4. Ga voor een innovatieve stadseconomie

Een innovatieve stadseconomie 

1. Ruimte voor ondernemerschap

  • Volt wil dat gebiedsontwikkeling draait om het versterken van vitale, levendige buurten waar wonen en werken hand in hand gaan. Dat betekent dat naast woningen er ook ruimte komt voor bedrijvigheid, experimenteren en werkgelegenheid. Door de sociale, ruimtelijke en economische opgaven slim te verbinden, ontstaan buurten die economisch én sociaal duurzaam zijn.

  • Door een werkcorporatie op te richten, wil Volt op werklocaties partijen met maatschappelijke meerwaarde een plek bieden. Hiermee stimuleren we lokaal ondernemerschap, een gezonde mix van bedrijvigheid én bieden we ruimte voor werkgelegenheid voor kwetsbare beroepen die anders uit de markt worden geprijsd.  

  • In toeristische en andere monofunctionele gebieden stimuleert Volt een gezondere mix van wonen, werken en maatschappelijke functies. Daarbij kunnen succesvolle voorbeelden zoals de NV Zeedijk inspireren: samenwerking tussen publieke en private partijen om panden een duurzamere en socialere invulling te geven. In woonwijken zonder bedrijvigheid wil Volt, samen met woningcorporaties en ontwikkelaars, zorgen voor meer ruimte voor werkplekken en kleinschalige bedrijvigheid.

  • Volt wil lokale ondernemers, makers en ambachten de ruimte geven om te floreren. We willen samen met de sector een Stedelijke Maak Corporatie oprichten. Die moet de maakindustrie ondersteunen, adviseren en beschermen. Hierbij moet er in bestemmingsplannen ruimte blijven voor kleinschalige productie in gemengde wijken.

  • We hervormen het grondprijsbeleid dat de gemeente hanteert richting ondernemers, zodat maatschappelijke meerwaarde daarin beter wordt meegenomen. Op deze manier zorgen we dat deze lokale ondernemers in de stad kunnen blijven.

  • Volt wil bij grote gebieds- en vastgoedprojecten afspraken vastleggen over de maatschappelijke meerwaarde, zoals over lokale werkgelegenheid, leerwerkplekken en opdrachten aan coöperaties.

  • Volt wil dat de gemeente vastgoedeigenaren, woningcorporaties en andere bedrijven en organisaties stimuleert om tijdelijke en betaalbare werkplekken te realiseren voor freelancers en zzp’ers, bijvoorbeeld in leegstaande panden en gedeelde kantoorruimtes. De gemeente geeft het goede voorbeeld, door dat in het eigen vastgoed al te doen.

  • Volt wil dat Amsterdam de culturele en creatieve sector actief beschermt en versterkt, door betaalbare werk- en atelierruimtes te behouden, makers beter te betrekken bij stedelijke ontwikkeling en cultuur structureel te zien als volwaardige economische pijler van de stad.

  • Volt wil dat Amsterdam het BIZ-instrument (de Bedrijven Investeringszone) breder inzet, ook in wijken en gebieden waar nu nog weinig BIZ’en bestaan. Daarbij pleit Volt voor een sterkere netwerkfunctie tussen BIZ’en, zodat zij expertise, data en succesvolle praktijken kunnen uitwisselen en gezamenlijk optrekken richting thema’s als duurzaamheid, veiligheid en levendige stadscentra.

  • De gemeente ondersteunt BIZ’en niet door het werk over te nemen, maar door samen te werken aan professionalisering: kennisdeling en het koppelen van BIZ’en aan hogescholen en kennisinstellingen. Verder wil Volt dat de gemeente startende en kleine BIZ’en nog beter helpt in de oprichtingsfase, met procesbegeleiding en een verbreding en verhoging van de eenmalige opstart bijdrage.

De Amsterdamse markten 

  • De gemeente werkt samen met lokale markten aan professionalisering en innovatie, zodat markten kunnen inspelen op veranderend koopgedrag en nieuwe doelgroepen aantrekken. Ondernemers krijgen ondersteuning bij het vernieuwen van hun formule.

  • Volt stimuleert en biedt ruimte voor experimenten met nieuwe marktconcepten, zoals (meer) avond- en weekendmarkten, themamarkten (duurzaam, vintage, lokaal eten) en (buurt-)markten die culturele programmering combineren met verkoop.

  • De marktmeester krijgt een bredere rol als verbinder tussen ondernemers, bewoners en stadsdelen. De marktmeester waarborgt nog steeds het handhaven van de regels, maar is ook een verbinder en kartrekker voor de verandering. 

2. Ondernemerschap: inclusief, sociaal en duurzaam

  • We stimuleren duurzaam ondernemerschap en we ondersteunen ondernemers met de ontwikkeling en implementatie van sociaal rechtvaardige, duurzame bedrijfsmodellen, met duidelijke toegevoegde waarde voor de maatschappij, zoals steward-ownership. Dat doen we via gerichte steun, kennisdeling en een gemeentelijke inkoopstrategie die duurzame ondernemers voorrang geeft.

  • Volt wil een moderne overheid, die ondernemers faciliteert in plaats van frustreert. Er komt een actieplan vermindering Administratieve Lastendruk, daarnaast introduceren we een structurele rem op bureaucratie. We volgen hierbij het voorbeeld van de Europese Commissie, die het ‘one in, one out’-principe hanteert om wetgeving efficiënt te houden. Voor elke nieuwe lokale regel die lasten voor ondernemers verzwaart, moet er elders lucht komen. Zo dwingen we de gemeente om kritisch te blijven kijken naar het nut en de noodzaak van nieuwe én oude regels. 

  • We bevorderen inclusiviteit door programma’s zoals EQUALS te ondersteunen, gericht op vrouwelijke, non-binaire en migrant-ondernemers. We ontwikkelen laagdrempelige coaching- en mentorprogramma’s, geïnspireerd op succesvolle Europese voorbeelden zoals Mentor’IN in Brussel en NatAlli in Oekraïne. Hiermee willen we het aantal ondernemers uit ondervertegenwoordigde groepen met ten minste 30% laten groeien binnen vijf jaar. 

  • Met social impact bonds betrekken we Amsterdamse inwoners direct bij het financieren van sociale en duurzame projecten, zoals betaalbare huisvesting, kansengelijkheid en armoedebestrijding. De gemeente garandeert rendement wanneer vooraf afgesproken maatschappelijke doelen worden behaald. We willen binnen drie jaar minstens €10 miljoen aan impactinvesteringen realiseren.

  • We vergroten de binding van medewerkers met (de doelstellingen van) de onderneming en binden hen beiden meer aan de stad. Dat doen we door de mogelijkheden van medewerkersparticipatie in ondernemingen te verkennen en social impact bonds uit te breiden en te benutten. Zo willen we ervoor zorgen dat medewerkers en de stad mee kunnen delen in de winsten van bedrijven. Bij openbare aanbestedingen van de gemeente belonen we het als bedrijven een dergelijke aanpak toepassen.

  • De gemeente Amsterdam en haar publieke instellingen zijn zelf krachtige economische spelers. Volt streeft ernaar dat elke euro aan publiek geld zo veel mogelijk bijdraagt aan duurzaamheid, gelijke kansen en maatschappelijke meerwaarde. Dat betekent: circulaire aanbestedingen, eerlijke arbeidsvoorwaarden, diversiteit in opdrachtverlening en transparant bestuur van gemeentelijke deelnemingen.

3 Innovatief ondernemerschap voor Amsterdam 

  • We willen van Amsterdam een Europese broedplaats maken voor startups. Daarom willen we, naar voorbeeld van ‘Station F’ in Parijs, een grootschalig startup-centrum opzetten waar jonge bedrijven, onderzoekers en investeerders onder één dak samenwerken aan duurzame en digitale oplossingen. Zo versterken we het Europese innovatienetwerk, versnellen we de overgang naar een toekomstbestendige economie en houden we talent en bedrijvigheid in onze stad.

  • We willen dat Amsterdam samenwerkt met andere Europese steden om innovatie in heel Europa te versterken. Daarom stimuleren we startups om ook buiten Nederland voet aan de grond te krijgen, helpen we scale-ups die zich hier willen vestigen en sluiten we organisaties aan bij het European Startup Network. Zo bouwen we aan een grensoverstijgend ecosysteem waarin kennis, talent en innovatie vrij kunnen stromen en maken we van Europa gezamenlijk de beste plek voor ondernemerschap.

  • Volt wil revolverende financiering beschikbaar stellen voor start-ups en scale-ups die anders moeilijk financiering krijgen. We willen de groei van deze ondernemingen mogelijk maken met specifieke aandacht voor de implementatie van innovaties, vanuit de Innovatie Challenge en Living-Lab netwerk. We leren van de Haagse HEID en werken samen met InWest (de ontwikkelingsmaatschappij voor de provincie Noord-Holland) om zo’n fonds mogelijk te maken.

  • We richten meer structurele Innovatie- en Impactzones (I&I-zones) in, zoals die op de NDSM-werf en in ArenaPoort. Hierin kunnen bedrijven, coöperaties en maatschappelijke initiatieven experimenteren met soepelere regels en snelle procedures voor oplossingen van stedelijke opgaven. Denk hierbij aan projecten gericht op het versnellen van de energietransitie, het ontwikkelen van betaalbare en circulaire woningbouw, klimaatadaptieve inrichting van de openbare ruimte en het tegengaan van sociale ongelijkheid. 

  • Volt wil dat de bestaande innovatieplekken (zoals het Marineterrein) gaan samenwerken, zodat er een samenhangend ecosysteem ontstaat waarin succesvolle innovaties kunnen worden getest, stadsbreed kunnen worden uitgerold en daarbuiten kunnen worden opgeschaald.

  • Voor de continuïteit richten we een vast innovatieoverleg in waar gemeente en bedrijfsleven de voortgang van AI-adoptie bespreken en bekijken hoe we drempels in regelgeving of gebruik kunnen wegnemen. 

  • We organiseren een jaarlijkse innovatiewedstrijd rond een urgent Amsterdams vraagstuk, bijvoorbeeld: klimaatadaptatie, duurzame mobiliteit of eiwittransitie.

Een sterk en toekomstbestendig mkb

  • Het mkb moet volop kunnen profiteren van de kansen die AI biedt. We zetten AI-trainingscentra voor ondernemers op, in samenwerking met organisaties als de Amsterdam Economic Board en Amsterdam AI, om ondernemers te helpen AI op een ethisch verantwoorde en innovatieve manier in te zetten. Die centra ondersteunen mkb’ers ook bij het identificeren van de risico’s van AI voor hun organisatie. 

  • We willen dat Amsterdamse ondernemers beter beschermd zijn tegen cyberdreigingen. Daarom zetten we, net als in Rotterdam, een cyberbuddy programma op, waarin speciaal opgeleide ICT-studenten mkb-ondernemers bijstaan voor praktische cyberweerbaarheidstrainingen, maatwerkchecks en implementatie van basismaatregelen. Zo ondersteunen we hen bij het herkennen, signaleren en voorkomen van digitale aanvallen, vergroten we de digitale weerbaarheid van onze lokale economie en beperken we de schade van cybercriminaliteit.

  • We verbinden de Amsterdamse economie sterker met Europa, door ondernemers actief te ondersteunen bij het benutten van Europese kennis, netwerken, financiering en (internationale) uitbreiding. De gemeente helpt ondernemers met het aanvragen van Europese subsidies zoals Horizon Europe en Urban Innovative Actions, met als doel jaarlijks minstens 50 ondernemers succesvol te ondersteunen. 

  • We maken Erasmus for Young Entrepreneurs, dat nieuwe of aspirerende ondernemers de kans biedt om te leren van ervaren ondernemers, bekender onder Amsterdammers. Zo kunnen ondernemers hun Europese netwerk uitbreiden en werken ze samen aan lokale uitdagingen met Europese oplossingen.

  • De gemeente stimuleert scholing, coaching en netwerkbijeenkomsten voor zzp’ers om samenwerking, innovatie en groei te bevorderen. De gemeente kan dit netwerk gebruiken om informatie te delen over steun bij tijdelijke inkomensdaling.

  • In het adviespunt voor ondernemers in stadsdelen kunnen ondernemers terecht met hun vragen over bijvoorbeeld omscholing of een tijdelijke aanvulling op het inkomen. Kennis in deze adviespunten wordt uitgebreid, waardoor innovatieve en sociaal maatschappelijke ondernemers hier ook terecht kunnen met hun vragen over bijvoorbeeld samenwerking, opschaling en subsidieaanvragen.

De voedselproductie van de toekomst

  • Innovatieve voedselproductie wordt een nieuw traject binnen de voedselstrategie van de gemeente. Door een duidelijk toekomstbeeld neer te zetten bieden we het broodnodige perspectief voor deze sector. Mooie voorbeelden zijn het gebruik van leegstaande kantoren voor verticale landbouw en de eiwittransitie. 

  • Duurzame voedselproductie komt op de agenda te staan binnen het innovatieprogramma van de stad. Moderne voedselproductie, zoals verticale landbouw, biedt veel kansen om de productiviteit per vierkante meter te optimaliseren, de voedselkilometers te verkorten en de energievraag te spreiden. Samen met telers en netbeheerders onderzoeken we hoe deze bedrijven optimaal op het net kunnen worden aangesloten. Ook ondernemingen gericht op de eiwittransitie, zoals kweekvlees en zeewier als vervanger voor dierlijk vlees, zijn onderdeel van deze agenda. Op deze manier ontstaat er een betaalbaar alternatief voor de consument. 

  • Volt staat voor een duurzame, groene landbouwsector met stabiele en eerlijke inkomens voor boeren, gericht op lokale gemeenschappen. Biologische, regeneratieve en grondgebonden landbouw, die de bodem herstelt en CO₂ opslaat, heeft de toekomst. Volt pleit voor een overstap naar het telen van diverse gewassoorten die veel CO₂ kunnen binden, zoals hennep en bamboe, als bron van duurzame grondstoffen.

  • De grond in de Lutkemeerpolder is unieke landbouwgrond. Volt wil de kavels die nu nog onbebouwd zijn zo veel als mogelijk behouden voor duurzame voedselproductie. Zo blijft een deel van dit gebied behouden voor lokale voedselproductie, natuureducatie, werkgelegenheid en het versterken en verbinden van gemeenschap. Volt ziet kansen om de nog onbebouwde grond, en mogelijk ook een deel van de bestaande distributiehallen, te gebruiken voor het maken van een stedelijke voedselhub. In die hub wordt lokaal geproduceerd voedsel verwerkt en werken kennisinstellingen, boeren, startups en maatschappelijke organisaties samen aan nieuwe plannen op het gebied van circulaire voedselproductie en stadslandbouw.

4. Een coöperatieve economie

  • Volt wil dat de gemeente samenhangende voorwaarden vastlegt waarin doelen, spelregels en handvatten voor coöperatieve en gemeenschapsinitiatieven worden gebundeld. Zo ontstaat samenhang tussen de economische, sociale, duurzame en ruimtelijke agenda van de stad. Bestaande regelingen en subsidies worden samengebracht en aangevuld met nieuwe instrumenten. Zo krijgen bewoners en ondernemers duidelijkheid en worden initiatieven die maatschappelijke meerwaarde creëren beter ondersteund.

  • Volt wil dat de gemeente een stadsbrede ondersteuning voor de gemeenschapseconomie opricht, als aanspreekpunt voor alle coöperaties en collectieven. Dit punt kan advies geven over ruimte, inkoop, financiering, juridische vormen en regelgeving, zodat initiatieven sneller van de grond komen en beter worden ondersteund bij hun maatschappelijke en economische bijdrage aan de stad.

  • We stimuleren Community Wealth Building in stadsdelen, door samen met instellingen (uit bijvoorbeeld de zorg of het onderwijs) en corporaties lokale inkoopafspraken te maken, coöperatieve aanbodketens op te zetten en lokale werkgelegenheid te versterken.

  • Veel kleinere ondernemers en coöperaties willen meedoen aan gemeentelijke opdrachten, maar lopen vast op schaal en complexiteit. Volt wil dat de gemeente grote opdrachten opsplitst in kleinere stukjes (percelen), zodat buurtbedrijven en coöperaties ook een kans krijgen. Door aanbestedingen toegankelijker te maken en raamovereenkomsten eenvoudiger open te stellen, versterken we de lokale economie en stimuleren we innovatie van onderaf.

  • Grote instellingen zoals scholen, zorgorganisaties en woningcorporaties hebben veel inkoopkracht, maar die komt nog te weinig ten goede aan de lokale economie. Volt wil een structureel overleg, waar deze partijen en de gemeente met elkaar lokale inkoopdoelen afspreken. Zo houden we meer geld en banen in de stad en bouwen we aan duurzame, lokale toeleveringsnetwerken.

  • We helpen Amsterdamse bedrijven waar dat nodig is, maar stimuleren dat zij zo veel mogelijk op eigen kracht vooruit kunnen. We zetten een revolverend Groeifonds Samenwerkingseconomie op, met kleine startleningen, werkkapitaal en garanties voor coöperaties en andere democratische of sociale bedrijven.

  • Volt wil een ondersteunende basis opzetten die startende initiatieven tijdelijk op weg helpt. We maken daarvoor beperkte structurele middelen voor ondersteuning beschikbaar. Denk hierbij aan juridische, administratieve en fiscale ondersteuning, of sjablonen en wegwijzers, met een afbouwpad naar zelfredzaamheid. Dit wordt aangevuld met trainingen en coaching en het bouwen van een zelfredzaam netwerk.

  • De gemeente gaat aan de slag met het ondersteunen van coöperatieve samenwerkingsverbanden tussen freelancers en zzp’ers, zodat zij collectief kunnen inkopen, verzekeren of opdrachten aannemen.

  • De gemeente stimuleert dat vakmensen en praktisch opgeleiden zich kunnen verenigen in coöperatieve bedrijven. Door samen opdrachten aan te nemen, kennis te delen en lokaal eigenaarschap te organiseren, versterken zij hun positie, stijgt hun inkomen en creëren ze meer zekerheid. Volt wil dat de gemeente deze initiatieven ondersteunt met toegang tot opdrachten, netwerkvorming en gemeentelijke inkoopkansen.

  • We ondersteunen de grotere coöperaties om de grotere transities aan te jagen. De energietransitie, wooncrisis en zorgdruk vragen om langetermijnsamenwerking met organisaties die lokaal geworteld zijn en draagvlak hebben. Daarom komt er een stedelijk ontwikkelprogramma voor coöperatieve bestuurders, gericht op governance, vastgoedbeheer en duurzame financiering. Zo kunnen energiecoöperaties investeren in windmolens, zonnedaken en warmteprojecten, kunnen wooncoöperaties bouwen en beheren, en kunnen zorgcoöperaties duurzame buurtlocaties ontwikkelen.

5. Een toekomstgerichte arbeidsmarkt voor iedereen 

  • Volt wil dat de gemeente een omscholingsfonds opricht, om de impact van AI op te vangen voor Amsterdammers en Weespers die werken in sectoren met een hoog automatiseringsrisico. We lanceren een Amsterdams banenplan om jaarlijks 1.000 Amsterdamse inwoners op te leiden om juist AI in te gaan zetten in hun werk, of om zij-instromers op te leiden in essentiële sectoren waar een tekort is of dreigt. De opleidingen worden aangeboden en bekostigd in samenwerking met publieke en private onderwijsinstellingen en sectorfondsen. 

  • De gemeente gaat een AI-Skills Scan ontwikkelen in samenwerking met de kennisinstellingen en met private initiatieven. Hiermee ontdekken Amsterdammers en Weespers waar hun talenten liggen en welke nieuwe vaardigheden zij kunnen ontwikkelen om toekomstbestendig te blijven op de arbeidsmarkt. 

  • We maken van Amsterdam een centrum voor toekomstgericht onderwijs, waar jongeren en zij-instromers op elk opleidingsniveau kunnen uitgroeien tot de professionals van de toekomst, zoals in AI. Daarnaast maken we AI-onderwijs beschikbaar, met extra aandacht voor ondervertegenwoordigde groepen in dit vakgebied. Dit doen we naar voorbeeld van het Finse ‘Elements of AI’, dat al beschikbaar is in het Nederlands.

  • De gemeente zet met werkgevers, kennisinstellingen en sociale partners een arbeidscoalitie op. Die coalitie werkt in verschillende sectoren samen om het onderwijs beter te laten aansluiten op de toekomstige arbeidsmarkt, geïnspireerd op Brainport Eindhoven. De deelnemende werkgevers nemen een omscholingsplicht op zich: zodra hun branche grootschalig dreigt te automatiseren, maken zij met vakbonden en onderwijsinstellingen een transitieplan voor hun personeel (met opleiding en begeleiding naar andere functies). 

  • De gemeente start pilots met mobiele AI-Labs, waar werkzoekenden praktijkervaring kunnen opdoen met robotica en data-analyse tools. Deze labs bieden laagdrempelige toegang tot technologie en begeleiding door professionals. We starten de pilot in Amsterdam Zuidoost en Nieuw-West. 

6. Sekswerk

  • Sekswerkers zijn een gelijkwaardig onderdeel van de dienstverlenende sector. We zetten ons landelijk in voor het toekennen van dezelfde rechtspositie aan sekswerkers als aan andere zelfstandige ondernemers in deze sector. Ook krijgen sekswerkers daadwerkelijk toegang tot essentiële diensten voor hun bedrijfsvoering, zoals een zakelijke bankrekening, verzekering of hypotheek. 

  • De gemeente neemt de benodigdheden voor hygiënisch werken op in de exploitatievoorwaarden, zodat de exploitanten deze benodigdheden aan de sekswerkers moeten gaan verstrekken.

  • We pakken mensenhandel in de seksbranche aan met gerichte controles, een meldpunt dat 7 dagen per week en 24 uur per dag beschikbaar is en met getrainde teams die sekswerkers actief benaderen. Slachtoffers krijgen direct veilige opvang, medische en juridische hulp, én langdurige begeleiding naar herstel. Door nauwe samenwerking tussen gemeente, politie, zorg en NGO’s wordt uitbuiting sneller opgespoord en gestopt.

  • We zorgen voor voldoende veilige werkplekken voor sekswerkers, zodat ze niet in een illegaal circuit hoeven te belanden. Volt wil het maximumbeleid doorbreken. We steunen een toename van het aantal werkplekken voor sekswerkers, bijvoorbeeld door toe te staan dat sekswerkers onder voorwaarden thuis werken (zoals in Hilversum, Tilburg en Rotterdam al gebeurt) of andere nieuwe zelfstandige werkvormen inrichten samen met collega’s.  

  • De gemeente stimuleert ook coöperatieve vormen van ondernemerschap en eigenaarschap in sekswerk, in nauw contact met de branche. 

  • Sekswerkers houden hun openingstijden tot 06:00 uur ‘s ochtends, om zo hun veiligheid en anonimiteit te kunnen waarborgen. 

  • Opting-in biedt sekswerkers de gelegenheid om wel gebruik te maken van serviceverlening door exploitanten, zonder dat exploitanten daarvoor als werkgever belast worden. Hiermee kunnen sekswerkers zich zelfstandig(er) vestigen, wat ook hun veiligheid ten goede komt. We onderzoeken of we de voorwaarden voor opting-in kunnen betrekken bij de vergunningverlening aan exploitanten. 

  • Volt wil geen erotisch centrum (EC) in Amsterdam. Volt er niet van overtuigd dat een erotisch centrum gaat helpen om de drukte in de stad te beperken. In het verleden hebben we tenslotte gezien dat het sluiten van ramen op de Wallen niet zorgt voor minder toeristen. Sterker nog, het is denkbaar dat een centrum zorgt voor alleen nog maar extra toeristenstromen. Ook is het onduidelijk hoe een erotisch centrum ondermijning tegen moet gaan of de positie van sekswerkers moet verbeteren. Daarom is Volt tegen dit dure en controversiële experiment. 

  • Er komt een actieve buurtregie om overlast te voorkomen en er komen werkplekken die (mede) worden geleid en beheerd door onder meer sekswerkers uit gemarginaliseerde groepen. 

  • We investeren in instapdagen voor beginnende sekswerkers bij het Amsterdam Center for Sex Workers (ACS). Tijdens deze instapdagen krijgen startende sekswerkers informatie over wat hun rechten (en plichten) zijn, hoe de toegang tot politie en zorg voor hen is, en wat hun rechten zijn ten opzichte van een verhuurder van werkruimtes. Ook moet het veel duidelijker worden hoe sekswerkers (ook anoniem) hun beklag kunnen doen over verhuurders van werkruimtes.

7. Toerisme

  • We gaan “verpretparkisering” van de stad tegen. Volt wil een verbod op Mario Kart-tours en andere attracties die tot (overmatige) overlast leiden. Ook ontmoedigen we winkels die zich volledig richten op toeristische impulsaankopen, zoals Nutella- of stroopwafelwinkels, en pakken we drukte aan die ontstaat door populaire social-media-hypes, zoals TikTok-rijen.

  • We willen de toeristenbelasting verder verhogen. Deze wordt jaarlijks met 1% procentpunt verhoogd tot 16,5% in 2030. Het zorgt voor meer financiële middelen om de leefbaarheid van de stad te verbeteren, het brengt perspectief en rust voor ondernemers en het bijeffect is ook nog eens dat het zorgt voor minder toeristische druk. Dankzij een voorspelbare, stapsgewijze en meerjarige verhoging behouden we controle, weet iedereen waar die aan toe is en creëren we ruimte om de opbrengsten te investeren in het gezamenlijk verbeteren van de stad. Uit de opbrengsten kunnen bijvoorbeeld subsidies voor initiatieven vergelijkbaar met NV Zeedijk en winkeltransformaties worden bekostigd. 

  • Het tarief voor dagtoerisme gaat omhoog. Dit kan onder meer door bepaalde activiteiten waar veel dagtoeristen op afkomen zwaarder te belasten. Amsterdammers worden betrokken bij de bestemming van de gelden. 

  • Volt is voorstander van het sluiten van de Passagiers Terminal Amsterdam (PTA) per 2035. Volt wil ook inzetten op een halvering van het aantal riviercruiseschepen per 2030.

  • Overtoerisme is ook in andere EU-landen een probleem. Volt wil dat Amsterdam nauwer gaat samenwerken met andere Nederlandse en Europese steden om toeristen beter te spreiden en overtoerisme tegen te gaan. De gemeente intensiveert de samenwerking met steden als Venetië, Barcelona, Kopenhagen, Florence en Dubrovnik om ervaringen uit te wisselen en met effectieve regels en initiatieven tegen overtoerisme te komen. 

  • Volt steunt de koers van de gemeente Amsterdam in het ‘Uitvoeringsprogramma Aanpak Binnenstad’ met aandacht voor een groter woningaanbod en een leefbare binnenstad met groen, cultuur en een divers aanbod van winkels en horeca. Ook blijft de hotelstop gehandhaafd. 

  • In Kopenhagen worden toeristen via kortingen gestimuleerd om met duurzame vervoermiddelen naar de stad te reizen of om vrijwilligerswerk op te pakken als ze in de stad verblijven. De gemeente ondersteunt initiatieven die erop gericht zijn om toeristen een positieve bijdrage te laten leveren aan de duurzaamheid en leefbaarheid van de stad. 

  • We willen dat hotels niet alleen winst maken door toerisme, maar ook waarde toevoegen aan hun buurt. Daarom stimuleren we het concept buurthotels, waar bestaande hotels ook gaan dienen als ontmoetingsplek of werkruimte voor buurtbewoners. De gemeente kan projecten ondersteunen door samen te werken in bijvoorbeeld het ontwikkelen van een keurmerk voor hotels die aantoonbaar een buurtfunctie vervullen. Zo zetten we de bestaande toeristische infrastructuur beter in voor Amsterdammers zelf, en maken we van toerisme weer iets wat bijdraagt aan de leefbaarheid van de stad. 

  • (Internationale) Amsterdammers en Weespers krijgen ook bezoek van vrienden en familie van ver weg en velen hebben geen plek om één, twee of meer mensen in hun appartement te ontvangen. Volt wil hotels aansporen om accommodatie tegen gereduceerd tarief aan te bieden aan gasten van buurtbewoners, zoals al gebeurt bij de logeerstudio in de Kolenkitbuurt. 

8. Drugs en coffeeshops

  • Wereldwijd groeit de acceptatie en legalisatie van cannabis. Het zogenoemde ingezetenencriterium sluit buitenlandse bezoekers uit, maar vergroot in de praktijk vooral de illegale straathandel, met meer overlast en onveiligheid als gevolg. Volt vindt dat we juist moeten inzetten op regulering en gelijke behandeling, niet op uitsluiting. Daarom wil Volt dat toeristen welkom blijven in Amsterdamse coffeeshops.

  • Amsterdam gaat bij het Rijk lobbyen voor complete legalisatie van cannabisproducten. Het wietexperiment toont aan: legalisatie zorgt voor betere producten, standaardisatie en betere informatieverstrekking zodat producten veiliger worden en de branche definitief afscheid kan nemen van de onderwereld. 

  • Zolang de huidige gedoogwetgeving geldt, moeten we werk blijven maken van de veiligheid van coffeeshophouders en eventuele overlast beperken. Het kan daarbij helpen als coffeeshops evenwichtig verspreid zijn over de stad, zodat toezicht beheersbaar blijft. Uit experimenten blijkt dat het openen of verplaatsen van coffeeshops naar nieuwe locaties niet tot overlast leidt. Volt wil dat de gemeente dit taboe doorbreekt en ruimte biedt voor verplaatsing als coffeeshophouders dat willen. Dit gaat in overleg met bewoners en ondernemers. Veiligheid voor iedereen staat daarbij voorop.

  • Volt is voorstander van gecontroleerde decriminalisering van specifieke drugs, naar Portugees voorbeeld, gecombineerd met goede voorlichting over veilig gebruik. Volt steunt initiatieven die samen met Amsterdammers onderzoeken hoe specifieke soorten drugs zoals mdma (xtc) en lsd kunnen worden gelegaliseerd, zoals de ‘xtc-winkel.’

9. Naar een duurzame industrie van de toekomst

  • Een gezonde werk- en leefomgeving staat voorop. We maken volksgezondheid de eerste prioriteit bij het stellen van grenzen aan vervuilende, schadelijke stoffen. Daarom herzien we het vergunningenstelsel op het gebied van water-, lucht- en bodemkwaliteit.

  • Daarnaast zorgen we dat de Europese Zero Pollution Ambition eerder wordt gehaald, zodat we in 2040 in een klimaatneutrale en vervuilingsvrije stad leven. 

  • Ook willen we dat de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied - in lijn met andere landen - toegerust wordt om overtredingen van de vergunningsnormen met behulp van nieuwe technologie te monitoren en conform te beboeten.

  • Volt wil dat de gemeente Amsterdam er bij de rijksoverheid op aandringt dat een Europese belasting voor luchtvervuiling door de industrie (stikstofoxide, fijnstof en zwaveldioxide) wordt ingevoerd. De hoogte van de belasting komt overeen met de omvang van de milieuschade.

  • We faciliteren het gebruik van waterstof- en biogasinfrastructuur, onder andere door  deze duurdere opties financieel aantrekkelijker te maken. Daarnaast wil Volt dat Amsterdam samenwerkt met andere industriehubs om kennis en best practices uit te wisselen, zodat duurzame technologieën sneller en efficiënter geïmplementeerd kunnen worden.

  • We onderzoeken of het mogelijk is om kernenergie in te zetten door middel van Small Modular Reactors (SMR’s) bij industrieclusters, omdat dit een veilig alternatief is dat minder netcongestie veroorzaakt en goedkoper kan zijn dan waterstof en biogas.

  • Volt wil dat de gemeente Amsterdam actief deelneemt aan het nationale en Europese debat over industriële verduurzaming.

De toekomst van de haven

  • Er komt een haventransitiefonds. Een percentage van de winst uit de Haven van Amsterdam wordt ingelegd in het fonds. In samenspraak met relevante partijen (zoals Port of Amsterdam, Gemeente Amsterdam, Programmabureau Noordzeekanaalgebied, Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied) wordt het geld uit het fonds geïnvesteerd. Mogelijke doeleinden voor het fonds zijn: het versterken van de Omgevingsdienst voor toezicht, investeren in essentiële infrastructuur zoals elektriciteitsleidingen, het kopen van stikstofruimte voor groene infrastructuur en een human capital programma met publiek-private partners. 

  • We leren van de succesvolle Energie Coöperatie Amsterdamse Haven, waarin 30 bedrijven de schaarse netcapaciteit en lokale opwek- en opslagvoorzieningen met elkaar koppelen en delen. Volt wil dat gemeente Amsterdam een actieve rol inneemt in het stimuleren van de uitbreiding van dit soort samenwerkingen onder de industrie in Amsterdam. De Gemeente Amsterdam is de aangewezen partij om initiatief te nemen in het helpen opzetten van meer Energie Coöperaties in industriegebieden in Amsterdam, waarbij we als voorwaarde stellen dat dit netneutraal of netpositief uitpakt. Er wordt hiervoor een functie gecreëerd binnen de gemeente, die initiatief neemt in het opzetten van samenwerkingen met industrie, Liander en de Omgevingsdienst.

  • Damen Shiprepair vervult een belangrijke rol voor de Nederlandse Defensie en moet daarom behouden blijven voor Nederland en voor Noord-Holland. Deze grootschalige scheepswerf staat echter op dit moment de ontwikkeling van Haven-Stad in Amsterdam in de weg. Volt steunt de verplaatsing van Damen Shiprepair naar een andere locatie in Noord-Holland aan het Noordzeekanaal (of elders in Nederland) en ziet het recent aangekochte ADM-terrein als mogelijke locatie. Volt onderstreept daarbij het belang dat de gemeente zich inzet om Damen te ondersteunen bij hun verhuizing, samen met de Rijksoverheid en de Provincie, daarbij rekening houdend met de specifieke behoeften van Damen met betrekking tot een locatie.  

De toekomst van de luchthaven

  • Volt wil dat Amsterdam als medeaandeelhouder van Schiphol bij de landelijke overheid inzet op het invoeren van een afstandsafhankelijke vliegbelasting (naar Duits en Engels voorbeeld). Zo zullen de prijzen van korte afstandsvluchten worden verhoogd en passagiers eerder alternatieven zoals treinreizen overwegen. Verder wil Volt een kerosinebelasting invoeren.

  • Volt wil dat de gemeente als medeaandeelhouder inzet op het inperken van het aantal vluchten naar 400.000 per jaar, met name door in te zetten op het drastisch inperken van het aantal korteafstandsvluchten. Momenteel vliegt Air France nog tien keer per dag tussen Schiphol en Parijs Charles de Gaulle, terwijl de trein een goed alternatief is. Ook staat Volt achter een verbod op privévluchten op Schiphol.

  • Volt pleit voor de ontwikkeling van een uitgebreid netwerk van hogesnelheidstreinen en nachttreinen door heel Europa, dat toegankelijk en betaalbaar is voor alle reizigers. Dit betekent het aanleggen van nieuwe internationale spoorlijnen naar Europese steden en het verbeteren van het treinnetwerk binnen Nederland. Volt wil dat de gemeente Amsterdam steun geeft aan het EU-beleid om vliegen binnen Europa zo veel mogelijk te vervangen door treinen en daarvoor het aantal internationale treinen te verdubbelen. Daarvoor bevordert de gemeente dat zo snel mogelijk het merendeel van de vluchten tussen Schiphol en Londen wordt vervangen door treinen. Volt wil dat de gemeente Amsterdam, ook via EuroCities, de start van de nachttrein Amsterdam - Barcelona ondersteunt. 

  • We stimuleren Schiphol actief om geluidsoverlast te verminderen, bijvoorbeeld door het aantal nachtvluchten flink in te perken tot maximaal 27.000 per jaar.

  • Daarnaast willen we dat een reductie van de jaarlijkse uitstoot (in lijn met het Parijsakkoord) wettelijk wordt vastgelegd voor grote uitstoters zoals Schiphol. Hierop kan gestuurd worden met regels over het vliegtuigtype dat mag landen op Schiphol. 

  • Op Europees niveau zet Volt zich in voor het uitbreiden van het Europese emissiehandelssysteem (ETS) naar intercontinentale vluchten (momenteel geldt ETS alleen voor vluchten binnen Europa). 

Digitalisering

1 Iedereen online mee

  • Volt wil dat alle apps, websites en digitale formulieren van gemeente Amsterdam zo snel mogelijk gaan voldoen aan de internationale standaarden voor digitale toegankelijkheid (ten minste niveau WCAG 2.1 A). We beginnen bij het belangrijkste, meest gebruikte platform: amsterdam.nl moet zo snel mogelijk op toegankelijkheidsstatus A komen. De gemeente verbetert daarna in fases ook de meer specialistische applicaties. Om ervoor te zorgen dat de toegankelijkheid gewaarborgd blijft, zullen we deze digitale systemen doorlopend monitoren.

  • De gemeente zet gemakkelijk toegankelijke feedbackkanalen op, waar alle stadsgenoten op ieder moment feedback kunnen geven op de digitale tools die de gemeente gebruikt. Denk aan een speciale toegankelijkheidslijn of ingebouwde feedbackknoppen.

  • Bij het inkopen van digitale producten en diensten gaat de gemeente Amsterdam standaard veel meer letten op hoe toegankelijk die zijn. We volgen daarbij de aanbevelingen van de National Disability Authority van Ierland op: in alle aanbestedingen besteden we voortaan minimaal 10% van de gunningseisen aan toegankelijkheid. Zo kunnen leveranciers hoger scoren als hun producten voldoen aan de internationale toegankelijkheidsstandaarden of als ze ervaring hebben met toegankelijk ontwikkelen.

  • Volt wil dat Amsterdam vrijwilligersprogramma’s zoals het Digicoach-project, de digitale inloopspreekuren van de OBA en het gemeentelijke programma Inclusieve Digitale Stad uitbreidt. We ontwikkelen deze projecten door tot een stadsbreed vrijwilligersprogramma, waarin jongeren (digitaal) laaggeletterden helpen met het opdoen van digitale vaardigheden.

2 Digitaal dichtbij: voer de Sociale Digitale Standaard in

  • De digitale dienstverlening van de gemeente moet sociaal en inclusief zijn. Gemeente Amsterdam start met een pilot om de Sociale Digitale Standaard van Stichting Digitaal Burgerschap in de praktijk brengen. Digitale tools worden ontwikkeld volgens de principes “open source, tenzij”, interoperabiliteit, herbruikbaarheid, privacy by design en functionele vervangbaarheid. Amsterdam neemt een regierol op zich om samen met andere grote steden schaalvoordelen te behalen, bijvoorbeeld een gedeelde open-source app voor parkeervergunningen. 

  • We gaan de apps, websites en andere digitale diensten van de gemeente testen met de mensen die er echt gebruik van maken. Geïnspireerd op het project “testing GOV.UK with real users” van het Verenigd Koninkrijk maakt de gemeente een plan om structureel echte gebruikerservaringen van Amsterdammers en Weespers op te halen. Dit omvat gebruikerstests, jaarlijkse enquêtes en interviews met stadsgenoten uit allerlei doelgroepen. Zo bouwt de gemeente aan digitale diensten die echt werken in het dagelijks leven van de mensen in de stad.  

  • Volt erkent dat deelname in de digitale samenleving een keuze is en geen verplichting, maar wil iedereen die dat wil in staat stellen om digitaal mee te doen. De gemeente biedt een uitgebreid en professioneel aanbod van workshops, online tutorials en helpdesks aan de Amsterdamse inwoners, om hen te helpen optimaal gebruik te maken van digitale middelen. We vergroten ook de bekendheid van dit aanbod. 

  • Toegankelijkheid moet vanaf het begin worden meegenomen in het ontwerpproces van digitale tools, niet pas later als toevoeging. We passen het Universeel Ontwerp principe toe op alle nieuwe Amsterdamse digitale middelen: we ontwerpen de toepassingen vanaf het begin zoveel mogelijk groepen Amsterdammers en Weespers in gedachten. Niet de bestaande processen, maar de mensen staan bij elk ontwikkelproject centraal. Projecten beginnen altijd met een gebruikersonderzoek.

  • De gemeente gaat Amsterdammers al in de ontwerpfase actief betrekken bij de ontwikkeling van digitale tools via co-creatie, burgerpanels of peer-groepen. Dit leggen we vast in een nieuwe participatiestandaard voor digitale projecten. De gemeente onderzoekt of we een digitaal platform voor burgerparticipatie kunnen gaan gebruiken, zoals Barcelona doet. 

3 Apparatuur voor de buurt

  • De gemeente maakt een plan van aanpak om de buurtteams en buurthuizen in Amsterdam van betere digitale middelen te voorzien. We inventariseren welke apparaten zoals laptops, computers en smartphones in de buurtcentra ontbreken of verouderd zijn en maken een distributieplan om die aan te vullen of te vervangen. De buurthuizen in wijken met de grootste digitale kloof krijgen prioriteit. We houden bij de toekenning van apparaten ook rekening met de behoeften van specifieke doelgroepen, zoals ouderen en mensen met een migratieachtergrond. 

  • De gemeente grijpt het buurthuizenplan aan om een boost te geven aan het verminderen van digitaal afval en lanceert een intern digitaal recyclingprogramma. Als de gemeente haar computers en apparaten aan het einde van hun levenscyclus of al eerder vervangt, worden die automatisch doorgesluisd naar intern hergebruik in plaats van traditionele recycling. IT-apparaten of onderdelen die nog goed zijn, worden hergebruikt: de gemeente wist oude gegevens en voorziet de apparaten van up-to-date software, besturingssystemen en beveiligings- en gebruiksvriendelijke software. Zo worden ze gebruiksklaar afgeleverd voor distributie aan de buurthuizen.  

  • We zetten ook een initiatief op om refurbished smartphones en computers te leveren aan Amsterdammers en Weespers die deze apparatuur hard nodig hebben en aan sociale projecten. We zamelen tweedehands apparaten in bij technologiebedrijven, onderwijsinstellingen en andere externe partners en maken die klaar voor hergebruik en distributie. We zetten dit op naar voorbeeld van het Digital Inclusion project in Luxemburg, waar vluchtelingen, werkzoekenden en andere vrijwilligers de tweedehands apparatuur helpen repareren. Zo combineren we duurzaamheid met armoedebestrijding en het opdoen van waardevolle vaardigheden.    

  • We kijken of het buurthuizenplan bij succes breder kan worden uitgerold, bijvoorbeeld door samen te werken met woningcorporaties om ook geïntegreerde digitale voorzieningen aan te bieden in wijkcentra die zij in beheer hebben. 

4 Ga voor een digitaal onafhankelijk Amsterdam en Europa

  • Elke Europese stad heeft zijn eigen digitale krachten. Volt wil dat Amsterdam daar op inspeelt en samen met andere Europese steden voortbouwt op de Eurostack en het ‘digitale autonomie competentie centrum,’ om samen Europese, digitaal onafhankelijke tools en omgevingen te bouwen. Barcelona levert bijvoorbeeld een online participatieplatform, Amsterdam ontwikkelt de veilige cloudopslag en Helsinki de digitale identiteitslaag. Deze samenwerking voorkomt dubbele investeringen en onderzoeken, verhoogt de schaalbaarheid en versterkt de regie op technologie.

  • Samen met andere Europese steden ontwikkelt Amsterdam een grote gedeelde Europese bibliotheek voor publieke AI-tools. Daarmee bouwen we aan een netwerk van AI-tools die interoperabel zijn in de hele EU en stellen we Europa in staat competitief en onafhankelijk te worden in de wereld. Alle toepassingen in de bibliotheek zijn veilig in-house ontwikkeld of gehost, om de privacy te waarborgen. We koppelen ook een AI Skills Academy voor ambtenaren en inwoners aan de bibliotheek, om hen op te leiden in hoe zij de toepassingen kunnen benutten. 

  • Digitale toepassingen en omgevingen moeten in de hele EU op elkaar kunnen aansluiten. Volt wil dat Amsterdam actief samenwerkt met andere Europese steden aan de ontwikkeling van gezamenlijke standaarden, beleid en kaders voor interoperabiliteit. Volt wil voortbouwen op bestaande initiatieven zoals Living-in.EU en Common Ground, zodat onze digitale systemen uitwisselbaar zijn en voldoen aan Europese publieke standaarden. 

  • Via e-Estonia gaan we een partnerschap aan met Tallinn om Amsterdam verder te ontwikkelen op het gebied van digitalisering. Zo stimuleren we een gezamenlijke digitale infrastructuur die onafhankelijk is van grote commerciële aanbieders.

  • Volt wil dat de gemeentelijke digitale omgeving volledig op open source besturingssystemen en applicaties gaat draaien, zonder afhankelijkheid van gesloten commerciële besturingssystemen. We blijven actief meewerken aan de ‘proof of concept’ van de open source samenwerksoftware van het Rijk.

  • De gemeente ontwikkelt een Vendor Lock-in Index. Deze index maakt elk jaar voor ieder domein inzichtelijk hoe afhankelijk de gemeente is van specifieke digitale leveranciers: wie de software levert, hoe vervangbaar de software is, welke exitstrategie er in het contract staat en of de software voldoet aan open standaarden. Zo kunnen we bijsturen richting onafhankelijkheid van Big Tech. 

  • We investeren in kennisopbouw en in een ecosysteem waarin publieke digitale innovatie niet alleen technisch sterk is, maar ook bijdraagt aan maatschappelijke doelen. We organiseren hackathons en ontwikkelsessies met de open source en open internet communities. We richten een ‘Commons Cloud Consortium Amsterdam’ op, waarin de gemeente structureel gaat samenwerken met maatschappelijke partijen en lokale bedrijven om kennis, infrastructuur en software te bundelen en deze te delen met andere overheden. 

  • Volt wil dat de gemeente blijft investeren in kennisrelaties zoals de Smart Cities Marketplace van de Europese Commissie en de Cities Coalition for Digital Rights die zij zelf is gestart met New York en Barcelona. Amsterdam gaat een jaarlijkse European Digital Cities Summit opzetten en hosten, waar Europese steden hun best practices kunnen delen over bijvoorbeeld open data en publiek-private innovatie-ecosystemen. We willen ook dat Amsterdam samen met Europese partnersteden gezamenlijke expertsessies organiseert over onderwerpen als digitale inclusie, kunstmatige intelligentie en open data. 

5 Verantwoorde digitale openbare ruimte

  • De gemeente Amsterdam zet de capaciteit van haar toonaangevende IT open source team in om de digitale transitie van de Nederlandse en Europese overheden te trekken. Hiervoor investeert Amsterdam in eigen publieke en open source digitale infrastructuur. We geven het Digitalisering, Innovatie en Informatie Team een breed mandaat om zelf publieke alternatieven voor applicaties en digitale platformen te ontwikkelen. Denk aan een open evenementenplatform, waar buurtinitiatieven en culturele evenementen te vinden zijn. Deze platforms draaien op Amsterdamse servers of Europese publieke cloud, gebruiken geen tracking en respecteren de privacy. 

  • De gemeente stapt voor de communicatie met inwoners over op privacyvriendelijke en veilige applicaties en op ethische alternatieven voor social media en andere functies.

  • Er bevinden zich steeds meer sensoren in de publieke ruimte die data verzamelen. Volt wil dat de gemeente het Amsterdamse sensorenregister uitbreidt tot een volwaardige en complete digitale kaart van alle sensoren die in Amsterdam data verzamelen. De gemeente zorgt dat meer bedrijven hun sensoren aanmelden, dat de kwaliteit van de informatie in het register hoog is en dat meer Amsterdammers en Weespers van het bestaan van het register afweten. De gemeente stelt de gegenereerde, niet-herleidbare data beschikbaar zodat ondernemers, onderzoekers, en inwoners er ook zelf toepassingen mee kunnen bedenken. 

  • Volt wil dat de gemeente de samenwerking opzoekt met andere Nederlandse en Europese steden in netwerken als de Cities Coalition for Digital Rights en Eurocities, om kennis te delen en samen op te trekken richting hogere overheden.

Digitale weerbaarheid: Amsterdam cyberklaar in 2030  

  • De digitale dreiging in Nederland is groot. Er zijn in Amsterdam incidenten geweest rondom ransomware, DDoS- en cyberaanvallen van andere staten. Volt wil dat de gemeente Amsterdam digitaal veiliger wordt, zodat de persoonlijke gegevens van inwoners beter beschermd zijn en de stad kan blijven draaien als er een cyberaanval plaatsvindt. We zorgen dat de gemeente haar belangrijkste computersystemen beter beveiligt, scherp toezicht houdt op haar leveranciers en medewerkers traint om risico’s te herkennen.

  • Volt wil dat de gemeente digitale weerbaarheid niet alleen beschouwt als een interne taak, maar ook als een publieke dienst die zij levert aan Amsterdammers en Weespers. De gemeente zet vanaf 2027 een structureel hulpprogramma op voor mensen die slachtoffer zijn geworden van digitale criminaliteit. In samenwerking met wijkteams, bibliotheken en het Digitaal Veilig Thuis-initiatief biedt de gemeente online en fysiek laagdrempelige hulp bij cybercrimes als phishing, online afpersing of identiteitsfraude. 

Democratische AI-governance

  • Volt vindt dat Amsterdammers en Weespers moeten kunnen meepraten over de ontwikkeling van AI-tools die de gemeente wil inzetten voor beslissingen die hen aangaan. Zoals bij het Slimme Check-algoritme voor sociale bijstand, dat werd stopgezet nadat het burgerpanel te grote privacyzorgen had geuit. Volt steunt het structureel maken van dit soort participatie, met formele bevoegdheden en terugkoppeling naar de gemeenteraad. 

  • Amsterdammers en Weespers moeten inzicht kunnen krijgen in het gebruik van hun gegevens. Voor alle digitale systemen waar een risicoanalyse (DPIA) wordt uitgevoerd, moet het onderzoek openbaar gemaakt worden. Zo kunnen Amsterdamse inwoners erop vertrouwen dat digitale systemen eerlijk, transparant en in het publieke belang worden ingezet.

  • We richten fysieke en digitale usability labs in waar inwoners van de stad AI-toepassingen kunnen testen, feedback kunnen geven en samen met ontwikkelaars verbeteringen voor de tools kunnen voorstellen. Zo zorgen we voor AI-tools die echt bruikbaar zijn en minder blinde vlekken hebben. 

  • Alle stappen van AI-ontwikkeling en besluitvorming worden publiekelijk inzichtelijk gemaakt via open registers. Burgers kunnen zien hoe hun input verwerkt wordt en welke afwegingen zijn gemaakt. Dit maakt de gemeente aanspreekbaar op haar AI-beleid.

  • Alle gemeentelijke AI-systemen moeten verplicht voldoen aan “uitlegbare AI” (XAI) standaarden. Of het nou gaat om een parkeerboete of de WOZ-waarde van een huis, elk besluit dat door of met een algoritme wordt genomen, moet altijd visueel en begrijpelijk worden uitgelegd aan Amsterdammers. 

  • Iedere burger is eigenaar van zijn, haar of diens eigen identiteit. Volt wil dat de gemeente zich in Den Haag sterk maakt voor een verbod op het imiteren van persoonsgelijkheid met deepfakes en voor een nationaal meldpunt, waar mensen melding kunnen maken van misbruik door of met AI. 

AI als versneller van gemeentelijke dienstverlening en bedrijfsvoering

  • De gemeente laat zelf zien welke kansen AI biedt, door het in te zetten om haar dienstverlening te verbeteren. De gemeente maakt voor alle gemeentelijke afdelingen een inventarisatie van AI-kansen om processen te verbeteren of te automatiseren. De focus ligt op het inzetten van AI op niet-kritieke taken waar het risico op fouten in processen richting de inwoners laag is en het de gemeentelijke medewerkers echt ondersteunt. Succesvolle AI-projecten zoals ChatAmsterdam, de zelf ontwikkelde AI-assistent die ambtenaren helpt bij het schrijven van teksten en samenvattingen, breiden we uit. Zo zijn ambtenaren minder tijd kwijt aan routinewerk en kunnen de burgers sneller antwoord krijgen. 

  • We zetten AI in als versneller van vooruitgang, maar wel met een belangrijk voorbehoud: AI-toepassingen moeten voor de Weesper en de Amsterdammer altijd transparant en controleerbaar zijn. Volt erkent dat deelname in de digitale samenleving een keuze is en geen verplichting. Daarom moet je altijd kunnen kiezen om bij de gemeente door een mens te worden geholpen in plaats van door een AI-tool. 

  • Het gebruik van kunstmatige intelligentie mag niet onzichtbaar zijn: burgers en werknemers moeten weten wanneer een algoritme of AI-tool bij besluiten of werkzaamheden van de gemeente betrokken is. Volt pleit daarom voor duidelijke communicatie met labels en meldingen als AI is ingezet, bijvoorbeeld als chatbot maar ook om documenten te analyseren of samen te vatten.

6 Duurzaam datacenterbeleid

  • Datacenters moeten duurzaam, publiek en verantwoord zijn en bijdragen aan een onafhankelijk Europa. In een digitale wereld waarin steeds meer data wordt verbruikt, moet de gemeente zorgen voor een toekomstbestendig datacenterbeleid. 

  • We laten datacenters zelf bijdragen aan het vinden van oplossingen voor het overbelaste stroomnet. Door netcongestie is vestiging en uitbreiding van datacenters in de stad in de komende jaren in principe niet toegestaan. Datacenters die zich in de stad willen vestigen of die willen uitbreiden, dienen oplossingen aan te dragen voor de netcongestie in de stad, zoals netverzwaring, of voor koppeling van het datacenter aan een warmtenet of directe afnemer zoals een ander bedrijf.

  • Vestiging of uitbreiding van datacenters in de stad wordt - ook als de netcongestie eenmaal is opgelost - in de toekomst alleen toegestaan als deze voldoen aan strikte duurzaamheidseisen en inpassingsvoorwaarden. Daar scherpen we het Vestigingsbeleid Datacenters op aan. Dit vereist intensief overleg met netbeheerders, energieleveranciers en omliggende gemeenten – Amsterdam neemt hierin het voortouw. 

  • De vestiging van datacenters moet zorgvuldig worden afgewogen binnen de beperkte stedelijke ruimte. Alleen datacenters die aantoonbaar maatschappelijke meerwaarde bieden krijgen ruimte. Zo voorkomen we energie-intensieve “hyperscales” die niet in de stedelijke omgeving passen.

We streven ernaar om in de toekomst alleen nog datacenters met een publiek of strategisch doel zich te laten vestigen in de stad. Initiatieven zoals het hosten van overheidsdiensten in een Europese cloud of academisch onderzoek maken eerder kans dan puur commerciële hyperscales. Het Amsterdamse datacenterbeleid gaat zich richten op het aantrekken en faciliteren van “verantwoorde datacenters” die Europese digitale onafhankelijkheid vergroten.