Volt initieert commissiedebat rond plannen Den Haag voor afstellen natuurbeleid.

Deze week bereikte ons via verschillende media het gerucht dat de Minister het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) in de prullenbak heeft gegooid. Het programma biedt de basis van provinciale plannen voor het landelijk gebied. Plannen waar agrarische ondernemers en bewoners met smart op wachten om eindelijk een toekomstperspectief helder te krijgen. Programma’s die stikstof en broeikasgassen verminderen, water- en bodemkwaliteit verbeteren en de natuur versterken.

Bekijk de bijdrage hier:

9 sep. 2024

Met deze (mogelijke) keuze is niemand geholpen. Het betekent nog meer vertraging en nog meer onduidelijkheid. Hoe kunnen wij nu onze gebiedspartners recht in de ogen aankijken met een verhaal over een behoorlijk bestuur dat te vertrouwen is? Welk perspectief bieden wij onze boeren incl. PAS-melders, onze inwoners, onze natuur? Wij krijgen dit niet uitgelegd. Ook niet in Europa omdat we onze afspraken zo niet kunnen naleven.

Daarom dient Volt samen met onderstaande partijen dit art50-verzoek in om ruimte te maken voor debat in de commissie LWM. Wij hebben daarbij de volgende vragen:

Aan Gedeputeerde Staten

1. Bent u het met Volt eens dat deze wijze van aankondigen en afdoen van het NPLG, een product van jaren werk en veel geld, zonder zicht op een goed alternatief, mag worden geïnterpreteerd als een uiting van onbehoorlijk bestuur?

2. Hoe verhoudt u zich tot dit (mogelijke) besluit en wat zijn uw overwegingen voor toekomstige reacties en acties richting Den Haag? Ziet u daarbij mogelijkheden, zowel ambtelijk als juridisch, om te voorkomen dat het Utrechts Programma Landelijk Gebied (UPLG) geen doorgang kan vinden, en bent u bereid deze verschillende mogelijkheden ook verder te onderzoeken en te verwezenlijken?

3. Hoe beïnvloedt dit (mogelijke) besluit de toekomstige samenwerking met het Ministerie van LVVM, en de Minister, en welke risico’s ziet u voor de onderlinge samenwerking, het onderling vertrouwen, en de mogelijkheden om effectief beleid t.a.v. het landelijk gebied te voeren?

4. Welke mate van fiducie heeft u in de capaciteit en competenties van de Minister en haar Ministerie van LVVM om met nieuwe plannen te komen die beantwoorden aan de urgentie en vertraging en juridisch onhoudbaar beleid voorkomen?

5. Denkt u dat met dit Rijksbesluit onze provincie Utrecht nog wel een helder perspectief kan bieden aan boeren, de natuur kan herstellen, de KRW-restopgave kan oppakken, en de uitdagingen van klimaatverandering het hoofd weet te bieden?

6. Tot slot, hoe verhoudt dit (mogelijke) besluit zich volgens u tot de Europese regelgeving en gaan wij als Utrecht, en via alle provincies als Nederland, ons kunnen houden aan de Europese afspraken op deze manier?

Aan de Statencommissie (collega-partijen)

Wetende dat een meerderheid van onze Staten in december 2023 voor de motie van Volt “voortvarend door met het UPLG” stemde: bent u het met Volt eens dat we:

1. Alles op alles moeten zetten om de plannen binnen de kaders van het UPLG te handhaven en uit te voeren, waar nodig ook met meer eigen middelen (mits financieel verantwoord)?

2. Alle mogelijkheden moeten onderzoeken, ook in samenwerking met het IPO en vertegenwoordigers van belangengroepen (waaronder de natuurpartijen), om te voorkomen dat het NPLG en alle aanverwante plannen schadelijke vertraging oplopen. Juridische stappen moeten daarbij ook worden overwogen.

3. Provincie Utrecht samen met andere provincies een sterke lobby moet optuigen om zoveel mogelijk van het NPLG overeind te houden en significante verdere vertraging te voorkomen?