controles uit te breiden, sneller signalen op te pakken en gerichte interventies te doen in risico-sectoren, zoals horeca, vastgoed en logistiek. 

  • We blijven inzetten op Bibob-toetsen en breiden die waar nodig uit, om zo te voorkomen dat vergunningen, subsidies, aanbestedingen en vastgoedtransacties van de gemeente worden misbruikt voor criminele activiteiten. 

  • We zorgen ervoor dat de aangewezen meldpunten en veiligheidsprotocollen voor bedreigde ondernemers, ambtenaren, journalisten, bestuurders en politieke ambtsdragers bekender en toegankelijker worden. Waar nodig, richten we aanvullende meldpunten en veiligheidsprotocollen in. 

  • Volt wil dat de gemeente zich in de landelijke politiek hard maakt voor extra politiecapaciteit om criminaliteit in de stad tegen te gaan. Nu blijft veel criminaliteit onbestraft door een gebrek aan capaciteit. Daarom wil Volt extra rechercheurs en wijkagenten, die zich kunnen richten op cybercrime en ondermijning.  

  • We versterken de samenwerking met De Nederlandsche Bank (DNB), de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD), FIU-Nederland, Europese steden en initiatieven (zoals het Anti-Money Laundering Authority, die ook in Amsterdam gevestigd is) om criminele financiële geldstromen op te sporen.

8 Amsterdam als veilige haven

  • We richten een internationaal expertisecentrum op voor media in ballingschap. Dit centrum kan zorgen voor kennisdeling tussen gevluchte journalisten, inzetten op gezamenlijk gebruik van faciliteiten (voor bijvoorbeeld journalistieke producties of digitale beveiliging) en de samenwerking met lokale, landelijke en wereldwijde media verbeteren.

  • We komen met een “welkomsloket” voor (bedreigde) journalisten, activisten en academici die zich willen vestigen in Amsterdam. We bieden informatie over verblijf, juridische ondersteuning, tijdelijke huisvesting, psychosociale hulp en integratie. Ook verwijzen we door naar ngo’s, onderwijsinstellingen en media.

  • In een vrije stad zijn de kennisinstellingen de motor van onafhankelijk denken en onderzoek. Zij moeten beschermd worden tegen ongewenste beïnvloeding door politiek, commercie en ideologie.   

  • We bieden gevluchte journalisten, academici en activisten ondersteuning om hun werk te blijven voortzetten. Denk bijvoorbeeld aan het bieden van gedeelde werkplekken met (digitale) beveiliging of mentorprogramma’s waarbij zij worden gekoppeld aan lokale journalisten, academici of mensenrechtenexperts.

9 Veilig feesten

  • Iedereen moet festivals en evenementen veilig kunnen bezoeken, daar nemen we concrete extra stappen voor. Op ieder festival moet een preventiestand met informatie over veilig feesten en een vrouwelijke vertrouwenspersoon aanwezig zijn. Ieder festival of evenement moet een rechtstreeks noodnummer hebben naar de dienstdoende beveiliging, waar je naartoe kunt bellen of appen als je je onveilig voelt. Al deze maatregelen staan duidelijk op de website en op borden op het evenement. 

  • Volt wil dat de gemeente het aantal meldingen over onveilige situaties op festivals en evenementen monitort. Organisatoren die niet adequaat ingrijpen in reactie op incidenten, kunnen in de toekomst hun subsidies en vergunning verliezen.

  • Het project ClubEthics, het initiatief van stichting Nachtburgemeester om het nachtleven veiliger en inclusiever te maken, krijgt financiering tot en met ten minste 2030. Zo kan de Nachtburgemeester verder met het opzetten van campagnes, het organiseren van workshops en trainingen over sociale veiligheid en uitbreiding van een platform dat clubs verantwoordelijk houdt om het nachtleven veiliger te maken. De gemeente stelt ook ruimtes beschikbaar en helpt met informatievoorziening en advisering. 

  • De gemeente initieert een convenant tussen horecabedrijven, politie, de gemeente en de Nachtburgemeester om te zorgen voor een veilig en inclusief uitgaansleven voor iedere bewoner en bezoeker van onze stad.