Rotterdam spreekt zich uit: mensenrechten zijn universeel, ook in Palestina
Afgelopen weekend trokken meer dan 100.000 mensen door de straten van Den Haag om te protesteren tegen het beleid van de Nederlandse overheid ten aanzien van de Israëlische regering. Eerder al liepen ruim 20.000 Rotterdammers mee in een mars van de Esalam-moskee naar de Coolsingel. Deze grote groepen mensen laten zien dat internationale politiek geen ver-van-mijn-bed-show is, maar iets wat echt leeft in Nederland.

Vorige week donderdag behandelde de Rotterdamse gemeenteraad de ontwikkelingen in Palestina – een onderwerp dat op het eerste gezicht ver af lijkt te staan van de lokale politiek, maar wat ons juist hier, in Rotterdam, diep raakt. De realiteit is dat wereldwijde gebeurtenissen ons raken in ons dagelijks leven – in onze straten, buurten en gemeenschappen.
“We herdenken omdat we willen dat het nooit meer gebeurt. Maar wat doen we met de herinnering, als gelijktijdig elders een samenleving stukje bij beetje van de kaart wordt geveegd?”
Namens de Rotterdamse fractie bracht raadslid Luuc Dekkers tijdens het debat dit statement naar voren. Hij koppelde de herdenking van het bombardement op Rotterdam – 85 jaar geleden – aan de verwoesting die zich vandaag de dag in Gaza voltrekt.
De situatie in Gaza is schrijnend: 92% van de woningen in Gaza is volgens de VN beschadigd of vernietigd. 93% van de bevolking leeft in grote voedselonzekerheid, terwijl een half miljoen mensen afstevent op acute hongersnood. Humanitaire hulp wordt sinds maart geblokkeerd en de oorlog wordt door de regering Netanyahu verder geïntensiveerd. Tegelijkertijd worden internationaalrechtelijke afspraken stelselmatig geschonden, zoals blijkt uit de uitbreiding van Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever.
“Als mensenrechten afhankelijk worden van afkomst, religie of nationaliteit, verliezen ze hun betekenis.”
De Rotterdamse gemeenteraad heeft, ondanks de politieke verschillen, een motie aangenomen waarin zij zich uitspreekt tegen het schenden van mensenrechten in Palestina. Wij hebben deze motie samen met een aantal partijen ingediend. Het bekritiseren van het geweld en het uitspreken van solidariteit met de Palestijnse bevolking ging in steden als Amsterdam en Utrecht een stuk verder. Als Volt Rotterdam hadden wij gehoopt dat onze raad soortgelijke stappen zou zetten. Helaas bleek dat binnen de huidige politieke verhoudingen in Rotterdam – met een college dat deze lijn blokkeert – niet haalbaar.
Door te zwijgen wekken we de indruk dat mensenrechten optioneel zijn, afhankelijk van wie er wordt getroffen. Maar mensenrechten zijn universeel, anders zijn ze niets waard.
Juist in een stad die haar identiteit mede ontleent aan de verwoesting van 14 mei 1940, weten wij als geen ander wat het betekent als een stad in puin wordt gelegd. Onze skyline is gebouwd op de ruïnes van verwoesting, en de herinnering aan dat verleden leeft voort in onze architectuur, onze herdenkingen, en onze gedachte. Als wij “nooit meer” werkelijk menen, dan moeten we ook handelen wanneer het wél opnieuw gebeurt. Dan moeten we onze stem gebruiken – als raadsleden, als Rotterdammers, als mensen. Wat in Palestina gebeurt, raakt ons ook hier – in het hart van onze stad, en in de verantwoordelijkheid die onze geschiedenis ons meegeeft.