6. Ga voor een stad die bruist

Kunst, cultuur en nachtleven

1 Een sterkere en bloeiende culturele sector

  • Het kunst- & cultuurbudget van het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK) was in de afgelopen jaren onvoldoende om alle aanvragers met een positieve beoordeling een meerjarig subsidiecontract aan te bieden. Daarom zet Volt in op een verhoging van het budget van het AFK voor de meerjarige subsidies in het kader van het Kunstenplan. 

  • De gemeente Amsterdam houdt het bestaande budget voor alle eenmalige en periodieke subsidieregelingen en ondersteuning van kunst en cultuur (zoals voor podiumkunsten, gezelschappen, expositieruimtes, makers & projecten, film- en videokunst en de andere vormen die onder het budget vallen) ten minste in stand en past jaarlijks een indexering toe. 

  • We brengen de financiering van Europabrede culturele projecten, zoals Culture Moves Europe en Creative Europe, binnen bereik voor gemeente en makers. Volt wil een Europees netwerk van culturele partnersteden creëren, waar makers en instellingen connecties kunnen leggen met makers in andere lidstaten om in aanmerking te komen voor Europese subsidies. De gemeente ondersteunt regiohubs en lokale broedplaatsen om dit netwerk uit te bouwen en makers te helpen met hun Europese subsidieaanvraag. 

  • Volt wil met alle culturele instellingen die meerjarige financiering ontvangen structurele collectieve tariefafspraken maken voor zzp’ers per 1 januari 2027. Ook voor festivals en evenementen met meer dan 2000 bezoekers worden deze tariefafspraken een voorwaarde om subsidie van de gemeente te krijgen (na een overgangstermijn). De gemeente geeft zelf het goede voorbeeld: bij evenementen die vanuit de gemeente worden georganiseerd gelden dezelfde collectieve tariefafspraken. 

  • De gemeente investeert meer in de culturele infrastructuur, door leegstaande gebouwen beschikbaar te stellen voor kunst en cultuur. Van expositieruimtes en broedplaatsen tot ruimtes voor nachtcultuur. Ook leegstaande etalages kunnen ingezet worden als tijdelijke expositieruimte. We reserveren een deel van de investeringen voor het creëren van permanente broedplaatsen. In de toekomst moeten ruimtes beschikbaar blijven voor nieuw talent. 

  • De gemeente maakt het via de omgevingsvergunning mogelijk dat makers hun ateliers ook mogen gebruiken als woonverblijf, zo lang de ateliers voldoen aan de geluids- en kwaliteitseisen uit het Besluit bouwwerken leefomgeving. Zo hoeven (beginnende) kunstenaars en makers geen dubbele lasten te betalen. 

  • Volt wil dat de gemeente samenwerkt met eigenaren van panden en met de Commissie voor Ateliers en (Woon)Werkpanden Amsterdam (CAWA) om jaarlijks meer woonateliers te realiseren. We zetten ook in op een doorstroomregeling en onderzoeken hoe we het delen van ateliers en broedplaatsen meer mogelijk kunnen maken. 

  • Volt wil dat de gemeente vaker gemengde bestemmingen toestaat op panden. In alle stadsdelen gaan we op zoek naar mogelijkheden om onbenutte ruimte te gebruiken voor functiemenging, zoals een combinatie van creativiteit, ondernemen, sport en groen. 

  • We onderzoeken of de ruimte onder viaduct Basisweg - het langste viaduct van de stad - kan worden benut als ruimte voor creatieve ondernemers, naar het voorbeeld van Tussen de Bogen. Denk aan kunstworkshops tussen de brugpijlers en één langgerekt openlucht kunstwerk dat onder de snelweg doorloopt. 

  • De gemeente gaat vanaf nu jaarlijks het aanbod qua oppervlakte aan culturele voorzieningen, vrije culturele ruimte, broedplaatsen en nachtcultuur monitoren en neemt dit op in haar beleid. Bij ongelijke spreiding over de stad grijpt de gemeente sneller in.  

  • Creëren blijft mensenwerk, ook in de toekomst. Volt vindt dat in een innoverende creatieve sector de auteursrechten van makers beschermd moeten worden. We zetten ons op landelijk en Europees niveau in voor transparantie- en licentieverplichtingen en een digitaal watermerk. Er ontstaat geen auteursrecht op (de delen van) content of werken die met GenAI zijn gegenereerd.

2 Kunst en cultuur voor iedereen, van iedereen

Iedereen moet van kunst kunnen genieten

  • We vragen extra inspanningen van de gemeentelijke musea en culturele instellingen om hun aanbod toegankelijk te maken voor bezoekers die drempels voor cultuurbezoek ervaren. Denk aan de inzet van blindentolken bij voorstellingen of aan prikkelarme avondopenstellingen. Dit nemen we op in de voorwaarden voor de gemeentesubsidie. 

  • De gebouwen waar de gemeentelijke musea en culturele instellingen in zitten moeten aan een hogere toegankelijkheidsstandaard gaan voldoen (ten minste de nieuwe NEN 9120). 

  • Alle jongeren moeten toegang hebben tot kunst en cultuur. Volt wil dat de musea die onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen op iedere eerste zondag van de maand gratis te bezoeken zijn voor jongeren onder de 27 jaar.

  • In navolging van Berlijn en het overweldigende succes van Museumnacht zet de gemeente in nauwe samenwerking met de theaterbranche stappen voor een Theaternacht: een theaterfestival in de hoofdstad waarin de nachtcultuur en theater elkaar ontmoeten en mensen op een unieke, laagdrempelige manier kunnen kennismaken met toneel, comedy en muziektheater.

  • We verhogen het budget van de Cultuurbus, zodat die nog meer kinderen, ouders en schoolbegeleiders kan laten kennismaken met het kunst- en cultuuraanbod van de stad.  

  • Volgens Volt is cultuureducatie onmisbaar voor de ontwikkeling van kinderen. De gemeente blijft het programma “Cultuureducatie met Kwaliteit” co-financieren, zodat basisscholen cultuurlessen kunnen blijven geven in hun lesprogramma. Volt pleit bij het Rijk voor een verhoging van het bedrag per inwoner dat gemeenten krijgen voor cultuureducatie. 

  • Cultuurparticipatie vergroot je zelfvertrouwen, maakt je productiever en stimuleert je verbeeldingskracht. Volt wil succesvolle projecten zoals ‘meer muziek in de klas’ graag uitbreiden. Daarom stellen we meer geld beschikbaar aan scholen, verenigingen en buurthuizen. We richting ons op scholen en buurten waar kinderen, jongeren en volwassenen weinig contact hebben met kunst en cultuur, voor meer kansengelijkheid. 

Meer makers toegang geven tot het systeem

  • We experimenteren met het eenvoudiger maken van aanvraagprocedures voor culturele subsidies. Gemeente Amsterdam lanceert een pilot waarin we allerlei manieren uitproberen om papieren drempels uit het systeem te halen. Denk aan een kleinere subsidie aanvragen met een video of auditie in plaats van een uitgebreide subsidieaanvraag, aan manieren om het publiek een deel van de subsidies te laten uitdelen of aan het versoepelen van verantwoordingseisen voor jonge makers. 

  • De gemeente creëert of verbreedt de subsidies voor Amsterdamse makers en cultuurinstellingen om onderbelichte verhalen en kunstvormen voor het voetlicht te brengen (zoals meer Street art in de stad). Als er vergunningen, ontheffingen of toestemmingen nodig zijn om een kunstproject van de grond te krijgen, dan ondersteunt de gemeente de aanvragers daarbij.

  • Volt wil dat het culturele aanbod de diversiteit van Amsterdam weerspiegelt in verhalen, makers en vormen. Daarom blijven we diversiteitscriteria stellen bij subsidieverlening, maar leggen we de nadruk op een eerlijkere verdeling van middelen in plaats van sturing op inhoud. We maken beoordelingscommissies diverser en geven hen de verantwoordelijkheid om een evenwichtige mix van makers en organisaties te ondersteunen. Zo ontstaat meer ruimte voor creatieve autonomie, terwijl het cultuuraanbod inclusiever en representatiever wordt. 

  • We vergroten het aantal openbare kunstwerken van en over vrouwen, mensen met een bi-culturele of migratieachtergrond en mensen met een beperking, bijvoorbeeld door dit op te nemen in aanbestedingseisen. We geven de Amsterdammers en Weespers uit de wijk of het stadsgebied de kans om inspraak te leveren of zelfs te kiezen welke kunstenaar het mag maken of welk kunstwerk er komt. 

  • Organisaties en makers uit ondervertegenwoordigde groepen krijgen extra ondersteuning van de gemeente bij hun subsidieaanvragen.

  • We maken de subsidieregeling ‘Ontwikkeling’ van het Amsterdams Fonds voor de Kunst structureel. We passen die zo aan dat naast jonge culturele organisaties ook jonge individuele makers (tot en met 27 jaar) een aanvraag kunnen indienen.

Een extra boost voor de drie stadsdelen met de minste kunst

  • Gemeente Amsterdam geeft vanaf nu in elk Kunstenplan een extra impuls aan de drie stadsdelen met de minste openbare kunstwerken, de minste broedplaatsen en de minste jonge makers. Omdat we elke vier jaar weer voor iedere categorie meten welke stadsdelen dat zijn, is kunst straks beter verdeeld over de stad. In de komende periode krijgen wijken in Nieuw-West, Noord en Zuidoost de extra investeringen. 

  • In de stadsdelen met de minste openbare kunstwerken willen we dat de gemeente gaat zorgen voor meer kunst in de straten en parken. Aankopen voor openbare kunstwerken worden de hele Kunstenplanperiode onevenredig aan Nieuw-West, Noord en Zuidoost toegekend. Bewoners en kunstenaars uit de buurt praten mee over het kopen en plaatsen van de kunst. 

  • De gemeente gaat in Nieuw-West, Noord en Zuidoost actief op zoek naar locaties die zij beschikbaar kan stellen voor nieuwe broedplaatsen en hotspots. Bestaande kunstwerkplaatsen krijgen ondersteuning. 

  • We gaan in Nieuw-West, Noord en Zuidoost ook een boost geven aan de jonge makers. Er komen (digitale) loketten waar (jonge) makers en jonge culturele organisaties terecht kunnen voor ondersteuning bij het aanvragen van startbudgetten, projectsubsidies en cultuurleningen.

  • We gaan door met het bijzonder budget voor culturele voorzieningen in de wijken (Wijkimpuls) van het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Per subsidieronde wordt vastgesteld welke stadsdelen in aanmerking komen voor het programma.

  • We vragen de zeven musea, theaters en culturele instellingen die onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen om hun cultuuraanbod ook naar andere delen van de stad te brengen. Bijvoorbeeld door voorstellingen ook in theaters in de rest van de stad te spelen, of met exposities op nieuwe terreinen, die de binding met meer Amsterdammers en Weespers vergroten. Dit nemen we op in de subsidievoorwaarden. 

3 Toekomstbestendige monumenten en erfgoed

Erfgoed toekomstbestendig maken

  • De gemeente zet in op het versnellen van de verduurzaming van erfgoed. We geven de afdeling Duurzaamheid daarvoor extra capaciteit. 

  • Volt wil dat de gemeente gaat voor een integrale aanpak om monumenten te moderniseren en te verduurzamen, zonder in te leveren op de historische waarde. We kijken onze aanpak af van Bath (Verenigd Koninkrijk), waar gemeente en maatschappelijke organisaties samen een succesvolle integrale adviesdienst hebben opgezet voor eigenaren van monumentale woningen. In Amsterdam willen we dat het Loket Duurzaam Erfgoed intensief samenwerkt met woningcorporaties, vereniging van eigenaren (VvE’s), energiebedrijven, eigenaren en bewoners om samen monumenten te verduurzamen met behoud van de geschiedenis. 

  • De afdelingen Duurzaamheid en Monumenten & Archeologie moeten samen doorpakken op de Routekaart verduurzaming monumenten, die streeft naar 40% CO2-reductie in monumenten tegen 2030. Zij gaan in kaart brengen welke categorieën monumenten we nu vooral in de stad hebben en welke maatregelen nu het meest kansrijk zijn om die monumenten snel te helpen verduurzamen. Die maatregelen gaat de gemeente op korte termijn makkelijker maken en stimuleren voor eigenaren, gemeenten en projectontwikkelaars.  

  • Het moet voor eigenaren en bewoners duidelijker zijn welke wijzigingen zij mogen aanbrengen in monumentale panden om te verduurzamen. De gemeente gaat voor iedere monumentale orde in de bestaande handreikingen verduidelijken welke verduurzamingsmaatregelen vergunningsvrij zijn en welke niet. De gemeente publiceert ook een overzicht van wat je zonder vergunning mag wijzigen om je woongenot te verhogen.

  • Woningcorporaties spelen een belangrijke rol bij de verduurzaming van erfgoed. Volt wil dat woningcorporaties en de gemeente actief kennis uitwisselen en samenwerken in projecten om iedere kans te pakken om erfgoed te verduurzamen. 

  • Volt wil dat de gemeente culturele organisaties die in monumentale panden zijn gevestigd extra ondersteunt. Zo kan de afdeling Monumenten en Archeologie hen adviseren bij het opstellen van duurzaamheidsplannen en ondersteunt de afdeling Duurzaamheid bij het aanvragen van (Europese) subsidies. 

Behoud erfgoed: geef het een nieuwe functie

  • De gemeente gaat ondersteuning geven aan eigenaren die hun erfgoed een nieuwe publieke, sociale of maatschappelijke functie willen geven. De gemeente spant zich in om extra of nieuwe bestemmingen toe te staan, zodat industriële gebouwen, religieus erfgoed en leegstaande boerderijen kunnen worden getransformeerd tot (jongeren- en senioren)woningen, kunstateliers en broedplaatsen. De gemeente helpt eigenaren ook met hun plannen en vergunningaanvragen. Zo werkt Amsterdam mee aan het vergroten, levensloopgeschikt maken en betaalbaar houden van het woningaanbod.  

  • We gaan bewoners actiever betrekken bij de procedure voor herbestemming en bijbestemming van erfgoed. Als er over nieuwe plannen voor erfgoed wordt gesproken of besloten, dan betrekt de gemeente de inwoners uit de wijk of het stadsgebied daarbij met burgerfora of inspraakavonden.  

  • De gemeente monitort de successen, uitdagingen en ‘best practices’ bij haar aanpak om stedelijke leegstand tegen te gaan. Zij gebruikt deze kennis om in de toekomst sneller in actie te komen bij initiatieven tot her- of bijbestemming van panden om leegstand te voorkomen of tegen te gaan.   

Betere bescherming voor Amsterdams erfgoed

  • We verbeteren de juridische bescherming van monumentale panden en erfgoed. Dat doen we door de nieuwe herziene waarderingskaart van het Amsterdamse erfgoed en het nieuwe monumentale orde-systeem dat de gemeente nu aan het maken is op te nemen in het omgevingsplan, zodat gemeente en projectontwikkelaars er rekening mee moeten houden bij bouwplannen.  

  • We versterken de inzet van de gemeente om cultureel, industrieel, religieus en agrarisch erfgoed te behouden. De afdeling Monumenten en Archeologie krijgt daarvoor extra capaciteit. 

  • De gemeente zorgt dat de registratie van monumenten altijd up-to-date is. Alle panden die een beschermde monumentale status (orde 1) hebben gekregen moeten zo snel mogelijk in het monumentenregister terecht komen, zodat ze ook echt tegen sloop en verbouwing worden beschermd. 

  • De waardering voor 19e-eeuwse bebouwing is gestegen. Amsterdamse gebouwen uit die tijd die inmiddels monumentwaardig zijn, moeten wat Volt betreft worden beschermd. De gemeente spant zich in om op basis van de herwaardering van deze 19e-eeuwse bebouwing te steunen dat meer panden als gemeentelijk monument worden aangewezen.   

  • Volt wil dat wordt beoordeeld welke 20e-eeuwse bebouwing bescherming verdient. De gemeente stelt daarom een onderzoek in naar de actuele cultuurhistorische, stedenbouwkundige en architectonische waarde van panden uit de 20e eeuw. Voor bebouwing uit de 20e eeuw waarvan die waarde is vastgesteld, spant de gemeente zich in om te steunen dat dit erfgoed zo spoedig mogelijk een beschermde status krijgt. Denk aan het erfgoed uit de jaren 1965-1990 (het Post 65 erfgoed). 

  • Volt wil dat woningcorporaties onderling beter samenwerken om erfgoed te behouden en dat zij voorkomen dat bepaalde cultuurhistorische bebouwing in verschillende projecten tegelijk tegen de vlakte gaat of helemaal uit beeld verdwijnt. 

  • Het slopen van grote of nog relatief jonge gebouwen is slecht voor het milieu en niet duurzaam. Volt wil dat bij de aanwijzing van monumenten ook ‘duurzaamheid’ als eis en als selectiecriterium wordt opgenomen in de Amsterdamse Erfgoedverordening en het bijbehorende ‘Beleidskader Monumenten.’ Daardoor kan de Commissie Aanwijzing Monumenten in bepaalde gevallen ook jonge panden bescherming geven vanuit duurzaamheidsoverwegingen.   

  • De procedure voor het aanwijzen van gemeentelijke monumenten maken we democratischer. We bouwen hiervoor in dat de Commissie Aanwijzing Monumenten voortaan de eigenaren, bewoners en omwonenden standaard gaat horen voordat ze besluit om een gebouw als gemeentelijk monument voor te dragen. 

  • De Commissie Aanwijzing Monumenten moet zich meer inspannen om transparanter te werken: de vergaderingen moeten openbaar worden en burgers moeten de agenda en stukken kunnen inzien.  

4 Herdenken verbindt

  • Volt wil dat alle Amsterdammers en Weespers zich vertegenwoordigd kunnen voelen in de manier waarop de stad herdenkt en in de verhalen die in de publieke ruimte worden verteld. De gemeente ondersteunt initiatieven vanuit de samenleving die een duidelijke betekenis hebben voor Amsterdam en haar geschiedenis, en helpt die zichtbaar te maken. De gemeente haalt ook bij de inwoners informatie op over welke verhalen nog ontbreken in de stad. Zo blijft herdenken iets dat de stad samen doet: met ruimte voor verschil maar in verbondenheid met elkaar. 

  • Volt wil dat we het behoud, het herstel en de uitbreiding van de Amsterdamse herdenkingsmonumenten laten samengaan met duurzame initiatieven, naar het voorbeeld van ‘de boom die alles zag’ voor de herdenking van de Bijlmervliegramp. Bij nieuwe monumenten worden kunstenaars en leden uit de geraakte gemeenschap betrokken. 

  • Bij grotere herdenkingen, zoals de afschaffing van de slavernij en de Nationale Dodenherdenking, stelt de gemeente subsidies beschikbaar voor scholen die lespakketten over antidiscriminatie of sociale interventies willen programmeren. In aanloop naar de opening van het Nationaal Slavernijverleden zorgen we dat er in educatieprogramma’s op scholen meer aandacht komt voor activiteiten over het slavernijverleden van Amsterdam. 

  • De gemeente moet het bredere verhaal van de slavernij, contractarbeid en kolonialisme vertellen aan de Amsterdammer. De gemeente geeft financiële steun aan musea en culturele instellingen die dit verhaal vertellen in hun projecten en tentoonstellingen.  

  • We maken informatie over het slavernijverleden toegankelijker, door archieven over slavernij, kolonialisme en contractarbeiders, en de erfenis ervan en het verzet ertegen te digitaliseren. 

  • Straten en tunnels met namen zoals Piet Heintunnel en Coentunnel worden hernoemd naar Anton de Kom, Tula of Boni, zoals het adviesrapport ‘Route naar Herstel’ van het Zwart Manifest voorstelt. 

  • De gemeente stimuleert en ondersteunt het teruggeven van geroofde kunst en geroofd cultureel erfgoed aan de rechtmatige eigenaren.  

5 Een evenementensector in balans

Een mix van grote en kleine evenementen voor de hele stad

  • Volt steunt de koers die de gemeente Amsterdam heeft ingezet in het nieuwe festival- en evenementenbeleid, met oog voor diversiteit, duurzaamheid, toegankelijkheid en veiligheid. Volt wil eerlijke kansen voor nieuwe en bestaande organisatoren op de Amsterdamse evenementenkalender. Daarom leggen we in het evenementenbeleid meer de nadruk op hoe uniek het concept van een evenement is in plaats van alleen op vernieuwing.

  • De gemeente biedt ruimte aan organisaties om te experimenteren met het evenementenaanbod. We willen dat de gemeente ook na 2028 hiervoor een meerjarig stimuleringsbudget beschikbaar stelt, omdat organisaties geen onderscheidende en vernieuwende projecten durven aan te gaan zonder financiële zekerheid.

  • De gemeente heeft onderzocht dat Amsterdam genoeg grote evenementen organiseert, maar dat bewoners wel graag meer kleine buurtevenementen zouden willen. Daarom behouden we de jaarlijkse budgetten die de gemeente nu vrijmaakt voor wijkgebonden evenementen. Buurtbewoners beslissen zelf mee over de activiteiten die in hun buurt worden georganiseerd.

  • Volt wil dat de gemeente afspraken maakt met organisatoren van grotere festivals en evenementen over hoe zij zich samen inspannen om bezoekers met een kleinere portemonnee korting te geven op toegang.

  • Alle evenementen in de stad worden vooraf bij de opbouw en tijdens het evenement beoordeeld op hoe fysiek toegankelijk ze in de praktijk zijn. Dat doet de gemeente niet zelf, maar samen met ervaringsdeskundige bezoekers en andere externe experts die echt weten wat een evenement toegankelijker zou maken. De gemeente betrekt de resultaten bij toekomstige vergunningen en organisatoren passen die toe bij hun volgende edities.

  • We onderzoeken of de gemeente huurprijsdifferentiatie kan toepassen in de evenementensector. Een grote commerciële organisator betaalt dan een hogere huurprijs dan een klein, gratis toegankelijk evenement. Zo stimuleren we het aanbod van kleinere evenementen die gratis zijn of een lage entree vragen.

Rekening houden met medebewoners en natuur

  • Volt is trots dat grote festivals als Amsterdam Dance Event in Amsterdam plaatsvinden. Om de grotere spraakmakende festivals en evenementen ook in de toekomst te behouden, wil Volt dat de gemeente samen met de organisatoren onderzoekt of meer evenementen kunnen worden verspreid over meerdere locaties, of (gedeeltelijk) kunnen worden verplaatst naar de industriële randen van de stad. Tijdens deze evenementen stimuleren we overnachting buiten de stad.

  • We steunen de huidige koers van de gemeente met betrekking tot de duurzaamheidseisen voor evenementen en de bescherming van kwetsbaar groen. Het niet nakomen van de vergunningsvoorwaarden die hierop zien, wordt meegewogen bij het verlenen van toekomstige vergunningen.

  • Ter bescherming van de dieren in onze parken worden er gedurende de broed- en zoogtijd geen evenementen met meer dan 500 bezoekers gehouden in de kwetsbare natuurgebieden die zijn aangewezen op de maatregelkaarten van de parken voor omgang met kwetsbare natuur.

  • Bij ieder evenement dat Amsterdamse subsidie ontvangt moeten de organisatoren aangeven hoe goed zij scoren op de Duurzaamheidsladder Evenementen (trede 1 is het minimale wettelijk vereiste en trede 5 is volledig klimaatneutraal, circulair en inclusief). Zo kan de gemeente monitoren hoe duurzaam en inclusief alle evenementen in de stad zijn.

6 Een bloeiende nachtcultuur

  • Volt wil voorkomen dat gevestigde uitgaansgelegenheden of culturele plekken verdwijnen door stadsvernieuwing en klachten over (geluids)overlast. We nemen een voorbeeld aan Londen, waar de projectontwikkelaar bij het bouwen van nieuwe woningen dichtbij uitgaansgelegenheden altijd de taak krijgt om voor geluidswering en isolatie te zorgen. We onderzoeken of we dit principe in Amsterdam ook kunnen toepassen en juridisch kunnen vastleggen. Zo beschermen we decennia lang gevestigde cafés, clubs, muziekpodia en theaters tegen klachten van nieuwe bewoners en bouwen we bruisende wijken. 

  • Het maandelijkse Spreekuur Nachtcultuur van de gemeente Amsterdam voor makers, artiesten en organisatoren in het nachtleven is een succes. Daarom wil Volt dat de gemeente dit spreekuur vaker en op meer locaties in de stad gaat houden. 

  • Volt wil, samen met de Nachtraad, onderzoeken of we aan Stadspashouders korting kunnen aanbieden op hun toegangskaarten voor evenementen.

  • Om een bruisend dag- en nachtleven te stimuleren, verhogen we het aantal 24-uurs vergunningen voor clubs en horecazaken. Die delen we uit aan zaken verspreid over de stad, op plekken waar het kan zonder te grote overlast.  

  • We maken de Amsterdamse nachtcultuur toegankelijker en inclusiever door het aanbod te spreiden over de hele stad. De inhaalslag in Noord, Nieuw-West en Zuidoost die de gemeente heeft ingezet in de Uitvoeringsagenda nachtcultuur 2023-2026 zetten we door, zodat de culturele infrastructuur - en dus het nachtleven - daar een boost krijgt.

  • Het nachtnet van Amsterdam loopt internationaal gezien heel erg achter. Berlijn,  Kopenhagen, Londen en Wenen hebben allemaal een uitgebreide nachtdienstregeling. Dit is beter voor nachtwerkers en maakt het voor uitgaanspubliek makkelijker om in de hele stad uit te gaan. Volt stelt voor dat de gemeente onderzoek doet naar Europese openbaar vervoer initiatieven, zoals het EASIER-project van de Technische Universiteit Denemarken, om te kijken of we ook in Amsterdam toe kunnen naar een uitgebreid en veilig nachtnet. Ook naar Zuidoost, Noord en andere stadsdelen.

  • Om in 2040 een klimaatneutraal Amsterdam te hebben, moet ook de nachtcultuur verduurzamen. Volt wil dat de duurzaamheidseisen voor evenementen ook gaan gelden voor nachtevenementen.

  • Organisatoren in het nachtleven die Amsterdamse subsidie ontvangen moeten aangeven hoe goed ze scoren op de Duurzaamheidsladder Evenementen. Zo kan de gemeente monitoren hoe duurzaam en inclusief de nachtcultuur in de stad is. 

  • De meeste geluidsoverlast van de nachtcultuur wordt veroorzaakt rond sluitingstijd. Volt wil deze geluidsoverlast beperkt houden met een slim openingstijdenplan per buurt, wijk of locatie. Dat plan biedt in specifieke gevallen ook ruimte aan uitgaansgelegenheden om open te blijven tot 07.00 uur ‘s ochtends, zodat eventuele overlast samenvalt met het opstarten van de dag.

  • Paradiso is al decennia een icoon van de Amsterdamse poppodiumcultuur en nachtcultuur. Dat moeten we koesteren en behouden. Volt steunt de verbouwingsplannen van Paradiso om het toonaangevende gebouw toekomstbestendig en duurzaam te maken met behoud van de monumentale waarde, en om de geluidsoverlast voor de buurtbewoners te verminderen. Volt wil dat de gemeente geld vrijmaakt om de verbouwing deels mee te financieren.